some / any

VSO het Dok - Eindhoven
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

VSO het Dok - Eindhoven

Slide 1 - Slide

some / any

Slide 2 - Slide

SOME • when to use it? 
1. In bevestigende / positieve zinnen
   We bought some flowers
2. In een vraag als je verwacht dat het 
   antwoord "ja" is
   Can I have some water please?
3. Bij een aanbod of verzoek
   Would you like some tea?
   
    
 

Slide 3 - Slide

ANY • when to use it? 
1. In ontkennende / negatieve zinnen
   We haven't bought any flowers
2. In vraagzinnen
   Is there any tea?

   
    
 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

SOME



ANY 
Gebruik je bij: 

- Bevestigende zinnen;
- Vragen waarbij je verwacht dat het antwoord "ja" is;
- Als het een aanbod of verzoek is.
Gebruik je bij: 

- Ontkennende / Negatieve zinnen;
- Alle andere vraagzinnen.


             Let op woorden zoals:
             without, hardly, never

Slide 7 - Slide

SOME / ANY

They didn't make ... mistakes
A
some
B
any

Slide 8 - Quiz

SOME / ANY

I am going to buy ... flowers.
A
some
B
any

Slide 9 - Quiz

SOME / ANY

I can't pay. I haven't got ... money.
A
some
B
any

Slide 10 - Quiz

SOME / ANY

I haven't seen ... good movies lately.
A
some
B
any

Slide 11 - Quiz

SOME / ANY
"We've got ... bananas."
A
some
B
any

Slide 12 - Quiz

SOME / ANY

Those apples look nice! Shall we get ...?
A
some
B
any

Slide 13 - Quiz

use some/any:
Is there _____ sugar?
A
any
B
some
C
some
D
any

Slide 14 - Quiz

Use some/any
Would you like ......tea or coffee?
...... biscuits?


A
some any
B
any some
C
any any
D
some some

Slide 15 - Quiz

I didn’t buy _____ coffee, because I thought we had ____.
A
any, any
B
some, some
C
some, any
D
any, some

Slide 16 - Quiz

COMBINING SOME & ANY
Some and any kunnen ook in andere vormen voorkomen:
  • Somebody -- anybody
  • Something -- anything
  • Someone -- anyone
  • Somewhere -- anywhere 

Hierbij wordt de betekenis: iemand, ergens 
of iets, de regels blijven hetzelfde
 
Na deze woorden komt geen zelfstandig naamwoord meer:
Is there any coffee left?
Is there anything left?

Slide 17 - Slide

Is there .... here?
A
some
B
anybody
C
something
D
anything

Slide 18 - Quiz

There is ..... wrong. I can feel it.
A
some
B
any
C
something
D
anything

Slide 19 - Quiz

We haven't got .... to be.
A
some
B
any
C
somebody
D
anywhere

Slide 20 - Quiz

We saw ... dolphins in the sea.
A
some
B
any
C
something
D
anything

Slide 21 - Quiz

FUTURE
What is the future?

Slide 22 - Slide

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
Hele werkwoord + (s)
Vaststaande gebeurtenissen in de toekomst die onderdeel zijn van een dienstregeling, rooster, of ander schema. 
The train arrives at six o'clock.

Does the supermarket close at 6 o'clock?

Our next class starts in twelve minutes.
Future: Present Simple

Slide 23 - Slide

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
am/is/are + (not) going to + hele werkwoord
Iets (niet) van plan zijn

Ronan is going to visit his grandparents next week.
am/is/are (not)+ voornaamwoord + hele werkwoord ?
Iets wat zeker gaat gebeuren (Datum + plaats zij bekend)
Look at those dark clouds. It is going to rain.

My sister is going to go to Barcelona next Sunday. 
Future: to be going to + hele ww

Slide 24 - Slide

Future Simple
Vorm
Gebruik
Example:
to be (not) + infinitief + ing
Afspraken in de nabije toekomst waarvan tijd en/of plaats al vaststaat. 
I am visiting the dentist after school.

He isn't running a marathon this weekend.

I am celebrating my birthday tomorrow.
Future: Present Continuous

Slide 25 - Slide

Samenvattend: future met

Present simple
Be going to
Will
tijden volgens een vast schema
Voorspellingen met bewijs
Voorspelling zonder bewijs (eigen mening)
Dienstregeling
Voorspellingen op basis van wat je ziet. 
Als je iets aanbiedt
Rooster
Plannen en afspraken
Als je iets belooft.
Reisschema
Als je iets ter plekke besluit. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide