Les 6

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

• de passé composé met être
• écouter: lingua
  

Le but: à la fin de ce cours:

• kan ik het voltooid deelwoord met être toepassen
• heb ik geoefend met luisteren
• heb ik geoefend met de woordjes

Schrijf op bij blz 23!

Let op:

Het is

C'est

De passé composé met être:

Als een werkwoord met être vervoegd wordt, moet je het voltooid deelwoord aanpassen aan het onderwerp.

Paul est allé en France.

Marie est _____ aux Pays-Bas.

Paul et Jean sont _____ en Allemagne.

Marie et Nina sont ______ au Portugal.

De passé composé met être:

Als een werkwoord met être vervoegd wordt, moet je het voltooid deelwoord aanpassen aan het onderwerp.

Paul est allé en France.

Marie est allée aux Pays-Bas.

Paul et Jean sont allés en Allemagne.

Marie et Nina sont allées au Portugal.

Letters die je toe moet voegen aan het voltooid deelwoord bij het hulpwerkwoord être.

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	?	?
vrouwelijk	?	?

Letters die je toe moet voegen aan het voltooid deelwoord bij het hulpwerkwoord être.

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	-	s
vrouwelijk	e	es

Nakijken exercices 16c-1

a: est - Valentijn is van de fiets gevallen

b: sont - Ze zijn op vakantie gegaan

c: suis - Ik ben om 11 uur vertrokken

d: es - hoe laat ben je teruggekomen?

e: êtes - zijn jullie in de stad uitgegaan?

Nakijken exercices 16c - 2

Samen nakijken

Nakijken exercice 16d

a: est parti

b: es arrivée

c: sont descendues

d: sont allés

Leren infinitief en voltooide tijd

werkwoorden blz 22

Daarna Blooket werkwoorden huisje être

Antwoord geven op vragen

Tu es allé où?

Je _____________à Paris

Tu es arrivé à quelle heures?

Je ____________à neuf heures

Maken exercices 18

Dit is het niveau van de toets!

Exercice 30