This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 6 les 3 : Betalen en teruggeven
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Na deze les kunnen we:
- geld in munten en biljetten teruggeven
Slide 2 - Slide
Even herhalen
Als je in een winkel werkt en iemand betaalt niet gepast, zul je geld terug moeten geven.
We hebben dat al geoefend met munten, maar soms heb je ook biljetten nodig.
Het is daarbij belangrijk dat je eerst
bedenkt welke som je moet uitrekenen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Aan de slag
Opdracht 7 op blz.53 en opdracht 8 op blz. 54 maken we samen.
We schrijven ook op welke som we uitrekenen.
Opdracht 9 en 10 maak je zelf.
Let op: Ook nu weer schrijf je de som op!
We kijken deze opdrachten samen na.
Slide 5 - Slide
Ik moet € 42,35 betalen.
Je betaalt met een briefje van € 50,00.
Hoeveel krijg je terug? Zet het juiste bedrag in het oranje vak. Schrijf de som die je uitrekent op in je schrift.
Slide 6 - Drag question
Heb je nog iets extra's?
Soms vraagt een kassamedewerker of je nog iets extra's hebt, meestal een extra muntje.
Waarom zou dat zijn?
We maken samen opdracht 11 op blz. 56.
Slide 7 - Slide
Je doet samen met je moeder boodschappen voor je verjaardagsfeest en jullie moeten € 72,90 betalen. Je moeder betaalt met 2 briefjes van € 50. Hoeveel krijgt ze terug?
Reken de som uit en vul het antwoord hier in. Teken in je schrift welke briefjes en munten je gebruikt en laat het nakijken door je leerkracht.