Fin de siècle

1 / 16
next
Slide 1: Slide
fMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Littérature
1. Moyen Âge                  11. Existentialisme
2. Renaissance
3. Classicisme
4. Lumières
5. Romantisme
6. Réalisme
7. Fin de siècle

Slide 2 - Slide

Société
Eind 19e eeuw: veel uitvindingen die het leven van de mensen veranderden:
- uitbreiding spoorwegennet
- telefoon
- auto
- film

Slide 3 - Slide

Fin de siècle
Mensen in verwarring doordat nieuwe ideeën botsten met oude waarden. 
- Darwin
- Freud
- socialisme

Slide 4 - Slide

Wereldtentoonstelling 1889
- bouw Eiffeltoren 1889
- staal

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Les arts
- Impressionisme: reactie op het realisme. Niet meer schilderen hoe het werkelijk is, maar hoe het overkomt.
- landschappen, buiten schilderen
- Monet, Renoir, Gauguin, Cézanne, Van Gogh, Rodin

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Littérature
Vooral poëzie. Veel dichters voelden zich onbegrepen, ze voelden zich verheven boven de werkelijkheid. 
Men noemde deze dichters: les poètes maudits, de vervloekte dichters, onaangepast aan de maatschappij.
- Charles Baudelaire
- Paul Verlaine
- Arthur Rimbaud

Slide 12 - Slide

Symbolisme
De poètes maudits zagen zichzelf als zieners, zij zagen symbolen van een andere werkelijkheid. Daarom werd het gezien als symbolisme, in het Engels: spleen: sterk gevoel van het zich niet thuis voelen in de wereld.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Charles Baudelaire - L'albatros
1. Het is een grote zeevogel. Ze leggen enorme afstanden af over zee en komen alleen aan land om te nestelen.
2a. Hij is onhandig en laat zijn vleugels naast zich slepen.
b. Ze lachen hem uit en pesten hem.
c. rois de l'azur, prince des nuées
d. strofe 4

Slide 15 - Slide

e. De dichter is net als de vogel iemand die in de wolken leeft, maar die zich niet thuis voelt onder de mensen. De mensen lachen hem ook uit. 
f. De dichter is de ziener, hij heeft contact met 'het hogere'. Maar hij kan niet leven in de werkelijkheid. Hij voelt zich onbegrepen en verdoemd, een outcast.

Slide 16 - Slide