Mercredi le 22 novembre (H2d-s47)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Salut!

On va...

-  Verder uitleg gram II & oefenen

Uitleg via video

Libre Service

p.131-132

Algemene regel + Bijzondere vormen 

Als het bn eindigt op	Man. enk	Vrouw. enk	Mmv	Vmv
andere letters	-	+e	+s	+es
e	-	-	+s	+s
s	-	+e	-	+es
x	-	==> se	-	==> ses
f	-	==> ve	+ s	==> ves

Algemene

 regel

Bijvoeglijk naamwoorden die op een f eindigen, krijgen bij vrouwelijk ...

1. de letter -e erbij
2. de letter -s erbij
3. de letter -f verandert naar -ve

Bijvoeglijk naamwoorden die op een x eindigen, krijgen bij vrouwelijk ...

1. de letter -s erbij
2. de letter -x verandert naar -se
3. de letter -x verandert naar -xe

De vrouwelijke vorm meervoud van actif is ...

1. actifes
2. actifs
3. actives

De vrouwelijke vorm van triste is ...

1. triste
2. tristee
3. trist
4. tristes

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: jaloux?

1. Elle est très jalouxe.
2. Elle est très jalouse.
3. Il est très jalou.
4. Elle est tes jaloux.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: gris ?

1. Les chats sont gris.
2. Les chats sont griss.
3. Les chats sont grises.
4. Les chats sont gri.

Aparte vormen

Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een aparte vorm in de vrouwelijke vorm.

Beau ==> belle 

Nouveau ==> nouvelle 

Deze complete lijst vind je terug in je tekstboek blz 132 onder de uitzonderingen.

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 

vieille

belles

bonne

nouveaux

bons

beaux

vieux

nouveau

bon

beau

blanches

longues

belle

Wat is de vrouwelijke vorm van: long?

Wat is de mannelijk meervoud vorm van: bon?

De vrouwelijke vorm van gros is ...

De vrouwelijke meervoud vorm van vieux is ...

Wat is hier de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord: blanc?

1. Elle porte des blanches chaussures.
2. Elle porte des chaussures blanches.
3. Elle porte des chaussures blanche.
4. Elle porte des chaussures blancs.

Wat is hier de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord: nouveau?

1. Elle a acheté des nouveaux pantalons.
2. Elle a acheté des pantalons nouveaux.
3. Elle a acheté des nouveaus pantalons.
4. Elle a acheté des nouvelles pantalons.

Gaat het nog? ; )

😒🙁😐🙂😃

Maintenant: - maken grammatica II: exercices 16A-B-C p.101-102

Les devoirs

Apprendre (leren)	- alle apprendre 1-2-4-6-8 FR-NL + opdrachten van regarder et écouter herhalen LUISTERTOETS!
Amener (meenemen)	- spullen incl boek