Signaleren

Wat betekent signaleren?
A
Het uitvoeren van medische handelingen
B
Her herkennen en doorgeven van (beginnende) gezondheidsproblemen
C
Het noteren van afspraken in het zorgdossier
D
Het geven van medicatie op tijd
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat betekent signaleren?
A
Het uitvoeren van medische handelingen
B
Her herkennen en doorgeven van (beginnende) gezondheidsproblemen
C
Het noteren van afspraken in het zorgdossier
D
Het geven van medicatie op tijd

Slide 1 - Quiz

Wat hoort bij een objectieve signalering?
A
"mevrouw lijkt verdrietig"
B
"cliënt at 2 boterhammen en dronk 100 ml water"
C
"Client had vast een slechte nacht"
D
"zij kijkt boos"

Slide 2 - Quiz

Je merkt dat een cliënt plots verward is en anders reageert dan normaal. Wat doe je eerst?
A
Wachten tot familie op bezoek komt
B
Observeren en collega of arts bellen
C
Observeren, rapporteren en overleggen met collega en of arts
D
Meteen medicatie toedienen

Slide 3 - Quiz

Welk van de volgende is een subjectieve observatie?
A
De temperatuur is 38,3
B
Cliënt zegt dat ze misselijk is
C
De wond is 2 cm lang
D
client dronk 150 ml water

Slide 4 - Quiz

Wat betekend methodisch werken?
A
werken volgens je gevoel
B
werken op dezelfde manier als je collega
C
Systematisch en doelgericht werken volgens een stappenplan
D
Alleen werken met protocollen

Slide 5 - Quiz

Welke stappen horen bij methodisch werken?
A
Observeren- rapporteren-medicatie geven- evalueren
B
Signaleren- Melden- overleggen- afsluiten
C
Anamnese- Diagnose- Actie- Follow up
D
Verzamelen gegevens - probleem vaststellen -doelen stellen - planning maken- uitvoeren - evalueren

Slide 6 - Quiz

Welke dementie vormen ken je?

Slide 7 - Open question

Wat is kenmerkend voor COPD? (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)
A
Het ontstaat plotseling en is volledig te genezen
B
Het is een chronische longziekte met blijvende vernauwingen van de luchtwegen
C
Het is een welvaartsziekte
D
De symptomen verdwijnen volledig na antibiotica

Slide 8 - Quiz

Wat is een veelvoorkomend symptoom van een depressie?
A
Wisselende bloeddruk
B
Overmatig eetlust door lichamelijke aandoening
C
Aanhoudend sombere stemming en verlies van interesse
D
Plotselinge spraakstoornissen

Slide 9 - Quiz

Wat is een veelvoorkomend symptoom van hartfalen?
A
Plotselinge verlamming
B
Kortademigheid bij inspanning of in rust
C
Huiduitslag en jeuk
D
Pijn in de onderrug na het eten

Slide 10 - Quiz

Wat is een kenmerkend symptoom van een psychose?
A
Verhoogde bloeddruk
B
Hallucinaties of wanen
C
Geheugenverlies door ouderdom
D
Agressie, schreeuwen

Slide 11 - Quiz

Wat is een belangrijk signaal dat kan wijzen op huiselijk geweld?
A
Een cliënt die graag alleen wil zijn
B
Regelmatig onverklaarbare blauwe plekken en verwondingen
C
Een cliënt die veel moppert over het eten
D
Verhoogde bloedsuikerwaarden

Slide 12 - Quiz

Wat is de eerste stap in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling?
A
Melden bij veilig thuis
B
Overleggen met collega's
C
In gesprek gaan met de cliënt
D
In kaart brengen van signalen

Slide 13 - Quiz

Je komt bij een cliënt thuis en ziet dat bijna alle ruimte zijn gevuld met stapels kranten, dozen en kleding. Wat is de juiste actie?
A
Meteen alles opruimen
B
Rapporteren wat je ziet en bespreken met het team
C
De spullen verplaatsen naar de tuin
D
De cliënt vertellen dat dit verboden is

Slide 14 - Quiz

Wat is een objectieve observatie?
A
Iets wat je denkt dat er aan de hand is
B
Iets wat je zelf meet, ziet of hoort
C
Wat de cliënt vertelt over hoe hij zich voelt
D
Jouw mening over de situatie

Slide 15 - Quiz