M3 Nask1 H8 Atomen en straling Nova Max

H8: Atomen en straling
1 / 64
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

H8: Atomen en straling

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

H8: Atomen en straling



  • 4 paragrafen
  • 10 lessen
  • 1 toets in toetsweek
  • Geen practica

Slide 3 - Slide

Nu maak je de voorkennistoets
Bladzijde 196 en 197
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Vragenblad Straling
Je krijgt nu een vragenblad over de video op de volgende dia.
Lees de vragen voordat de video aangaat goed door.
Je moet schrijven tijdens het kijken...
Na de video moeten jullie de antwoorden klassikaal geven.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Antwoorden Kernpunt

Straling

Slide 7 - Slide

8.1 Atomen als stralingsbron

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

8.1 Atomen als stralingsbron
Natuurlijk radioactief
Kunstmatig radioactief

Radioactief = stralen uit zichzelf
Radioactieve straling is onzin
Leerwerk

Slide 10 - Slide

8.1 Atomen als stralingsbron
Is het een atoom of een molecuul?
Als het een molecuul is, is het dan een verbinding of een element?
1
2
3

Slide 11 - Slide

Atomen/ moleculen
Atomen: Bouwstenen waaruit moleculen zijn opgebouwd. Er zijn iets meer dan 100 verschillende atoomsoorten.
Verbinding: Stof waarvan de moleculen uit verschillende atomen bestaat.
Element: Stof die niet verder kan worden ontleed. Een element bestaat slechts uit één soort atomen.

Slide 12 - Slide

Opbouw stoffen
Atoom
Molecuul & Element
Molecuul &
Verbinding
Molecuul &
Verbinding
Molecuul & Element

Slide 13 - Slide

Atoom en Element
Atoom en verbinding
Molecuul en element

Molecuul en verbinding

Slide 14 - Drag question

Moleculen
Atomen
Element
Verbinding
De kleinste deeltjes die er bestaan
Bestaat altijd uit meerdere atoomsoorten
Kan met een chemische reactie gesplitst worden in kleine moleculen en atomen
Kan uit meerdere atomen bestaan, maar kan niet kleiner

Slide 15 - Drag question

8.1 Atomen als stralingsbron
Leerwerk

Slide 16 - Slide

8.1 Atomen als stralingsbron
Isotopen
Leerwerk

Slide 17 - Slide

8.1 Atomen als stralingsbron
Isotopen
Leerwerk

Slide 18 - Slide

Bekijk de gegevens over atoom P en atoom Q.
Hieronder staan 4 beweringen, geef aan of deze waar of niet waar zijn.
1. P en Q hebben allebei hetzelfde atoomnummer
2. P en Q hebben allebei hetzelfde massagetal
3. P en Q zijn isotopen van hetzelfde element
4. P en Q zijn beide ionen
WAAR
ONWAAR
1
2
3
4

Slide 19 - Drag question

Game Atoombouw
Op de volgende dia staat een link.
Volg de link en doe de "Game".

Tip: de APP  op de volgende dia is in het Engels. De Nederlandse versie kun je downloaden met deze link. https://phet.colorado.edu/sims/html/build-an-atom/latest/build-an-atom_nl.html?download

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Paragraaf 1
Bladzijde 198 t/m 201 lezen
Blz 202-206: opgave 1 t/m 13

Slide 22 - Slide

8.2 Radioactief verval
Instabiel

Slide 23 - Slide

8.2 Radioactief verval
Stralingsenergie
Ioniseren

Slide 24 - Slide

8.2 Radioactief verval
Geigerteller

Slide 25 - Slide

We hebben een bron met 30 jodiumkernen,
na 1 seconde zijn 3 van die jodiumkernen vervallen
De activiteit van deze bron is dus 3 Becquerel, A = 3 Bq

Slide 26 - Slide

Halfwaardetijden

Slide 27 - Slide

Wat is de halfwaardetijd van deze stof?
A
32 dagen
B
16 dagen
C
8 dagen
D
1 dag

Slide 28 - Quiz

ik heb 1000 atomen. Hoeveel zijn er nog niet vervallen na 2 keer de halfwaardetijd?
A
0
B
250
C
500
D
750

Slide 29 - Quiz

De halfwaardetijd van bismut is 5 dagen. Hoeveel procent van het bismut is er nog over na 30 dagen?
A
12,5%
B
6,25%
C
3,125%
D
1,5625%

Slide 30 - Quiz

8.2 Radioactief verval

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Paragraaf 2
Bladzijde 207 t/m 211 lezen
Blz 211-217: opgave 1 t/m 11

Slide 33 - Slide

7.3 Straling gebruiken
  • alfa-straling (α)
  • beta-straling (β)
  • gamma-straling (γ)
Leerwerk

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Wat kun je zeggen over de energie van röntgenstraling.
A
die is kleiner dan van zichtbaar licht
B
die is kleiner dan van microgolven
C
die is groter dan van uv-straling
D
die is groter dan van gamma straling

Slide 36 - Quiz

In welke afbeelding zie je een röntgenfoto?
A
B
C
D

Slide 37 - Quiz

Bloedvaten kun je op een röntgenopname zichtbaar maken door bij de patiënt vooraf een contrastvloeistof in de bloedvaten te injecteren. Welke eigenschap moet de contrastvloeistof hebben?
A
Hij moet röntgenstraling absorberen
B
Hij moet röntgenstraling doorlaten
C
Hij moet röntgenstraling uitzenden
D
Hij moet röntgenstraling weerkaatsen

Slide 38 - Quiz

Wat is een tracer?
A
Een stofje dat in het lichaam wordt gespoten voor het onderzoek aan de organen.
B
Een apparaat om iemand een stroomstoot te geven.
C
Een signaal waarmee je iemand kan opsporen.
D
Iemand die sporen zoekt.

Slide 39 - Quiz

Welke van deze vier technieken maakt gebruik van tracers?
A
röntgenfoto
B
MRI
C
PET
D
SPECT

Slide 40 - Quiz

Welke vorm van straling is het meest geschikt als tracer? (Je moet op de toets ook uit kunnen leggen waarom)
A
Alfastraling
B
Betastraling
C
Gammastraling
D
Ultraviolette straling

Slide 41 - Quiz

Na het toedienen van een tracer is de patiënt (licht) radioactief.
A
waar
B
onwaar

Slide 42 - Quiz

Welke stof is het meest geschikt als medische tracer?
A
Cesium-131
B
Cesium-134
C
Cesium-135
D
Cesium-137

Slide 43 - Quiz

Bij medisch onderzoek wordt soms een tracer gebruikt.

Een goede tracer:

A
zendt alfastraling uit en heeft een kleine halfwaardetijd.
B
zendt gammastraling uit en heeft een kleine halfwaardetijd.
C
zendt alfastraling uit en heeft een grote halfwaardetijd.
D
zendt gammastraling uit en heeft een grote halfwaardetijd.

Slide 44 - Quiz

Welke straling gebruikt men om tumoren van buiten te bestralen?
A
Rontgen
B
Alfa
C
Beta
D
Gamma

Slide 45 - Quiz

uitwendig bestraling wordt gedaan vanaf verschillende posities omdat:
A
Er dan zo veel mogelijk wordt bestraald
B
Omdat de straling niet overal doorheen gaat
C
Om gezond weefsel zo veel mogelijk te sparen
D
Omdat een tumor dan sneller kapot gaat

Slide 46 - Quiz

Tumoren kun je bestralen zodat ze afsterven. Dit heet
A
besmetten
B
radiotherapie
C
radiodiagnostiek
D
PET scan

Slide 47 - Quiz

Welke straling wordt meestal gebruikt voor inwendige bestraling
A
alfa
B
bèta
C
gamma
D
uv

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Video

Juist/onjuist

Onderdelen die een donkere kleur hebben op een röntgenfoto zoals spieren, organen en andere weefsels hebben veel röntgenstraling geabsorbeerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quiz

Rontgenstraling is gevaarlijk omdat ...
A
het moleculen kapot kan maken
B
het reageert met medische apparatuur
C
je het niet kunt zien

Slide 51 - Quiz

Wie op een röntgenafdeling werkt, moet zich beschermen tegen straling.
Welk materiaal houdt röntgenstraling het beste tegen?
A
aluminium
B
lood
C
lucht
D
water

Slide 52 - Quiz

Paragraaf 3
Bladzijde 218 t/m 222 lezen
Blz 223-231: opgave 1 t/m 13

Slide 53 - Slide

Bescherming tegen straling

Slide 54 - Mind map

6.4 Bescherming tegen straling

Slide 55 - Slide

6.4 Bescherming tegen stralingtegen straling
- blootstelling

- afstand

- bron afschermen

Slide 56 - Slide

Je maakt een foto van je tanden met röntgenstraling
A
Besmetting
B
Bestraling

Slide 57 - Quiz

Bestraling of besmetting?
Betty heeft een handvol paranoten opgegeten. Deze noten bevatten (voor voedingsmiddelen) een opvallend grote hoeveelheid radium.
A
Bestraling
B
Besmetting

Slide 58 - Quiz

Bekijk de video hiernaast (zet NL ondertiteling aan)
en beantwoord de volgende vraag:

In de video wordt een radioactieve regen genoemd.
Als je dit zou drinken, is er dan sprake van
bestraling of besmetting?
A
Bestraling
B
Besmetting
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 59 - Quiz

Bestraling of besmetting?
Carin smeert haar boterhammen op een granieten aanrechtblad in de keuken. Graniet bestaat voor een klein deel uit radioactief uranium.
A
Bestraling
B
Besmetting

Slide 60 - Quiz

Bestraling of besmetting?
David is verwarmingsmonteur en werkt regelmatig in kruipruimtes met een verhoogde concentratie van het radioactieve edelgas radon.
A
Bestraling
B
Besmetting

Slide 61 - Quiz

Sleep het voorbeeld naar de juiste stralingsbeschermingsmaatregel.
de stralingsduur beperken
beschermende kleding dragen
achter beschermende wanden werken
afstand houden tot de stralingsbron
dikke betonnen muur
een dosismeter meet de ontvangen straling
een hekwerk om de kerncentrale
een lodenschort dragen

Slide 62 - Drag question

Slide 63 - Video

Paragraaf 4
Bladzijde 232 t/m 235 lezen
Blz 235-240: opgave 1 t/m 11

Slide 64 - Slide