3.3 Het leven in Rome

Het Romeinse Rijk


3.3 Het leven in Rome
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het Romeinse Rijk


3.3 Het leven in Rome

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen amfitheater, beton, grootgrondbezitters en slavernij(R)

  • kun je herkennen wat de Romeinen overnamen van de Grieken en hoe de rijke & arme Romeinen leefden.  (T1)

  • kun je uitleggen hoe de Romeinse samenleving was ingericht.  (T2)

  • kun je uitleggen waarom beton zo een grote verandering is geweest.  (I)

Slide 3 - Slide



Grieken en Romeinen



  • De Romeinen namen veel over van de Grieken.
  • Ze hadden dezelfde goden, maar gaven ze gewoon een andere naam (Zeus werd Jupiter en Poseidon werd Neptunus)
  • Voor de bouwkunst keken ze ook naar de Griekse voorbeelden.

Slide 4 - Slide



Rome



  • Een enorme stad in de oudheid! De meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen
  • Vooral dankzij beton konden er indrukwekkende bouwwerken gemaakt worden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het centrum van Rome voor politiek, handel en rechtspraak.
Het Colosseum  was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 in 37 jaar gemaakt. Het is Rome rond 300 na Christus. 
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 8 - Slide

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 11 - Slide

Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 

Slide 12 - Slide

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 13 - Slide

Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 14 - Slide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Begrippen uit deze les
  • Amfitheater
  • beton
  • grootgrondbezitters
  • slavernij

Slide 18 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Open question

          Aan de slag
Hoofdstuk 3.3
  • opdracht 1-5 
  • Werkboek pagina 40 + 41 
Huiswerk
  • Opdrachten (af)maken
  • Leren 3.1 + 3.2 voor de SO

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link