Zukunftsträume Y3

1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Thema Zukunft - Kapitel 5 

- Herhaling personalpronomen & haben / sein 
- Nieuw werkwoord werden 
- Songtekst Dieser Weg - Xavier Naidoo 
- Opdracht songtekst maken - vul de juiste vorm in van werden 


Slide 2 - Slide

Leerdoelen: 
Leerdoelen:

* Je kunt het personalpronomen gebruiken in de correcte vorm
* Je kent de juiste vervoegingen van de werkwoorden haben & sein
* Je hebt geoefend met het werkwoord werden 
* Je kunt een aantal toekomstdromen benoemen in het Duits 
* Je kunt een interview over toekomstdromen globaal beluisteren 
* Je kunt een Duits liedje luisteren en de vervoegingen van de werkwoorden werden herkennen. 

Slide 3 - Slide

Thema Zukunft
Wisst ihr es noch?
Welche Zukunftsträume gibt es ?                       Nenne minimal 2 / noem er minimaal 2. 


Slide 4 - Slide

Beispiele Zukunftsträume 
  • Reisen......
  • Studieren ......
  • Ausbildung .........
  • Traumberuf .........
  • Familie ..........
  • Heiraten.........
  • Viel Geld verdienen .........
  • Andere Leute helfen ............


Slide 5 - Slide

Thema Zukunft 
Hören: Interview / Woordenschat meelzen 
* Stelle                       baan
* Verwandten            familieleden
* Vorstellungen        voorstellingen / ideeën 
* Später                      later
* aktiven leben         actief leven
* geregelten leben  regelmatig leven 
Irgendwann             ooit
* Umwelt                    milieu 
* Verrückt                   gek
* Keine Ahnung         geen idee 





Slide 6 - Slide

Grammatik Was kenne ich noch? Wat weet ik nog?
Het personalpronomen

Ik                .........
jij                ........
er/sie/ es  ........
wij              ........   
jullie         ........
zij              ........
u               .........

Slide 7 - Slide

Vul de juiste vorm in van haben / sein
Ich .................( heb)das nicht gemacht
A
habe
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in van haben / sein
Du .................( hebt) hast sehr schön gesungen
A
hast
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 9 - Quiz

Ihr hebben..... heute doch frei?
A
habe
B
hatte
C
habt
D
haben

Slide 10 - Quiz

Wann ( hebben)ihr denn eigentlich Urlaub?
A
habe
B
ist
C
hatte
D
habt

Slide 11 - Quiz

( Zijn) sind dieses deine Schuhe?
A
Sind
B
seit
C
bist
D
ist

Slide 12 - Quiz

Du ( bent) aber sehr schlau
A
bist
B
sind
C
haben
D
sein

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Vul de juiste vorm in van het werkwoord werden
Ich ( word) morgen 16 Jahre alt
A
werde
B
werden
C
wirst
D
wird

Slide 17 - Quiz

Du ( wordt ) erst nächstes Jahr 18 Jahre alt
A
werde
B
werden
C
wird
D
wirst

Slide 18 - Quiz

Er ( wordt ) sich sehr freuen auf dich
A
wordt
B
wird
C
wird
D
werde

Slide 19 - Quiz

Wir ( zullen) uns auf die Prüfung vorbereiten
A
werden
B
werde
C
worden
D
wird

Slide 20 - Quiz

Ihr ( zult ) müde sein nach dem langen Tag
A
werdet
B
wirst
C
werde
D
werde

Slide 21 - Quiz

Songtekst - Xavier Naidoo- Dieser Weg 
Waar gaat het liedje over:

1. Verleden / heden of toekomst?

2. Hoe kun je dit weten?

3. Opdracht: Hoevaak hoor je een vorm van werden in het liedje ? 


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Terugkijken
Leerdoelen:

* Je kunt het personalpronomen gebruiken in de correcte vorm
* Je kent de juiste vervoegingen van de werkwoorden haben & sein
* Je hebt geoefend met het werkwoord werden 
* Je kunt een aantal toekomstdromen benoemen in het Duits 
* Je kunt een interview over toekomstdromen globaal beluisteren 

Slide 26 - Slide