A2c - Periode 1, Les 7 - GSE (27-09-2021)

Bienvenidos
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van vorige week 
- Je kent de vervoegingen van regelmatige en onregelmatige werkwoorden en kunt deze gebruiken in zinnen.
- Je kunt iemand's uiterlijk beschrijven
- Je gebruikt de juiste bijvoeglijk naamwoorden 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van deze week
  1. je kent de woorden voor je familieleden 
  2. Je kent de bezittelijk voornaamwoorden en kan deze gebruiken in zinnen over je familie 
  3. je kunt vertellen hoe iemands karakter is
  4. je kent hoeveelheidswoorden 
  5. je kunt de voegwoorden 'y, pero, ni' gebruiken in zinnen. 
  6. je weet wanneer je 'un' of ' uno' gebruikt, en wanneer 'y' of 'e'

Bijv. : Mi hermano es un chico bastante guapo e inteligente.  


Slide 3 - Slide

El programa 
  1. 15m - Deberes, info SO 
  2. 5m - Vocab 3.3
  3. 20m - Busco pareja TB p.47 
  4. 15m -  palabras cortas: y, pero, ni, y/e, un/uno
  5. 5m - Evaluación, deberes
              
                           Repaso: la familia

Slide 4 - Slide

Comprobar los deberes
aprender: 
  • VOC: p.2-3 vocab 3.2 + p.6 frases clave 2 'la familia', alles leren in beide richtingen
 
hacer:
  • afmaken opdracht TB p.46 oef 3B. Neem een tekstje uit het boek als voorbeeld en pas het aan voor jouw eigen gezin.
  • voc p.12 oef 3-4 (bez. vnw.)
  • voc p.17 oef 5 (werkwoorden)
  • WB p.31 oef 5 (stamboom, cuántos = hoeveel)

Slide 5 - Slide

nieuw: VOC p. 17 oef 5
Oefening 5. 
1. te llamas
2. me llamo
3. me llamo, se llama
4. se llama
5. me llamo, se llama
6. os llamáis
7. nos llamamos
8. se llaman

Slide 6 - Slide

'Busco pareja', Vocabulario 3.3






'Ik zoek een partner / maatje.'

Slide 7 - Slide

'Busco pareja', TB p.47 (escuchar)
1. TB p.47, 4A: maak twee kolommen (cualidades + defectos) en zet de vijftien woorden in de juiste kolom.
                      
2. TB p.47, 4B: werkblad voc. p. 20. 
  • Lees en maak vraag 1 t/m 3.
  • Luister naar het fragment en vul vraag 4 t/m 6 in.

GJ1 H4, oef 4B

Slide 8 - Slide

Palabras cortas e importantes
EXPLICACIÓN

  • TB p.47 y, pero, ni
  • un/uno (Voc. nr. 2)
  • y/e (Voc. nr. 6) 
  • herhalen: bijwoorden van hoeveelheid (Voc. nr. 19)

Practicar: 
palabras cortas: VOC p. 14 oef 1-2 
bijvoeglijk naamwoord karakter: VOC p. 9-10 oef 3-4-5
bezittelijk voornaamwoord: VOC p.12-13 oef 4-5

Slide 9 - Slide

20 min - Hacer ejercicios 

¿Qué?             palabras cortas: VOC p. 14 oef 1-2 

                          bijv. nmw. karakter: VOC p. 9-10 oef 3-4-5

                          bezittelijk voornaamwoord: VOC p.12-13 oef 4-5

¿Cómo?         Individualmente

¿Tiempo?     10 min 
¿Meta?          Practicar con la gramática

¿Listo?           Estudiar vocab. 3.3 / maak je eigen stamboom
timer
12:00

Slide 10 - Slide

Tu familia 
Maak een stamboom van je familie:
  • schrijf de Spaanse woorden voor opa en oma en zet de namen erbij (kies zelf je moeders of vaders kant)
  • Teken lijntjes als in een stamboom en voeg familieleden toe

Klaar? Leer de frases clave 2 +3

Slide 11 - Slide

Repaso: La familia
¿Cómo se llaman los miembros de la familia?

Slide 12 - Slide

La familia: 
Apunta las palabras, escucha el vídeo y traduce.
  1. vader 
  2. moeder 
  3. ouders 
  4. broer 
  5. zus 
  6. oom
  7. tante 


8. oma 
9. opa 
10. neef 
11. nicht 
12. ............ (zelf kiezen)
13. ............. (zelf kiezen)

Slide 13 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat vind je nog moeilijk?

Slide 14 - Mind map

Deberes
Leren: 
  • vocab 3.3
  • gram 2, 6, 19, TB p.47 (y,pero,ni)

maken:
  • bezittelijk vnw. voc p.12-13 oef 4 en 5 + WB p.33 oef 10
  • bijv. nmw. voc. p.9-10 oef 3-4-5
  • y/e, pero/ni, un/uno: voc p.14 oef 1-2
  • Stamboom van je eigen familie in het Spaans, schrijf steeds op welke familierelatie je hebt + de naam, bijvoorbeeld 'hermano: Tim'.

Slide 15 - Slide

 Practicar en Internet
- Oef 1 (bijvoeglijk naamwoord)
- Oef 2 (kleuren - voca)
- Oef 3 (werkwoorden, verbuga)

Bij oef 3: 
Klik aan bij werkwoorden: beber, comer, hablar, ser, tener, llamarse
Klik aan bij tijden: presente

Slide 16 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud
mi coche               - mijn auto
tu coche                - jouw auto
su coche               - zijn/haar/uw auto
nuestro coche    - onze auto                        nuestra casa - ons huis
vuestro coche    - jullie auto                         vuestra casa  - jullie huis
su coche               - hun/uw auto

Slide 17 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord meervoud
mis coches                           - mijn auto's
tus coches                            - jouw auto's
sus coches                            - zijn/haar/uw auto's
nuestros coches                 - onze auto's                  nuestras casas - onze huizen
vuestros coches                - jullie auto's                     vuestras casas - jullie huizen
sus coches                           - zijn/haar/uw auto's

Slide 18 - Slide

Bezittelijk vnw.: even samengevat.......
  • Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord dat achter het bezittelijk voornaamwoord staat. 
  • Is het zelfstandig naamwoord meervoud, dan is ook het bezittelijk voornaamwoord meervoud.
  • Nuestro(s) en vuestro(s) verandert in nuestra(s) en vuestra(s) als het zelfstandig naamwoord dat erachter komt vrouwelijk is. 

Slide 19 - Slide