METEN!

1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Doel van de les. Wat gaan we vandaag leren?
Je gaat leren wat het verschil is tussen millimeters en centimeters en we gaan meten met meter en kilometer.

Ook ga je leren over verschillende begrippen die te maken hebben met METEN. 

Slide 3 - Slide

Welke materialen kun je gebruiken om mee te meten?

Slide 4 - Open question

Waarom is het belangrijk om te goed en nauwkeurig te kunnen meten?

Slide 5 - Mind map

Gebruiken we ook meten bij Koken?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Millimeter en Centimeter

Slide 7 - Slide

Meten is Weten!
Geheime tip! Ssssttt, niet doorvertellen!

De dikte van je duim is ongeveer 1 centimeter. Zo kan je altijd (ongeveer) meten hoe lang iets is. 

Een millimeter is KLEINER dan een centimeter

Slide 8 - Slide

Meten is Weten
We rekenen in ieder geval met:

MILLIMETER
CENTIMETER
METER
KILOMETER

Slide 9 - Slide

Wat is de lengte van een gewone pen?
A
15 millimeter
B
15 centimeter
C
15 meter
D
15 kilometer

Slide 10 - Quiz

Hoe hoog is het reuzenrad in attractiepark Slagharen?
A
50 millimeter
B
50 centimeter
C
50 meter
D
50 kilometer

Slide 11 - Quiz

Hoe breed is een potloodpunt ongeveer?
A
1 millimeter
B
1 centimeter
C
1 meter
D
1 kilometer

Slide 12 - Quiz

Vul het goede antwoord in:
Een tablet is 25 .... lang
Kies uit: Millimeter (mm) Centimeter (cm) Meter (m) of Kilometer (km)

Slide 13 - Open question

De bank is 88 ..... hoog
A
Millimeter
B
Centimeter
C
Meter
D
Kilometer

Slide 14 - Quiz

Een voetbalveld is 105 .... lang
A
Millimeter
B
Centimeter
C
Meter
D
Kilometer

Slide 15 - Quiz

De ...... van de hijskraan is 50 meter.
A
Hoogte
B
Breedte
C
Dikte
D
Diepte

Slide 16 - Quiz

De ...... van het boek is 3 centimeter
A
Hoogte
B
Breedte
C
Dikte
D
Diepte

Slide 17 - Quiz

Vul in: De .... van het zwembad is 1 meter.
A
Hoogte
B
Breedte
C
Dikte
D
Diepte

Slide 18 - Quiz

De laatste vraag!
vul aan: Meten is......
A
stom!
B
eten!
C
moeilijk!
D
weten!

Slide 19 - Quiz