1.4 Nederland: winnaars en verliezers

1.4 Nederland: winnaars en verliezers

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je uitleggen welke factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de regio Eindhoven tot een brainport
• Aan het einde van de les begrijp je waarom Oost-Groningen tot de armste regio's van Nederland behoort en Eindhoven tot de succesvolste
• Aan het einde van de les kun je beoordelen of Nederland baat heeft bij een meer gesloten of meer open wereldeconomie

Wat weet je al over de economische ontwikkeling van Nederland?

Welke zin heeft geen linking word?

1. The job was boring so I resigned.
2. He did not stop working although it was midnight.
3. I'm hungry but the fridge in empty.
4. He must have been angry, the window was broken.

1. Nederland op de globaliseringsindex

• Nederland staat op de eerste plek op de globaliseringsindex
• Sterke verbinding met het buitenland
• Bijdrage van de hoogwaardige maakindustrie

2. Eindhoven: een technologische hub

• Voorbeeld van succes in de maakindustrie
• Belangrijke spelers zoals ASMI, DAF en Philips
• Gunstige vestigingsfactoren, zoals complementaire bedrijven, goed opgeleide beroepsbevolking en nabijheid van afzetmarkten

3. Uitdagingen en mogelijkheden in Oost-Groningen

• Een van de armste regio's in Nederland
• Moeite om aan te haken bij hoogwaardige dienstverlening
• Bevolkingskrimp en vergrijzing
• Mogelijkheden zoals toerisme, duurzame energieproductie en overheidsinvesteringen

4. Nederland en de wereldeconomie

• Beoordelen of Nederland baat heeft bij een meer gesloten of meer open wereldeconomie

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.