Thema Zeilreis

Thema Zeilreis
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema Zeilreis

Slide 1 - Slide

Thema: Zeilreis
De lessen Nederlands, zijn verdeeld in 6 onderdelen:
1. Kijken/luisteren  2. Lezen
3.gesprek 4. spreken 
5. taalverzorging 6. schrijven.
We kiezen iedere keer een thema en gaan ons er dan in 6 stappen in verdiepen, met als doel om er een geïnformeerd verslagje van te kunnen maken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lezen
1e hoofdstuk van het dagboek van Robert van Rijn
https://novaportal-my.sharepoint.com/:b:/r/personal/lnl2412_novacollege_nl/Documents/Attachments/Scan-2025-06-11_15-35-52-307.pdf?csf=1&web=1&e=0jf1AI

Slide 4 - Slide

Gesprekken
Verdeel de klas in groepjes van 3 of 4.
Wat is jouw favoriete zeilreisje?
Waar gaat het heen? Wat voor soort boot gebruik je?
Wie mogen er mee? Wanneer ga je? Waarom zou je dat doen?
Hoe krijg je het voor elkaar?

Slide 5 - Slide

Spreken
Geef een korte presentatie van wat er in jou groep is besproken.

Slide 6 - Slide

Wat is de juiste spelling?
[praten]
Ik ________ gisteren over mijn nieuwe diploma.

Slide 7 - Open question

Welke spelling is correct?
A
ligt
B
licht

Slide 8 - Quiz

Vindt jij haar ook leuk?
Is VINDT goed geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Wat is juist?

'Wat je vindt, dat mag je houden. Vindt je ook niet?'
A
Fout, eerste 'vindt' moet zonder 't'.
B
Fout, beide keren moet 'vindt' zonder 't'.
C
Fout, tweede 'vindt' moet zonder 't'.
D
Deze zin is goed gespeld.

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
Ik heb mijn cijfer verbeter...
A
t, want dit is een pv t.t.
B
d, want dit is een vd

Slide 11 - Quiz

Ik ... (worden) moe van spelling.
pv-tt
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 12 - Quiz

Welke spelling is juist?

Volgens mij ... je broer moe van spelling.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 13 - Quiz


Kies de juiste spelling.

Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.


A
belooft
B
beloofd

Slide 14 - Quiz


Kies de juiste spelling.

Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].


A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 15 - Quiz

Schrijven
Schrijf net als Robert van Rijn over een dag uit de belevenissen tijdens jouw zeilreisje.
llutterman@novacollege.nl

Slide 16 - Slide