Zorg periode 2, les 7 en 8

1 / 29
next
Slide 1: Slide
WelzijnBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

helpende zorg en welzijn
periode 2
les 7

leerdoel: je kunt uitleggen hoe je omgaat met opdrachten en instructies

Slide 2 - Slide

Heb je wel eens iets in elkaar gezet (bv ikea kast/bed) zonder de handleiding te gebruiken?

Slide 3 - Slide

Wat is een instructie tekst?
A
Een tekst waar veel informatie in staat
B
Een tekst waarin staat hoe je iets moet doen
C
Een tekst die jou probeert te overtuigen van iets
D
Een verhalende tekst

Slide 4 - Quiz

Een instructie tekst
  • Geeft de lezer een instructie hoe hij iets moet doen
  • Voorbeelden daarvan zijn: een handleiding, een gebruiksaanwijzing, een speluitleg of een recept 
  • De schrijver gebruikt korte en duidelijke zinnen

Slide 5 - Slide

Is het erg om een fout in een instructie tekst te maken?
Waarom wel? Waarom niet?


Wat kan er gebeuren?

Slide 6 - Slide

Opzoekvraag
Denk even aan de verschillende soorten teksten met een instructie 
  • Gebruiksaanwijzing
  • Recept
  • Handleiding
  • Spelinstructie

Zoek een duidelijke instructie voor het gebruik van een bedrek.

Slide 7 - Slide

Wat is geen voorbeeld van een instructie tekst?
A
Een handleiding
B
Een gebruiksaanwijzing
C
Een reclamefolder
D
Een recept

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 10 - Slide

helpende zorg en welzijn
periode 2
les 6, werken met plannen

Slide 11 - Slide

doel: je kunt uitleggen hoe je werkt met een plan
en je kunt uitleggen wat objectief en subjectief is.

  •  hoe gebruik je het plan?
  • je bekijkt de situatie en je schrijft een korte rapportage (subjectief/ objectief)
  • privacy

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

objectief - subjectief
Objectief = waarnemen zonder oordeel

Subjectief = waarnemen met een oordeel

Slide 14 - Slide

Objectief of subjectief?
Masja komt huilend het KDV binnen en roept dat ze bij mama wil blijven.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quiz

Objectief of subjectief?
Samira was erg slordig aangekleed vandaag.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quiz

Objectief of subjectief?
Liz heeft haar haar geverfd en nu is het groen.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quiz

Objectief of subjectief?
De hele klas heeft een voldoende voor de rekentoets

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 18 - Quiz

Objectief of subjectief?
De groep is druk, iedereen loopt door elkaar heen en het is een troep.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quiz

Geef een objectieve beschrijving van wat je op de volgende foto ziet

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Geef een objectieve beschrijving van wat je op deze foto ziet

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Geef een subjectieve beschrijving van wat je op deze foto ziet

Slide 24 - Open question

Objectief
Subjectief
Meneer de Bruin liep weg tijdens het eten.
Anna heeft 3 koppen koffie gedronken.
Zij was erg lelijk gekleed.
Meneer deed vervelend tijdens het eten. 
De man draag een groene trui.
Zoals altijd is mevrouw Janssen weer chagrijnig. 

Slide 25 - Drag question

privacy

Slide 26 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide