Grammatica: woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Klas 3

Grammatica: woordsoorten

Wat hoort bij taalkundig ontleden?

1. Onderwerp
2. Zelfstandig naamwoord
3. Werkwoordelijk gezegde
4. Persoonsvorm

Wat hoort bij taalkundig ontleden?

1. Zinsdelen
2. Onderwerp
3. Voorzetsel
4. Werkwoordelijk gezegde

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

______________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

_______

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.

___________

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. voorzetsel

Welke voorzetsels herken je?
De vriendelijke oude man liep naar een klein huisje op de berg.

1. op, oude
2. naar, op
3. vriendelijke, , naar
4. vriendelijke, kleine

Wie heeft het schoolfeest georganiseerd?
'wie' =

1. aanwijzend voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. vragend voornaamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Het mooie meisje, dat daar staat, is heel timide.
'mooie' =

1. aanwijzend voornaamwoord
2. bijvoeglijk voornaamwoord
3. lidwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Ik ben benieuwd naar de cijfers.

"naar" =

1. voorzetsel
2. bijwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. aanwijzend voornaamwoord

Vandaag zijn we naar de zee gegaan
"we" =

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. lidwoord
4. voegwoord

Zij verwachtte veel van het feest.

"van" =

1. bijwoord
2. voorzetsel
3. lidwoord
4. telwoord

Ik zou hem dat vorige week gegeven hebben.
"zou" =

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord

Ik zal je nog wel even mailen.

"mailen" =

1. aanwijzend voornaamwoord
2. werkwoord
3. bijwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Daar zijn de resten van een Romeinse villa gevonden.
"zijn" =

1. bijwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord