H5.3 Zouthydraten

H5.3 Zouthydraten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H5.3 Zouthydraten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen deze les
Je kunt nu:
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met de begrippen zouthydraat en kristalwater.
  • De reactievergelijking opstellen voor het opnemen van kristalwater in een ionrooster en het afstaan van dit kristalwater.
  • Enkele toepassingen van zouthydraten noemen.

Slide 2 - Slide

Deze les:
  • Uitleg hoe het kan dat er water wordt opgenomen door een ionrooster. 
  • Naamgeving van het ionrooster incl. kristalwater.
  • Reactievergelijkingen van het opnemen en afstaan van kristalwater.
  • Enkele toepassingen.

Slide 3 - Slide

Ionrooster (zouten)
Bij sommige ionroosters zit er ruimte tussen de ionen.
In die ruimte kunnen kleine polaire moleculen zoals het watermolecuul gaan zitten. 
Het water dat in het ionrooster (ook wel kristalrooster genoemd) gaat zitten noemen we dan kristalwater.

Slide 4 - Slide

Naamgeving zout + kristalwater
Kopersulfaat kan 5 watermoleculen opnemen in zijn ionrooster.

Elk zout, waarbij het ionrooster genoeg plek biedt voor watermoleculen, neemt een bepaald aantal watermoleculen op (dit is dus een vaste verhouding). 
Voor elke zout is deze verhouding weer anders. 
Je kunt aan de naam van het zout herkennen hoeveel watermoleculen in het ionrooster zijn opgenomen.
naam
koper(II)sulfaatpentahydraat
BINAS
Tabel 66C

Slide 5 - Slide

Opnemen - afstaan kristalwater
Opnemen van kristalwater is een exotherme reactie (er komt dus energie vrij).
Afstaan van kristalwater is een endotherme reactie (je moet er energie instoppen).

Slide 6 - Slide

Berekeningen met kristalwater
Molaire massa van blauw kopersulfaat is dus inclusief de molaire massa van 5 watermoleculen!

Slide 7 - Slide

Toepassing
Bijvoorbeeld in de bouw: Beton 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Huiswerk



Maken opgave:
34, 35, 37, 38, 42, 43 of 44

Slide 10 - Slide

Leerdoelen behaald?
Je kunt nu:
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met de begrippen zouthydraat en kristalwater.
  • De reactievergelijking opstellen voor het opnemen van kristalwater in een ionrooster en het afstaan van dit kristalwater.
  • Enkele toepassingen van zouthydraten noemen.

Slide 11 - Slide

wat is een zouthydraat ?
A
een zout in kristalwater
B
een zout zonder kristalwater
C
een zout met daarin kristalwater
D
een droog zout dat ingedampt is.

Slide 12 - Quiz

Jeroen maalt een gipsen beeldje tot poeder. Hij wil het gemalen gips gebruiken om een nieuw figuurtje te maken. Wat moet hij dan achtereenvolgens doen?
A
gips is watervrij, dus water erbij doen en gebruiken
B
gips is een zouthydraat, dus eerst verhitten om water kwijt te raken
C
gips is een zouthydraat, dus verhitten en daarna water toevoegen om mee te werken
D
gips is een zouthydraat, dus eerst water toevoegen om het op te lossen

Slide 13 - Quiz


uitgevoerd: Na2CO3·x H2O (s)  --> Na2CO3   + x H2O (g)
(= zouthydraat verwarmen levert --> watervrij zout en water)
vraag: waar staat x voor?
A
gram water
B
mol water
C
mol water ten opzichte van mol Na2CO3
D
aantal waterdruppels

Slide 14 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de term kristalwater?
A
Het water dat in een ionrooster is gebonden
B
Het water waar een kristal in wordt opgelost
C
Het water waar een zout in wordt opgelost
D
Het water dat vrij komt bij het oplossen van een zout

Slide 15 - Quiz

Noem een toepassing van een zouthydraat in het dagelijks leven.
A
Droog- en koelmiddelen
B
Bouwmaterialen zoals gips, cement en beton
C
Reagentia zoals kopersulfaat
D
Alle drie de keuzen zijn goed

Slide 16 - Quiz

Hoeveel watermoleculen zitten er in 1 molecuul glauberzout (zie BINAS 66A)

Slide 17 - Open question

Het opnemen van kristalwater is
A
een exotherm proces
B
een endotherm proces

Slide 18 - Quiz