woensdag 12 april A-rood

Wat gaan we doen?
Oefenen met spreken typisch Nederlands!
In welke zin hoort het woord? (leestekst gamen)
De Taalschool voltooide tijd
Ken je de onregelmatige werkwoorden?
Woordenschat "Het Nederlandse weer"!
Interview 







 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Oefenen met spreken typisch Nederlands!
In welke zin hoort het woord? (leestekst gamen)
De Taalschool voltooide tijd
Ken je de onregelmatige werkwoorden?
Woordenschat "Het Nederlandse weer"!
Interview 







 

Slide 1 - Slide

Taalschool
blz. 26 opdracht 4 en 5, 

samen opdracht 6, 7 en 8.


Slide 2 - Slide

woordenschat
Het Nederlandse weer blz. 45

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Zelf aan de slag!
Wat is de betekenis?
Wat is het meervoud?
Omschrijf het woord!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Interpunctie (punctuation)
de punt . 
de komma , (comma)
punt komma ; (semi-colon)
de dubbele punt : (colon)
aanhalingstekens (quotation marks)
hoofdletters
vraagteken ? en uitroepteken !

Slide 7 - Slide

;
Hij heeft zijn zonnebril niet meegenomen; het wordt niet zo mooi weer.

Ik ben vroeg opgestaan; ik had nog veel te doen vandaag.

Slide 8 - Slide

Een dubbele punt (colon):
Ik heb gisteren heel veel gedaan: nieuwe hemdjes gekocht, de hond uitgelaten, mijn huiswerk gemaakt en een film gekeken.

De dokter zal als volgt te werk gaan: allereerst meet hij je bloedruk....

Mijn leraar zei vandaag: "Als iedereen zijn best doet, ....

Slide 9 - Slide

Een komma , gebruik je:
Als je klaar bent, mag je naar huis.
Ik heb vanmorgen een appel, twee boterhammen, een gekookt ei en thee gehad.
Die mooie, nieuwe auto.
Beste heer Jansen,


Slide 10 - Slide

Een komma , gebruik je:
Joost, waar ben je? Waar ben je, Joost?

Joost en Tirza, de leerlingen die vandaag te laat waren, moeten eerder op school komen.

Ik moet eten, maar ik heb geen honger. Hij is blij, want hij is jarig.

Slide 11 - Slide