2T WOE 6 DECEMBER 2023

2T WOENSDAG 6 DECEMBER



10 MINUTEN LEZEN!

timer
10:00
huiswerk deze les
NE: m. opdr. 1 t/m 11 (Lezen 3.3)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2T WOENSDAG 6 DECEMBER



10 MINUTEN LEZEN!

timer
10:00
huiswerk deze les
NE: m. opdr. 1 t/m 11 (Lezen 3.3)

Slide 1 - Slide

DEZE LES:
HERHALEN THEORIE 
LEZEN 3.3:

Slide 2 - Slide

THEORIE 1.3 & 2.3
THEORIE 1.3: In deze paragraaf herhaal je:
• hoe je leesstrategieën gebruikt; welke tekstdoelen en tekstvormen er zijn; hoe je tekstverbanden herkent aan signaalwoorden; hoe je het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst vindt; hoe je de hoofdgedachte van een tekst vindt.
In deze paragraaf leer je:
• wat tekstsoorten zijn.
THEORIE 2.3: In deze paragraaf leer je:
• een informatieve tekst herkennen;
• een interviewverslag herkennen;
• wat de functies zijn van de inleiding en het slot van een tekst;
• het samenvattend tekstverband herkennen.





Slide 3 - Slide

THEORIE 3.3
In deze paragraaf herhaal je:
• wat een betogende tekst is;
In deze paragraaf leer je:
• meningen en argumenten herkennen;
• signaalwoorden herkennen die een oorzaak en gevolg aangeven.
SAMEN LEZEN THEORIE 3.3!



Slide 4 - Slide

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor samenvatting?
A
al met al
B
dus
C
ten slotte
D
met andere woorden

Slide 5 - Quiz

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor conclusie?
A
Zoals
B
Ten slotte
C
maar
D
dus

Slide 8 - Quiz

De signaalwoorden in een instructie zijn de signaalwoorden van een:
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
doel-middel

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor conclusie?
A
Kortom
B
Ten slotte
C
maar
D
dus

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tijd?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan

Slide 11 - Quiz

LET OP:
ZORG DAT JE ZO SNEL MOGELIJK ALLE TEKSTVERBANDEN MET HUN SIGNAALWOORDEN KENT!

Slide 12 - Slide

ALLE OPDRACHTEN VOOR PW LEZEN:
LEZEN 1.3: opdr. 1-9, 12-18, 23  + Test Jezelf Lezen 1.3
LEZEN 2.3: opdr. 1-15, 19-25 + Test Jezelf Lezen 2.3
LEZEN 3.3: opdr. 1-11, 13, 15-26 + Test Jezelf Lezen 3.3
LEZEN 4.3: opdr. 1 t/m 5, 8 t/m 16 + Test Jezelf Lezen 4.3
LEZEN 5.3: opdr. 5, 7, 15-18 + Test Jezelf Lezen 5.3 

DEZE OPDRACHTEN MOET JE UITERLIJK 10 JANUARI ALLEMAAL GEMAAKT HEBBEN!

Slide 13 - Slide

LET OP: volgende week woensdag maken Diawoord & Diataal. Niet af? Dan wordt dit huiswerk voor de volgende les!
2T HUISWERK VOLGENDE WEEK:
MA 11/DI 12 DEC:
NE: m. opdr. 13, 15 t/m 19 (Lezen 3.3)

Slide 14 - Slide