Les Spaans Les 6 verbos reflexivos - gerundio

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 2

Leerdoelen

- Je weet hoe je kunt zeggen 

   dat je ergens mee bezig bent

- Je kan iets of iemand omschrijven

MP TB tarea 9 pag 80

9 Estrés en la oficina. Lee y escucha los diálogos. ¿En qué diálogo Nuria Garcés habla con su marido, una amiga, su jefe, una compañera o un cliente?

1

2

3

4

5

Extra uitleg over gerundio

Gerundio - iets aan het doen zijn

Uitzonderingen (gerundio)

decir	d i ciendo
pedir	p i diendo
venir	v i niendo
dormir	d u rmiendo
leer	le y endo
ir	y endo

zeggen

vragen/verzoeken

komen

slapen

lezen

gaan

Handige tips/vragen

¿Qué estás haciendo?     Wat ben je aan het doen?

1. Je hebt altijd een vorm van 'estar' nodig 

  (Wie is er wat aan het doen? --> ik, jij, hij, wij...)

2. De gerundio (.......ando / .......iendo) verandert níet

3. Check het verschil tussen:

    Ik eet pizza (como pizza) / Ik ben pizza aan het eten (estoy comiendo)

Estar + gerundio

MP WB p. 80

Un día en la oficina

12 ¿Qué están haciendo?

13 Gerundio

MP TB p. 81

10 Conociendo a los colegas

a Es el primer día de Alicia en la empresa y Nuria le explica quiénes son los otros. 

b Escucha y relaciona con las personas del dibujo

met AOS2A.b tot hier 16/4

MP WB p. 80 tarea 14

14 ¿Dónde están?

fragment 1 en 2

fragment 3

MP WB p. 81

15 Definiciones

16 Contrarios

17 Una fiesta familiar

WB p. 82 tarea 18

fragment 1

fragment 2

fragment 3

espanol.lingolia.com