H4.4

Welkom
4 MAVO ||  2021-2022

Hoofdstuk 4 - Aan het werk!
Exameneenheid arbeid en productie

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 MAVO ||  2021-2022

Hoofdstuk 4 - Aan het werk!
Exameneenheid arbeid en productie

Slide 1 - Slide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Nakijken t/m 28

Slide 3 - Slide

Hoe heb je je huiswerk gemaakt?
A
B
C

Slide 4 - Quiz

Leg het verschil uit tussen een krappe en ruime arbeidsmarkt.
Gebruik hierbij de begrippen vraag en aanbod

Slide 5 - Open question

Ruime arbeidsmarkt
Werkgevers hebben keuze uit heel veel mensen!

Er is dus sprake van:
Een groter aanbod van arbeid dan vraag
naar arbeid


Slide 6 - Slide

Krappe arbeidsmarkt
  • Er is veel vraag naar producten
  • Bedrijven hebben extra personeel nodig (werkgelegenheid stijgt)
  • Bedrijven komen bijna niet aan personeel
  • Bedrijven lokken personeel door bijvoorbeeld hoge salarissen

  • Oftewel werkgevers kunnen bijna geen mensen vinden. Werknemers kunnen ‘werken waar ze willen’



Slide 7 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • kun je beschrijven wat de oorzaken van werkloosheid zijn 
  • Kun je beschrijven welke soorten werkloosheid er zijn
  • Kun je verklaren hoe werkloosheid verminderd kan worden

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Wat zijn de gevolgen van werkloosheid?

Slide 11 - Open question

Gevolgen werkloosheid
De gevolgen van werkloosheid zijn groot.
  • Als je ontslagen bent, verlies je (een deel van) je inkomen.
  • Je mist de contacten die je had door je werk.
  • Als het lang duurt, word je misschien onzeker of je kunt je nutteloos gaan voelen.
  • Door hoge werkloosheid kan er sociale onrust ontstaan.
  • Werkloosheid kost de samenleving geld, want voor de uitkeringen betalen we allemaal sociale premies en belastingen.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Soorten werkloosheid
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht.

  • Structurele werkloosheid
  • Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie.


Slide 14 - Slide

Oorzaken conjuncturele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid ontstaat als de vraag naar goederen en diensten afneemt door dalende bestedingen.
Deze vorm van werkloosheid verdwijnt weer als het beter gaat met de economie.


Slide 15 - Slide

Oorzaken structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid ontstaat als de aanbieders van producten blijvende veranderingen doorvoeren, zoals:
  • robots en machines inzetten in plaats van mensen
  • de productie verplaatsen naar lagelonenlanden
  • stoppen met het maken van verouderde producten
  • hun bedrijf reorganiseren
  • Ook als het aanbod van arbeid niet past bij de vraag naar arbeid:
  • werkzoekenden hebben niet de juiste opleiding voor de beschikbare vacatures


Slide 16 - Slide

Nog meer soorten werkloosheid
  • Deze soorten werkloosheid kunnen tegelijkertijd voorkomen met conjuncturele of structurele werkloosheid:
  • Frictiewerkloosheid
  • Kortdurende werkloosheid omdat je even tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.

  • Seizoenswerkloosheid
  • Werkloosheid die ontstaat doordat bepaald werk alleen maar in een deel van het jaar verricht kan worden.

  • Regionale werkloosheid
  • Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land.



Slide 17 - Slide

Verborgen werkloosheid
Soms is er sprake van verborgen werkgelegenheid.
Er is dan wel werk te doen, maar dat levert geen banen op in de formele sector.
Werkervaring, vrijwilligerswerk en zwartwerken zijn voorbeelden van verborgen werkgelegenheid.


Slide 18 - Slide

Werkloosheid verminderen
  • Meer werkgelegenheid is nodig om de werkloosheid te laten dalen.
  • Om de productie te laten groeien en om meer te kunnen exporteren, moeten bedrijven hun concurrentiepositie verbeteren. Ze moeten dan goedkoper produceren of vernieuwend zijn.

  • Ook investeringen leveren werkgelegenheid op.

  • Als de koopkracht van consumenten toeneemt, nemen hun bestedingen toe en stijgt de werkgelegenheid.



Slide 19 - Slide

De overheid en werkloosheid verminderen

  • De overheid kan de bestedingen door consumenten stimuleren met belastingmaatregelen, bijvoorbeeld lagere inkomstenbelasting of verlaging van de btw.
  • Ook kan de overheid zelf meer besteden, bijvoorbeeld door te investeren in de infrastructuur.


Slide 20 - Slide

Loonmatiging
  • Overheid en bedrijven hebben liever loonmatiging.
  • Dat betekent dat de lonen niet of weinig stijgen.
  • Als de lonen stijgen, hebben werknemers meer inkomen en kunnen ze meer besteden. Dat is goed voor de werkgelegenheid.
  • Voor de werkgevers betekent loonstijging hogere kosten. Die berekenen ze door in de prijzen van hun producten. Als de prijzen stijgen, verkopen ze minder. Dat is slecht voor de werkgelegenheid.


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Aan de slag
Maken t/m 41
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 23 - Slide

Aan het einde van de les kun je verklaren hoe werkloosheid verminderd kan worden

Slide 24 - Open question