9. Repaso reflexivo y textos

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

cansado/cansada

HAVO

begin met grammatica, dan ga door met de textos.

HAVO MOET 6 TEKSTEN DOEN in volgoorde

VWO

begin met grammatica, dan ga door met de textos.

VWO MOET ALLE TEKSTEN DOEN

LEZEN bevat: teksten, opgaven en uitwerkbijlage. Geef alle terug, schrijf je antwoorden in de uitwerkbijlage

bereid je voor:

1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla

2. heb je schrift (libreta) klaar

3. heb je laptop klaar

¿Tienes un bolígrafo? 

sí/no tengo un bolígrafo

¿Tienes una libreta?

sí/no tengo una libreta

¿Tienes un laptop? 

sí/no tengo un laptop

Heb je een pen?

ja/ ik heb (g)een pen

Heb je een schirft?

ja/ ik heb (g)een schrift

Heb je een laptop?

ja/ ik heb (g)een laptop

necesitas el laptop, una libreta y el boli

 grof o bali

bolígrafo

necesitas

escribe

Lesdoelen - objetivos: 

- gebiedende wijs

- reflexivo

¿Cómo?

1. overzicht reflexivos

2. overzicht gebiedende wijs

3. textos reflexivo. Oefenen

4. Textos gebiedende wijs, oefenen

5. Inhoud toets

HOJA 

DE

TRABAJO

video: 

visual aid

¿Cómo?

1. overzicht reflexivos

2. overzicht gebiedende wijs

3. textos reflexivo. Oefenen

4. Textos gebiedende wijs, oefenen

5. Inhoud toets

EL IMPERATIVO 

El imperativo

let op e-ie = tener --> tiene

o - ue = morir --> muere

salir = sales = sal

poner...

¿Cómo?

1. overzicht reflexivos

2. overzicht gebiedende wijs

3. textos reflexivo. Oefenen

4. Textos gebiedende wijs, oefenen

5. Inhoud toets

IMPERATIVO

dolor, consejos

RECETA 

Werkblad + video

REFLEXIVOS

patroon

audio

in context

¿Cómo?

1. overzicht reflexivos

2. overzicht gebiedende wijs

3. textos reflexivo. Oefenen

4. Textos gebiedende wijs, oefenen

5. Inhoud toets

LEZEN

6 teksten 

VWO 4 = 8 teksten

- random van MAVO examens

GRAMMATICA + VOCAB

2 opdrachten van grammatica

reflexivos

imperativo

2 opdrachten in context: 

1 tekst vul de gaten in = reflexivos

1 tekst vul de gaten in = 

imperativo

¿Cómo?

1. overzicht reflexivos

2. overzicht gebiedende wijs

3. textos reflexivo. Oefenen

4. Textos gebiedende wijs, oefenen

5. Inhoud toets

pausa

¿Cómo?

1. rutinas diarias: reverse pictionary

2. werkblad: mis rutinas diarias

RELAX

Las rutinas diarias - Verbos

Yo	me	despierto = despertarme	ik word wakker
Yo	me	levanto = levantarme	ik sta op
Yo	me	pongo = ponerme	ik doe aan
Yo	me	ducho = ducharme	ik neem een douche
Yo	me	lavo = lavarme	ik dusch
Yo		desayuno	ik ontbijt
Yo		voy a a la escuela	ik ga naar school
Yo	me	hago = hacerme	ik kook (voor mezelf)
Yo		como	ik eet
Yo		hago los deberes	ik doe mijn huiswerk
Yo	me	duermo = dormirme	ik slaap

¿Cómo?

1. rutinas diarias: list

2. rutinas diarias: reverse pictionary

2. werkblad: mis rutinas diarias

3. 

¿Cómo?

1. rutinas diarias: list

2. rutinas diarias: reverse pictionary

3. werkblad: mis rutinas diarias

4. PREPARA EXIT TICKET: 

maak een zin met "nos"

Voorbeeld: en la clase nos sentamos 

¿Cómo?

1. rutinas diarias: list

2. rutinas diarias: reverse pictionary

3. werkblad: mis rutinas diarias

4. PREPARA EXIT TICKET: 

maak een zin met "nos"

Voorbeeld: en la clase nos sentamos 

EXIT TICKET

(nosotros) nos _____________mos + extra info

Las rutinas diarias 

vraag elkaar

¿A qué hora te despiertas ?

¿Cuándo haces los deberes?  

¿Cuántas veces por día comes? 

¿Cuántas veces por semana haces deporte?

                      

        

Qué = Wat

Cuándo=Wanneer

Cuántas=Hoeveel

Verbos reflexivos Wederkerende werkwoorden

• Son importantes para describir rutinas diarias Zijn met name belangrijk voor het beschrijven van dagelijkse routines

Las rutinas son actividades que haces cada día,

por ejemplo por la mañana.

Met routines wordt bedoeld: de dingen die je elke

dag doet, bijvoorbeeld 's ochtends. 

regelmatig werkwoord (niet wederkerend)

wederkerend werkwoord

Onregelmatig werkwoord

duermo la siesta 

me levanto (levantarse)

me acuesto (acostarse = gaan slapen)

como (comer)

desayuno (desayunar)

ceno (cenar)

almuerzo (almorzar)

voy al colegio (ir)

hago los deberes (hacer = maken/doen)

vuelvo a casa (volver)

me visto (vestirse = aankleden)

bebo agua (beber)

me lavo los dientes (lavarse)

leo en la cama (leer = lezen)

salgo a bailar (salir = uitgaan)

soy yo (ser) = mezelf zijn

estoy bien (estar)

hablo con gente (hablar = praten)

¿Cómo?

1. la rutina diaria: oefenen 5min

2. tekst: la rutina de Rosalía: 15min

3. Werkblad: 10 min

[4. Lied: 15 min]

5. WERKBLAD inleveren 

TEKST

Hoy vamos a hablar de Rosalía. Rosalía es una cantante catalana. Su primer disco fue en 2017. Su base es el flamenco, pero ha experimentado con el trap y sonidos más urbanos.

Su obra la ha convertido en la diva de los millennials pero también ha llegado al gran público, incorporándose al imaginario colectivo de la música española. En tiempos de Internet, redes sociales y seguidores en Instagram, YouTube, Twitter, Facebook, etc., Rosalía ha sabido aprovechar todas las posibilidades de estos medios para llegar a su público .

ESCUCHA

¿Cómo?

1. la rutina diaria: oefenen 5min

2. tekst: la rutina de Rosalía: 15min

3. Werkblad: 10 min

[4. Lied: 15 min]

5. WERKBLAD inleveren 

WERKBLAD

¿Cómo?

1. la rutina diaria: oefenen 5min

2. tekst: la rutina de Rosalía: 15min

3. Werkblad: 10 min

[4. Lied: 15 min]

5. WERKBLAD inleveren 

¿Cómo?

1. la rutina diaria: oefenen 5min

2. tekst: la rutina de Rosalía: 15min

3. Werkblad: 10 min

[4. Lied: 15 min]

5. WERKBLAD inleveren 

Wat is volgens jou een grote culturele stereotype van de Nederlanders?

Wat Spanjaarden zeiden

- bot (directos)

-  altijd gehaast (siempre con prisas)

-  saai (aburridos)

-  gespannen (estirados)

-  gek (locos)

- gierig (tacaños)