Bs 4 Vorming van gedrag

Thema 8 Waarneming en Gedrag  




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine




Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
iPad  bij de hand 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 8 Waarneming en Gedrag  




Benodigheden
- Boek & Binas
- Schrift
- Pen, potlood, etc
- Rekenmachine




Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
iPad  bij de hand 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

today''s program 

  • leerdoelen
  • verduidelijking afb 37
  • quiz bs 4

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

today''s program 
Leerdoelen:
Je kunt toelichten dat gedrag deels erfelijk bepaald is
Je kunt de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving

Biologische begrippen
Nature vs. nurture, motivatie, biologische klok, instinct, sleutelprikkel, supranormale prikkel





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Lees bs 4 en vat deze samen 

of

Kijk naar de video (9'35'') in de volgende dia (oortjes in!), houdt de samenvatting in het boek bij de hand. Maak daarna (thuis) een schematische samenvatting 
timer
15:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

leg dit schema uit
41

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

leg deze afbeelding uit 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

aantal belangrijke zinnen...
  • Door natuurlijke selectie kan de frequentie van adequaat gedrag toenemen. 
  • Prikkels (intern/extern) - waargenomen door zenuwstelsel 
  • Motivatie is de bereidheid om een bepaald gedragssysteem uit te voeren. Honger is geen motivatie maar vergroot de motivatie
  • Effectieve handelingen verminderen de prikkels en verzwakken uiteindelijk de motivatie. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

actie!
Leg het verschil uit tussen een sleutelprikkel en een supranormale prikkel aan de hand van Tinbergen's experiment met zilvermeeuwkuikens --> opdr. 41

Slide 9 - Slide

sleutelprikkel = prikkel die doorslaggevend is voor het veroorzaken van een bepaald gedrag
supranormale prikkel=prikkel die effectiever is voor het veroorzaken van een bepaald gedrag 
Chimpansees halen met een stokje termieten uit een termietenheuvel.
Een onderzoeker wil weten in welke mate dit gedrag is aangeleerd. Welke twee redenaties kan hij daarbij volgen?
A
Als het gedrag vooral is bepaald door erfelijke factoren dan vertonen alleen jonge chimpansees dit gedrag
B
Als het gedrag vooral is bepaald door erfelijke factoren dan vertonen alle chimpansees dit gedrag
C
Als alleen volwassen apen dit gedrag vertonen dan is het gedrag bepaald door leerprocessen
D
Als bij veel volwassen apen het gedrag verandert dan is het bepaald door leerprocessen.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Klimaatverandering heeft ook invloed op diergedrag. Bijvoorbeeld: door het steeds iets vroeger 
intredende seizoen van insecten, vindt tegenwoordig gemiddeld ieder jaar een halve dag eerder het broedseizoen van de koolmees plaats. Bij een groot voedselaanbod is de koolmees eerder geneigd voortplantingsgedrag te vertonen.
Wat zijn de juiste combinaties? Zet de woorden op de juiste plaats.
neiging tot voorplantingsgedrag
voedselaanbod
hoeveelheid oestrogeen bij het vrouwtje
baltsen en een nestje zoeken 
motivatie
externe prikkel 
interne prikkel
effectief gedrag

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Gedrag kan bijdragen aan homeostase, het constant houden van de omstandigheden in het inwendige van het organisme.  -> Zet de woorden op de juiste plaats. 
Een 
 
leidt tot een interne prikkel.
De sterkte van inwendige en uitwendige prikkels bepaalt de 
 
 om een 
 
 uit te voeren.
Dit zorgt dan voor 
 
.
Effectief gedrag is zo onderdeel van een 
 

afwijking van de normwaarde
positieve terugkoppeling
externe prikkel
motivatie 
gedragssysteem
herstel van de  normwaarde
negatieve terugkoppeling

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

leerprocessen 
  1. Imitatie: nadoen van soortgenoten
  2. Imprenting: aanleren in een gevoelige periode
  3. Gewenning: afleren bij herhaling
  4. Conditionering: leren d.m.v. positieve en negatieve ervaringen 
  5. Inzicht: oplossing bedenken door het anders combineren van ervaringen uit het verleden 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

vormen van conditionering
  • Trial and error / proefondervindelijk = leren uit eigen ervaring, beloning uit omgeving 
  • Klassiek : Pavlov, arts in witte jas 
(ene prikkel vervangt andere prikkel voor hetzelfde resultaat oftewel leren reageren op een prikkel die het oorspronkelijke gedrag niet opriep)
  • Operant: actief aanleren van juiste respons d.m.v. bekrachtiger (voer, speelgoed, geld) of bestraffer (stroomstootje) dus nieuw gedrag aanleren
(frequentie van een bep. gedrag wordt beïnvloed door het gevolg van dat gedrag) 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

homework
Leer je samenvatting
Maak de opdrachten 42 t/m 48

Slide 15 - Slide

This item has no instructions