números 0-20

1 / 13
next
Slide 1: Video
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

¿Te acuerdas 
los números 
hasta 100?
¿Sabes cómo escribirlos?

Slide 3 - Slide

¿Te acuerdas 
los números 
hasta 100?

Slide 4 - Slide

Y ahora escribe estos números:

58: 
77: 
100: 
29: 
43: 
16: 
98:


Slide 5 - Slide

Y ahora escribe estos números:

58: cincuenta y ocho,
77: setenta y siete,
100: cien
29: veintinueve,
43: cuarenta y tres  
16: dieciséis
98: noventa y ocho


Slide 6 - Slide

Los números, paso a paso: Stappenplan 
¿Qué vas a hacer?:  Lees pag  48 (rode boekje en  pag 57 Tekstboek
Libro verde pag 49-50 (tarea 10) ¡NO necesitas tu portátil!
¿Cómo?:  Trabajas solo. (Te permito escuchar música ) Solo puedes hablar con la voz muy baja.
¿Cuánto tiempo?: 10 minutos
Objetivo (doel): Hierna weet je de getallen tot een miljoen

Slide 7 - Slide

Regels bij de getallen
  • Altijd van grootste naar het kleinste getal
  • Tussen 16 -29 : aan elkaar schrijven met i 
  • >> diecinueve, veinticinco
  • Tussen 31 -99 : los geschreven met een y
  •  >> treinta y cinco, noventa y tres

Slide 8 - Slide

¿Cuál es 
tu número de teléfono?
Mi número de teléfono es....
06 08 31 00 42
06 64 44 21 87
06 32 23 14 96
06 02 49 55 73
OPDRACHT: Vertel in het Spaans aan je buurman/vrouw jouw telefoon nummer

Slide 9 - Slide

Los números de 20 hasta 100
Hoe zat het ook al weer met de getallen tussen 16 en 29?

En hoe zat het met de getallen tussen 31 en 99?

Weet je nog hoe  je 100 in het Spaans moet zeggen?

Slide 10 - Slide

Los números de 20 hasta 100
Vamos a jugar un partido de Bingo!

Slide 11 - Slide

schrijf de getallen tot 20
( in het Spaans uiteraard...)

Slide 12 - Mind map

Los números de 20 hasta 100
Weet je nog hoe je tot 20 moet tellen in het Spaans?

Volgorde : 100 tallen/ 10-tallen/ 1-heden bv: ochenta y tres,  veinticuatro, cientotreinta y cinco

Schrijven: verschil bij getallen 16-29 en 31- 99. Weet jij waar de verschillen zitten?

Slide 13 - Slide