Mening, argument en conclusie

Voorlezen
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorlezen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 



  • Ik kan een mening herkennen in een tekst.

  • Ik kan een argument herkennen in een tekst.

  • Ik kan een conclusie herkennen in een tekst. 

Slide 2 - Slide

Meningen en argumenten

Slide 3 - Slide

Wat is een mening?
A
Een persoonlijke opvatting of oordeel.
B
Een feitelijke uitspraak over de werkelijkheid.
C
Een algemeen aanvaarde waarheid.
D
Een wetenschappelijk bewezen theorie.

Slide 4 - Quiz

Wat beïnvloedt onze mening?
A
De tijd van de dag.
B
Ervaringen, cultuur en sociale contacten.
C
De kleuren van de omgeving.
D
Enkel wat we in boeken lezen.

Slide 5 - Quiz

Wat is een subjectieve mening?
A
Een mening die altijd juist is.
B
Een mening die op feiten is gebaseerd.
C
Een mening die voor iedereen gelijk is.
D
Een mening gebaseerd op persoonlijke gevoelens.

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor mening is standpunt.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Wat is een argument?
A
Een vraag zonder antwoord
B
Een reden om iets te geloven
C
Een mening zonder basis
D
Een feit zonder bewijs

Slide 8 - Quiz

Wat is het doel van een argument?
A
Een gesprek beëindigen
B
Een feit ontkennen
C
Iemand beledigen
D
Iemand overtuigen van een standpunt

Slide 9 - Quiz

Wat maakt een argument sterk?
A
Persoonlijke voorkeuren
B
Emotionele reacties
C
Duidelijke en relevante bewijsvoering
D
Vage en onduidelijke informatie

Slide 10 - Quiz

Mening, of argument?
"Chocolade is lekker"
A
Argument
B
Mening

Slide 11 - Quiz

Mening of argument?

,omdat ik morgen naar de tandarts moet.
A
Argument
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Mening of argument?

Koken is moeilijk.
A
Argument
B
Mening

Slide 13 - Quiz

In een recensie geeft iemand zijn persoonlijke mening met argumenten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Mening en argument
  • Een mening is wat iemand vindt van iets.
Met een mening kun je het eens zijn of oneens. Signaalwoorden voor je mening zijn: ik vind, naar mijn mening, volgens mij. 

Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

  • Een argument geeft aan waarom je een bepaalde mening hebt. 

In een tekst vind je argumenten door te zoeken naar signaalwoorden:  want, omdat, namelijk en immers. Achter deze signaalwoorden vind je vaak argumenten die een bepaalde mening onderbouwen.

Slide 15 - Slide

Ik begrijp nu de begrippen:
mening en argument.
A
Helemaal!
B
Redelijk
C
soms wel soms niet
D
nog niet echt

Slide 16 - Quiz

Conclusie 

Slide 17 - Slide

Conclusie 
Aan het einde van de tekst, als alle argumenten zijn gegeven, trekt de schrijver soms een conclusie. Dan herhaalt hij kort zijn mening en argumenten in andere woorden. 

Een conclusie herken je aan de volgende signaalwoorden: dus, daarom, concluderend, dat betekent, al met al, dat houdt in. 

In een conclusie komt geen nieuwe informatie meer te staan. 

Slide 18 - Slide

Weektaak 
Je maakt drie opdrachten van paragraaf 3. 
Kies uit: opdracht 1, 3, 4, 5, 6 en 8 
OF 
Je gaat aan de slag met je porfolio. Gebruik hiervoor je boekje. 

Wat moet je doen als je klaar bent?
  • Nakijken
  • De nakijkboekjes liggen op de grote tafel 
  • Aftekenen als je een weektaak hebt nagekeken! 

Klaar of maak je een andere keuze?
  • Ga aan de slag met opdrachten uit het boek of portfolio
  • Leesclub  
  • Bezig met een ander vak 


Slide 19 - Slide

Lezen maar!
Pak jouw boek uit de kast. Lezen maar!
Voorzitter: bekijkt bij welke bladzijde jullie gebleven zijn en hoe jullie vandaag aan de slag gaan.
Planner: stelt vast tot welke bladzijde jullie vandaag willen lezen. 
Notulist: noteert belangrijke zaken uit het boek. 
De rest van de les
Noteer het bladzijdenummer op de lijst bij de docent
Als je een vraag hebt, steek je je vinger op.
Je bent weer een stuk verder in je boek!

Slide 20 - Slide

Afsluiting
We werken deze week aan de volgende leerdoelen:

  • Ik kan een mening herkennen in een tekst.

  • Ik kan een argument herkennen in een tekst.

  • Ik kan een conclusie herkennen in een tekst. 




Slide 21 - Slide