H5 TV verkleinwoorden en afkortingen , deel 1

H5 taalverzorging spelling
verkleinwoorden en afkortingen 
Vandaag: 
- uitleg verkleinwoorden en afkortingen 
- opdracht
- nakijken 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5 taalverzorging spelling
verkleinwoorden en afkortingen 
Vandaag: 
- uitleg verkleinwoorden en afkortingen 
- opdracht
- nakijken 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

verkleinwoorden

  • Je schrijft een apostrof bij een verkleinwoord als het woord eindigt op -y. 
       Bijvoorbeeld --> baby'tje 

  • Verkleinwoorden van cijfer- of letterwoorden krijgen ook een apostrof.
       Bijvoorbeeld: A4 - A4'tje / tv - tv'tje

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rechts zie je de verkleinwoorden.
Kijk goed naar de lidwoorden. Wat zie je?

Slide 3 - Slide

Dus de basisregel is: het woord eindigt op -je
De tweede regel is: het woord heeft het lidwoord 'het'.
Meervoud

cafés
auto's
taxi's
baby's
displays
bureaus


Verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tip van de dag!
Twijfel je over een verkleinwoord?
Neem een voorbeeldwoord in je hoofd met dezelfde laatste letter of klank!

Verkleinwoord van cranberry??
Baby eindigt ook met y en dat wordt baby'tje
Dus: cranberry'tje!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Afkortingen
Afkortingen 1
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

VVD, BMW, PSV 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

afkortingen 2
* met kleine letters en punten: afkortingen waarvan je de woorden volledig uitspreekt:

a.u.b ( alstublieft
bijv ( bijvoorbeeld)
i.p.v ( in plaats van 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

afkortingen 3
zonder punten:  -> woorden waarbij je alleen de letters uitspreekt

ov
pin
cv 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

overig
de meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters zonder punten

havo,
mavo,
vmbo 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Maak nu:
H5 taalverzorging spelling, verkleinwoorden en afkortingen
opdracht:

3 ( 1 tm 5) 
We kijken over 15 minuten na

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden opdr.1
1.  albumpje 2. kassabonnetje 3. volumeknopje 4. berghellinkje, 5. stekkertje 6. aardbevinkje 7. raampje 8.bosbrandje, 9.stemmetje 10. kinderstoeltje 11. bestelwagentje, 
12. zonnebrilletje 13. schermpje 14. zalmpje 15. dingetje 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

antwoorden opdr. 3
1. chimpanseetje
2. duootje
3. bureautje
4. operatietje
5. sateetje 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

antwoorden opdr.4
1. i.p.v.
2. p.p.
3. VW
4. tv
5. pc
6. i.v.m.
7. NS. 
8. HEMA
9. ov
10. m.a.w.
11. z.g.a.n.
12. t.k. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 
opdracht 5.
We kijken deze opdracht volgende les na

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

verkleinwoord van album
A
albumtje
B
albumje
C
albumpje

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

verkleinwoord van jongen
A
jongentje
B
jongetje
C
jongenkje

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

verkleinwoord van baby
A
babytje
B
babietje
C
baby'tje

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

afkorting voor
in combinatie met
A
icm
B
i.c.m.
C
ICM

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions