H2 Voortplanting en seksualiteit

Samenvatting hoofdstuk 2 Voortplanting en seksualiteit
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Samenvatting hoofdstuk 2 Voortplanting en seksualiteit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn geslachtskenmerken?
  • Primaire geslachtskenmerken heb je vanaf je geboorte
  • Secundaire geslachtskenmerken ontwikkel je vanaf de puberteit

Je wordt vruchtbaar in de puberteit 
jongen - start productie zaadcellen
meisje - ongesteld  (eicel rijpen)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe werken de geslachtsorganen van een man?
De zaadballen produceren vanaf de puberteit zaadcellen.
Opgeslagen in de bijballen.

50-70 miljoen zaadcellen per dag

Slide 3 - Slide

onderdelen bespreken, wat is het/ hoe werkt het
Zaadlozing
  1. Spiertjes bijballen trekken samen, persen zaadcellen de zaadleiders in
  2. Zaadblaasjes en prostaat trekken samen, voegen zaadvocht toe (zaadvocht + zaadcellen = sperma)
  3. Via de urinebuis verlaat sperma het lichaam

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wist je dat?
  • De zwellichamen zich vullen met bloed waardoor de penis in erectie komt?
  • De prostaat de urinebuis bij de blaas dichtknijpt zodat een man nooit tegelijk kan plassen en klaarkomen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsorgaan van de vrouw

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

onderdelen bespreken - wat is het, wat doet het

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vruchtbare moment
  • De eicel komt vrij in één van de eileiders 
  • De zaadcellen komen achterin de vagina terecht
  • De zaadcellen zwemmen door de baarmoeder richting beide eileiders
  • Eén zaadcel kan de eicel bevruchten (in de eileider)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Rijpende eicel
  1. Onrijpe eicellen zitten in eierstok in blaasjes.
  2. De eicel groeit/neemt voedingsstoffen op en de eicel en het blaasje worden groter
  3. Na 14 dagen barst het blaasje open = ovulatie/ eisprong, de eicel komt nu in de eileider terecht.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Eicellen
Meisjes worden geboren met 400.000 onrijpe eicellen in hun twee eierstokken

Vanaf de puberteit rijpt er iedere 28 dagen één eicel (=vruchtbaar)


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ondertussen in de baarmoeder...
Voor het geval de eicel bevrucht zou worden (en er een kindje komt), moet de baarmoeder zich voorbereiden..


Tijdens het rijpen van het eitje wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker.

Wordt het eitje niet bevrucht, dan laat dit slijmvlies weer los = menstruatie/ ongesteld

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Menstruatiecyclus
  1. Menstruatie en rijping van eicel
  2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker
  3. Eisprong (ovulatie)
  4. Baarmoederslijmvlies blijft dik

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voorbehoeds-
middelen

Condoom: voorkomt dat sperma (met zaadcellen) in het lichaam van een vrouw komt.
Zo komen zaadcellen niet bij de evt. eicel en kan er geen bevruchting plaats vinden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De pil
Bevat hormonen die ervoor zorgen dat er in de eierstokken geen eicellen rijpen.
Dus:
- Geen eisprong
- Geen bevruchting

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Spiraaltje
Bevat koperdraad of hormonen.
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel niet in baarmoedervlies gaat nestelen.

Wordt door een arts in de baarmoeder geplaatst.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Pessarium
Sluit de baarmoedermond af, zodat zaadcellen niet bij de eicellen kunnen komen.
De randen worden ingesmeerd met zaaddodende pasta.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Sterilisatie
Onderbreken van de zaadleiders of eileiders. 

Man: geen zaadcellen in het sperma

Vrouw: eicellen komen niet in de baarmoeder en er kunnen geen zaadcellen bij de eicel komen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Onbetrouwbare methoden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen bij een noodgeval?
  • Pil vergeten
  • Morning-afterpil
  • Abortus

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De bevruchting
Een kern van een zaadcel versmelt met de kern van een eicel, 
dit vindt plaats in de eileider.

Innestelling: na ongeveer 6 dagen zet het bolletje cellen zich vast in het dikke baarmoederslijmvlies. Dan is de vrouw zwanger.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Delingen van de eicel na bevruchting en innesteling in de baarmoeder

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Zwangerschap heeft 2 fasen
1. De eerste 12 weken
In deze fase ontstaan alle organen van het kind. Dit heet ontwikkeling, het ongeboren kind heet dan een embryo
2. Van week 12 tot geboorte
In deze fase vindt alleen groei plaats, je noemt het ongeboren kind dan een foetus

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe leeft het kindje in de baarmoeder?
Placenta/moederkoek: uitwisseling van stoffen, via de navelstreng
  • Kindje krijgt zuurstof en voedingsstoffen
  • Vanuit het kindje gaan afvalstoffen, zoals koolstofdioxide naar het bloed van de moeder

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Placenta
Baby krijgt voedingsstoffen en zuurstof via placenta (moederkoek). Afvalstoffen worden afgevoerd

Baby is verbonden met de placenta via de navelstreng

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De ontwikkeling van bevruchte eicel tot baby
Embryo

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Bevalling
Indaling: enkele weken voor de bevalling.

Tijdens de bevalling:
1. Ontsluiting; door weeën gaat de baarmoedermond open. 
2. Uitdrijving: sterke weeën, persweeën, de baby komt via de vagina naar buiten. 
3. Nageboorte: door 1 of meer weeën komt de placenta met vruchtvliezen en de resten van de navelstreng. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Prenataal onderzoek
1. Echo
De baby wordt zichtbaar doormiddel van geluidsgolven.
2. Vlokkentest (cellen uit de placenta) en vruchtwaterpunctie (cellen uit het vruchtwater): een arts onderzoekt de chromosomen (DNA) in de celkern van de cellen van het ongeboren kindje. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke levensfasen zijn er?
Je leven bestaat uit levensfasen. Tijdens deze fase verander je. Dit noem je ontwikkeling.

Er zijn twee soorten ontwikkeling:
-Lichamelijke ontwikkeling
-Geestelijke ontwikkeling

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Levensfasen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ben je puber?
De veranderingen in de puberteit vinden door hormonen plaats. 

De Hypofyse is een hormoonklier die zorgt  dat de geslachtsorganen zelf geslachtshormonen gaan maken.
- Zaadballen maken Testosteron--> zaadcellen
-Eierstokken maken oestrogeen-->eicellen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Vormen van seksualiteit
De meeste bekende vormen zijn

heteroseksueel
homoseksueel
biseksueel

Maar dat is natuurlijk niet alles...


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vormen van seksualiteit
De meeste bekende vormen zijn

heteroseksueel
homoseksueel
biseksueel

Maar dat is natuurlijk niet alles...
Klik op de volgende link

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat is seksueel grensoverschrijdend gedrag?

Seksueel getinte opmerkingen, gebaren of het uitvoeren van seksuele handelingen die een ander niet wil.

Ook incest, pedofilie en loverboys





Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions