H12 Erfelijkheid en evolutie

Erfelijkheid en evolutie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

Incheckmomentje
Moe maar goed
Pffff
Prima!
Ik weet het niet vandaag
Niet zo
Top

Slide 2 - Poll

Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water

Licht

Glucose

Slide 3 - Drag question

Hoeveel chromosomen per
lichaamscel / geslachtscel?
lichaamscel
geslachtscel
Vlieg
12
6
Ui
16
8
Tomaat
24
12
Kat
38
19
Mens
46
23
Chimpansee
48
24

Slide 4 - Slide

Een cel van een bepaald dier heeft 38 chromosomen is het een lichaamscel of een geslachtscel? Leg uit.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Alles is erfelijk
JA
Nee

Slide 7 - Poll

Kan je een Y chromosoom van je moeder hebben gekregen?
JA
Nee

Slide 8 - Poll

Zet de juiste omschrijving bij het juiste begrip.
chromosoom
gen
allel
draad van DNA  met erfelijke informatie
deel van een chromosoom met erfelijke info over 1 eigenschap
uitvoering (verschijningsvorm) van een gen

Slide 9 - Drag question

Zet de juiste omschrijving bij het juiste begrip.
46
23
2
Zoveel exemplaren heb je van ieder gen in een lichaamscel
Zoveel chromosomen zitten in iedere lichaamscel (=autosomaal)
Zoveel chromosomen zitten in iedere geslachtscel 

Slide 10 - Drag question

"Welke van de zintuigen zou jij het moeilijkst kunnen missen?"
Ruiken
Zien
Horen
Proeven
Voelen

Slide 11 - Poll

Wat is een homozygoot?
A
2 van hetzelfde gen voor een eigenschap
B
één recessieve gen van een eigenschap
C
één dominante gen

Slide 12 - Quiz

Homozygoot dominant, heterozygoot en homozygoot recessief
A
Homozygoot recessief Aa
B
Heterozygoot: beide genen zijn gelijk
C
Homozygoot dominant wordt onderdrukt
D
Heterozygoot: Cc

Slide 13 - Quiz

Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
Het proces waarbij niet alle organismen van dezelfde soort hetzelfde aantal nakomelingen krijgt.
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.

Verwantschap
Variatie
Selectie

Slide 14 - Drag question

Zet de verwantschap tussen soorten van minst naar meest:
maki en mens
chimpansee en mens
orang-oetan en mens
spookdier en mens

Slide 15 - Drag question

Wat is een drager?.
A
Bij een drager komt het dominante gezonde allel tot uiting, het recessieve ziekmakende allel is ‘verborgen aanwezig’.
B
Bij een drager komt het recessieve ziekmakende allel tot uiting, het dominante ziekmakende allel is ‘verborgen aanwezig’
C
Een drager heeft alleen het recessieve ziekmakende allel, dat dus ook tot uiting komt.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

2

Slide 19 - Video

00:32
Waardoor werd Charles Darwin bekend?
A
Hij ontdekte Zuid Amerika
B
Hij heeft DNA ontdekt
C
Hij bedacht de evolutietheorie
D
Hij was een christen die mensen bekeerde tot het geloof in God

Slide 20 - Quiz

02:51
Wat bedoelt Darwin met de uitspraak
"survival of the fitest"
A
degene die het best is aangepast overleeft
B
de sterkste overleefd
C
de slimste overleeft
D
degene met de beste camouflage overleeft

Slide 21 - Quiz

hoe oud (in jaren) denk jij dat het leven op aarde is?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Video

Ik ben al begonnen met leren voor de toets van biologie
JA
Nee
Nee natuurlijk niet
Huh hebben we een toets voor biologie?

Slide 24 - Poll