What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Regelmatig werkwoord ER present en pc
Regelmatige werkwoorden op -er
But: ik kan de regelmatige werkwoorden op -er vervoegen in de présent en passé composé
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Regelmatige werkwoorden op -er
But: ik kan de regelmatige werkwoorden op -er vervoegen in de présent en passé composé
Slide 1 - Slide
Het regelmatige werkwoord op -er
in de présent
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is geen regelmatige werkwoorden op -er?
A
avoir
B
aimer
C
adorer
D
commencer
Slide 4 - Quiz
Een regelmatige werkwoord ......
A
begint altijd met -er
B
eindigt altijd op - er
Slide 5 - Quiz
Regelmatige werkwoorden op -ER
Je
tu
il,elle,on
nous
vous
ils, elles
arrivez
préfère
adorons
mangent
déteste
aimes
Slide 6 - Drag question
Passé Composé
Passé composé
Slide 7 - Slide
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
jij werkt = tu ............. (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillez
D
travaillent
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
ik woon = j' ...................(habiter)
A
habite
B
habitons
C
habites
D
habitez
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de passé composé?
ik heb gewoond = j' ...................(habiter)
A
ai habité
B
habite
C
ai habite
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
wij praten = nous .................(parler)
A
parlont
B
parlons
C
parlez
D
parles
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
hij bestelt = il............. (commander)
A
commandons
B
commandez
C
commande
D
commandent
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de passé composé?
zij heeft gepraat = .......................
A
elle as parlé
B
il a parlé
C
elle a parlé
D
elle parlé
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
zij speelt = elle................. (Jouer)
A
jouer
B
joues
C
joue
D
jouent
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
men vindt = on........... (trouver)
A
trouvent
B
trouve
C
trouvons
D
trouvez
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
zij organiseren = Elles ...................... (organiser)
A
organisent
B
organise
C
organisons
D
organisez
Slide 16 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
ik dans = je ................... (danser)
A
dansons
B
dansez
C
dansent
D
danse
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de présent?
zij zoeken = ils.........................(chercher)
A
cherchent
B
cherches
C
cherché
D
cherchons
Slide 18 - Quiz
Regelmatige werkwoorden
op ER in de présent
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ES
E
ONS
EZ
ENT
Slide 19 - Drag question
Geef de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de tegenwoordige tijd.
jij praat = tu .................(parler) souvent.
Slide 20 - Open question
Geef de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de tegenwoordige tijd.
u reist = vous .................(voyager) beaucoup.
Slide 21 - Open question
Geef de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de voltooide tijd.
jij hebt gegeten = tu .................(manger) beaucoup.
Slide 22 - Open question
Geef de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de tegenwoordige tijd.
ik zoek = je .................(chercher) le supermarché.
Slide 23 - Open question
Geef de juiste vorm van het regelmatige werkwoord op -er tussen haakjes in de voltooide tijd.
ik heb gespeeld = j .................(jouer)
Slide 24 - Open question
Ik kan de werkwoorden op -er vervoegen in de présent
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 25 - Poll
Ik kan de werkwoorden op -er vervoegen in de passé composé
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 26 - Poll
More lessons like this
V3 Herhaling - onregelmatige werkwoorden op -ir
August 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Regelmatige werkwoorden op -re - herhaling - H3
November 2024
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
regelmatige werkwoorden op -er
November 2024
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo, t
Leerjaar 1
Regelmatig werkwoord ER present
6 days ago
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Regelmatig werkwoord ER 2
21 days ago
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Grammatica herhaling chapitre 1 - havo 2
October 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les verbes en -er & -ir
September 2021
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Verbes -ir
January 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2