woordenschat week 28 en 35 (nieuwsbegrip)

woordenschat (AA) week 28 en 35 (Nieuwsbegrip)
Herhaling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

woordenschat (AA) week 28 en 35 (Nieuwsbegrip)
Herhaling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


A
de factor
B
zich gedragen
C
aanmaken
D
de professor

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions


A
de factor
B
zich gedragen
C
aanmaken
D
de professor

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions


A
het medicijn
B
zich gedragen
C
aanmaken
D
de professor

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


A
het medicijn
B
zich gedragen
C
aanmaken
D
de professor

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


A
het medicijn
B
zich gedragen
C
aanmaken
D
gelden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


A
het medicijn
B
zich gedragen
C
aanmaken
D
gelden

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


A
het medicijn
B
genieten
C
aanmaken
D
gelden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


A
de regering
B
de deskundige
C
dumpen
D
de giftige stof

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


A
de regering
B
ontploffen
C
dumpen
D
de giftige stof

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


A
de regering
B
ontploffen
C
dumpen
D
veilig

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


A
veilig
B
ontploffen
C
dumpen
D
de giftige stof

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


A
veilig
B
de regering
C
dumpen
D
de giftige stof

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


A
veilig
B
de regering
C
ervan af willen
D
de giftige stof

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


A
veilig
B
de regering
C
ervan af willen
D
de giftige stof

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies het goede plaatje.

Slide 16 - Slide

print de bijhorende plaatjes. De leerling leest de zin en zoekt het passende plaatje erbij.