9.1 Oplossen en indampen van zouten



9.1 
Oplossen en indampen van zouten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson



9.1 
Oplossen en indampen van zouten

Slide 1 - Slide

Moleculaire stof
Deze bestaan uit verbindingen van niet-metalen. 

Voorbeelden:
H2O
CO2
CO
Moleculaire stoffen worden genoemd met telwoorden. Zo is water diwaterstofoxide. 

Slide 2 - Slide

Ionaire verbindingen

Worden ook wel zouten genoemd. 

Dit is een verbinding tussen een positieve en een negatieve ionsoort. (en een verbinding tussen een metaal en een niet-metaal). 
Zouten worden niet met telwoorden genoemd. Bij zouten zet je het positieve ion voorop, gevolgd door het negatieve ion. Het negatieve ion eindigd op -ide. Zie Natriumchloride. 

Slide 3 - Slide

Samengestelde ionen


Deze ionen zijn over het algemeen negatief, behalve het ammonium-ion. 

Slide 4 - Slide

Verhoudingsformules
Ook hiermee moet je verhoudingsformules (zouten) kunnen maken. Er geldt weer:
1. Noteer de ionen (zet ze eventueel tussen haakjes)
2. Hoe vaak moet je ieder ion kiezen?
3. Noteer de volledige formule (zonder ladingen, eventueel zonder haakjes) 

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Maak de verhoudingsformule voor natriumnitraat.
1. Na+        (NO3)-
2. 1x             1x
3. Na1(NO3)1
Haakjes en 1 mag je nu weglaten:
NaNO3        

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 2
Maak de verhoudingsformule voor kaliumfosfaat.
1. K+          (PO4)3-
2. 3x             1x
3.  K3(PO4)1   
1 mag je nu weglaten, haakjes niet:
K3(PO4)

Slide 7 - Slide

Namen
De systemische of rationele naam is de naam die we in de scheikunde boeken gebruiken. 

De triviale naam is de naam die je in de volksmond gebruikt. 

Slide 8 - Slide

Stofeigenschappen zouten
- Een zout is opgebouwd uit positief metaalion(meestal) en een enkelvoudig niet-metaalion of een samengesteld ion. 
  

- Alle zouten bevinden zich bij kamertemperatuur in de vaste fase en hebben geen geur.

- Een opgelost zout geleid stroom. 
Omdat zouten zijn opgebouwd uit ionen, wordt deze groep ook wel aangeduid met de naam ionaire stoffen.

Slide 9 - Slide

Oplosbaarheidstabel van zouten in water

Slide 10 - Slide

Een zout oplossen
Bij het oplossen van een zout in water verdwijnt de binding tussen de ionen. De ionen zitten niet meer aan elkaar vast, maar bewegen vrij tussen de watermoleculen. 

Dit oplossen noteer je in een oplosvergelijking. Let op de (aq).

Slide 11 - Slide

Indampen zoutoplossing
Dit is eigenlijk het tegenovergestelde als oplossen. Hierbij maken de losgemaakte atomen weer bindingen aan. 

Dus de index en coëfficiënt wisselen weer. 

Slide 12 - Slide

Calciumhydroxide
a) Maak de verhoudingsformule voor Calciumhydroxide. 

b) Maak de oplosvergelijking van calciumhydroxide.  

c) Maak de indampvergelijking van calciumhydroxide. 

Slide 13 - Slide

Calciumhydroxide
a) Maak de verhoudingsformule voor Calciumhydroxide. 
Ca2+ OH-
1x       2x
Ca(OH)2

b) Maak de oplosvergelijking van calciumhydroxide.  
Ca(OH)2 -> Ca2+(aq) + 2OH-(aq)

c) Maak de indampvergelijking van calciumhydroxide. 
Ca2+(aq) + 2OH-(aq) -> Ca(OH)2
Triviale naam: Helder kalkwater

Slide 14 - Slide

Maken
PRACTICUM

DOEN  VOORKENNIS BLZ 172 EN 173

WEEKTAKEN ZIE PLANNER

Slide 15 - Slide