P&F Les 3 Versterferfrecht

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Personen- en familierechtMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog over het erfrechtelijk vangnet?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de eerste voorwaarde om te kunnen erven?

Slide 5 - Open question

Je moet bestaan, art. 4:9 BW

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan
bij 'wettelijke verdeling'?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Rahim en Elif zijn gehuwd. Samen bezitten zij een huis ter waarde van € 220.000. Hierop rust nog een hypotheek van
€ 140.000. Rahim overlijdt.
Wat is de waarde van zijn nalatenschap?

Slide 11 - Open question

220.000 minus 140.000 = 80.000
De nls van Rahim is de helft van het gezamenlijke vermogen, dus 40.000
Rahim heeft geen testament gemaakt. Art. 4:10 BW bepaalt dat zijn vrouw Elif en hun drie kinderen zijn erfgenamen zijn.
De nalatenschap bedraagt € 40.000.
Hoeveel bedraagt het erfdeel van iedere erfgenaam?
A
Van zijn vrouw € 30.000 en vd kinderen samen € 10.000
B
Van zijn vrouw de helft en vd kinderen samen € 20.000
C
Erfdeel van ieder is € 10.000
D
De kinderen erven alles

Slide 12 - Quiz

Art. 4:11 BW 
De erfenis zit in de stenen van het huis. Om iedere erfgenaam te kunnen uitbetalen, zou het huis moeten worden verkocht. Dit is onwenselijk. Leg uit hoe de wettelijke verdeling van art. 4:13 BW uitkomst biedt.

Slide 13 - Open question

De nalatenschap wordt toebedeeld aan Elif. De kinderen krijgen ter grootte van hun erfdeel een geldvordering op Elif. Bij in ieder geval haar overlijden, ontvangen zij dit erfdeel in handen. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions