Close reading REMBRANDT VAN RIJN

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

het boek
De Nederlandse geschiedenis bevat veel mooie en spannende verhalen

In het boek Lang geleden… staan vijftig
verhalen over de Nederlandse geschiedenis.

Verhalen over jagers en verzamelaars, boeren en vissers, koningen en koninginnen. Maar ook over beroemde figuren als Rembrandt van Rijn, Jacoba van Beieren en Michiel de Ruyter.

Slide 2 - Slide

Leesdoel sessie 1
Ik kan de 
WIE - WAT - WAAR
vragen beantwoorden



Ik weet wie de hoofdpersonen in het verhaal zijn en wat voor werk zij doen.

Ook weet ik waar Rembrandt van Rijn woont.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Waar!
Waar woont Rembrandt.

Hoe weet je dat.

Slide 5 - Slide

Opdracht 3
Lees samen de tekst.
Vul bij alle uiteindes van het web weetjes/informatie op over Rembrandt van Rijn, deze weetjes/informatie haal je uit de tekst.
Juf doet een stukje voor

Slide 6 - Slide

Juf doet een stukje voor

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Leesdoel sessie 2
Ik kan de betekenis van moeilijke woorden vinden en ik weet wat verwijswoorden zijn en kan daar vragen over beantwoorden.





Altijd was de juf aan het werk in haar lokaal.
Daar gaf zij ook rekenles.

Slide 10 - Slide

Juf leest voor
Zet een ? bij een woord waarvan je de betekenis niet weet.





Slide 11 - Slide

aan het werk
Werk samen.

Beantwoord alle vragen
timer
20:00

Slide 12 - Slide

atelier (r. 5)
werkplaats van een kunstenaar

Slide 13 - Slide

schildersezel
(r. 16)
standaard voor het doek waar de schilder op schildert

Slide 14 - Slide

ontvangstkamer
(r. 22-23)
ruimte die alleen wordt gebruikt om gasten of bezoek te ontvangen. tegenwoordig noem je dat ook wel een wachtruimte.

Slide 15 - Slide

poseren
(r. 82)
voor een schilder of fotograaf model staan

Slide 16 - Slide

Verwijswoorden
 In r. 6 staat: Daar gaf hij ook schilderles aan zijn leerlingen. Hij verwijst naar?

Slide 17 - Slide

Verwijswoorden
 In regel 31-32 staat: Jullie willen een schuttersstuk. Jullie verwijst naar?

Slide 18 - Slide

Verwijswoorden
In regel 44-45 staat de volgende uitdrukking: Er is geen lol aan om een stel stijve harken op een rijtje te schilderen. Wat betekent stijve harken?
a)  niet aardig zijn
b)  niet vrolijk zijn
c)  niet lenig zijn

Slide 19 - Slide

Verwijswoorden
In regel 78 staat: ‘Ik vind haar beter dan al die schutters bij elkaar,’ zei Rembrandt. Wie bedoeld Rembrandt hier met haar?

Slide 20 - Slide

Verwijswoorden
In regel 83 staat: ‘ze hadden hun mooiste uniformen aan’ Hun verwijst naar:

Slide 21 - Slide

Verwijswoorden
In regel 106/107 staat: ‘Sprakeloos keken ze naar het schuttersstuk’.
Ze verwijst naar:

____________________________________


Slide 22 - Slide

Verwijswoorden
In regel 123/124 staat: ‘Met open mond keek ze naar het wandelende schilderij’.
Ze verwijst naar:


____________________________________


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Leesdoel sessie 3
Ik weet wat Rembrandt echt van de schutters vindt en waarom hij deze opdracht heeft aangenomen.





Slide 26 - Slide

Opdracht 1
Maak een emotiegrafiek van Frans Banning Cocq en Willem van Ruytenburgh.

Je moet samenwerken!

Slide 27 - Slide

Opdracht 2
Geef antwoord op de vragen van Frans en Willem. De vragen van Frans en Willem staan in regel 108-110.

Maar wat deden die kinderen daar?
Wie was dat meisje?
Waarom stond zij in het volle licht?


Werk samen!

Om de vragen de beantwoorden moet je op zoek gaan in de tekst?

Slide 28 - Slide

Wat vindt Rembrandt van Rijn eigenlijk van de Schutters?
Hoe weet je dat (het bewijs)?



Slide 29 - Slide

Waarom heeft Rembrandt toch de opdracht van de schutters aangenomen?
Noem 2 redenen!





Slide 30 - Slide

WAT VIND JIJ VAN DEZE LESSEN? Waarom?
GEEF EEN TOP EN EEN TIP!

Slide 31 - Slide