Samenwerken

Samenwerken
Overeenkomsten en verschillen vanuit de opdracht
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Samenwerken
Overeenkomsten en verschillen vanuit de opdracht

Slide 1 - Slide

Dit vind ik het lastigst binnen samenwerking

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Hier ligt een aandachtspunt
op tijd en regelmatig afstemmen
oor hebben voor meningen en feedback
verdeling van alle taken
haalbaarheid bespreken en kwaliteit behouden
zaken in beeld hebben waarmee rekening moet worden gehouden
vragen of iedereen het ermee eens is
rekening houden met alle mogelijkheden,wensen en behoeften
ik heb geen aandachtspunten, kan alles goed

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Video

Dominantie-as (boven-onder)         en 
sympathie-as (tegen-samen)
Roos van Leary

Slide 7 - Slide

BS: Je bent leidend. Je geeft structuur, legt uit, bent zelfverzekerd.


SB: Je bent helpend. Je toont belangstelling en bent vriendelijk.

SO: Je bent begrijpend. Je luistert en toont begrip.

OS: Je geeft ruimte. Je laat de cliënten ook zelf verantwoordelijkheid.


OT: Je bent onzeker. Je wacht af, twijfelt en geeft snel toe dat jij ongelijk hebt.


TO: Je bent ontevreden.

TB: Je corrigeert. Je wordt kwaad.

BT: Je bent autoritair. Je bent streng, stelt regels en controleert of de cliënten zich eraan houden.


Wat betekent dat voor de Combi VZ/MZ begeleider?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Met welke positie heb je moeite en hoe kan je dit leren.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Teamrollen Belbin
Volgens Belbin heeft iedereen twee à drie teamrollen die goed passen. Belbin zegt dat een team moet bestaan uit verschillende rollen. Daarmee krijg je de beste prestaties. Belbin noemt verschillende rollen die elkaar kunnen aanvullen en versterken. Tegelijkertijd kunnen die rollen ook met elkaar botsen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De bedrijfsman
De Bedrijfsman is de praktische en de  organisator van het team. Nuchter, ordelijk en taakgericht als hij is, bent u zich verzekerd van een harde werker. Hij zet gemakkelijk plannen en ideeën om in uitvoerbare taken. De Bedrijfsman is soms wat al te praktisch en behoudend als het directe nut van iets nieuws niet meteen duidelijk is.

Kwaliteit: praktische organisator, zet ideeën om in taken en bezigheden, goede uitvoerder, werkt systematisch. 
Valkuil: te snel overgaan op 'doen', star zijn, vernieuwingen afdoen als onnuttig

Slide 14 - Slide

De brononderzoeker
De Brononderzoeker is de vrolijke, extraverte netwerker van het team. Enthousiast, avontuurlijk en ruimdenkend en altijd op zoek naar nieuwe ideeën en interessante contacten. Hij is van nature goed in het leggen en onderhouden van contacten, maar ook wel eens snel verveeld en nonchalant als het nieuwe er af is

Kwaliteit: netwerker met veel contacten, brengt ideeën en nieuwe dingen, ziet kansen, improviseert.
Valkuil: te snel afgeleid zijn, niks afmaken, overenthousiast en nonchalant.

Slide 15 - Slide

De plant
De Plant is de creatieve denker van het team, introvert en origineel. Een vrije geest die de ruimte zoekt om te kunnen fantaseren over de toekomst en die met verrassende oplossingen komt. Hij kan verstrooid lijken, is niet altijd even praktisch en mist soms de aansluiting met wat de omgeving van hem vraagt.

Kwaliteit: is creatief, vernieuwt en lost moeilijke problemen op.
Valkuil: te onrealistisch zijn, blijven denken en niet gaan doen.

Slide 16 - Slide

De monitor
De Monitor is verstandig, bedachtzaam en kritisch. De analyticus van het team. Hij wil altijd weten hoe de vork in de steel zit en zal niet over één nacht ijs gaan. De Monitor kan lang wikken en wegen, maar zijn oordeel is zelden onjuist.

Kwaliteit: helikoptervisie, analyseert weloverwogen, strategisch, creëert overzicht.
Vakuil: te lang blijven doorredeneren, te koel en afstandelijk zijn.

Slide 17 - Slide

De vormer
De Vormer is gedreven, gepassioneerd en wilskrachtig. Hij heeft een sterke drang om te presteren, zoekt de uitdaging en weet mensen in beweging te krijgen. Hij kan ook driftig reageren, snel geëmotioneerd en ongedurig zijn, en moet wel eens oppassen niet te veel over mensen heen te willen daveren.

Kwaliteit: Brengt team in beweging, zorgt voor resultaten, gaat gemakkelijk conflicten aan.
Valkuil: onverdraagzaam tegen ‘ambitielozen’, wedijveren, platwalsen van anderen.

Slide 18 - Slide

De voorzitter
De Voorzitter is de natuurlijke coördinator van het team, die de procedure aangeeft, bedoelingen verheldert en samenvat wat iedereen wil. Hij hoeft zelf niet bijzonder creatief of intelligent te zijn, maar heeft wel een neus voor het talent van anderen. De Voorzitter zet graag anderen aan het werk en kan van nature goed delegeren.

Kwaliteit: verheldert doelen, structureert overleg, creëert gezamenlijkheid, neemt (harde) besluiten, is doelgericht.
Valkuil: licht manipulatief om doel te behalen, te veel en te gemakkelijk delegeren.

Slide 19 - Slide

De zorgdrager
De Zorgdrager bezit het talent om voortdurend aan te voelen wat er fout en mis kan gaan. Dit leidt tot veel aandacht voor details, checken en nog eens checken, en een hang naar perfectionisme. Hij bewaakt de kwaliteit en de veiligheid, maar kan wel eens overbezorgd zijn en moeilijk iets aan een ander overlaten.

Kwaliteit: levert dingen op tijd af, voorziet problemen, kwaliteitsbewaker, controlerend, goede risicoanalist.
Valkuil: te veel beren op de weg zien, moeite met delegeren, ontmoedigen door te veel zorgen.

Slide 20 - Slide

De groepswerker
De Groepswerker is het meest gevoelige lid van het team: behulpzaam, meegaand en sterk gericht op het creëren van sfeer en een gevoel van saamhorigheid. De Groepswerker zoekt evenwicht en harmonie, is anderen nabij, maar heeft moeite met conflicten en kan in kritieke momenten moeilijk een beslissing nemen.

Kwaliteit: sociaal begaan en gevoelig, zorgt voor het wij-gevoel, smeerolie van het team.
Valkuil: conflicten uit de weg gaan, spanningen wegpraten, weglopen voor confrontaties.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Welke rol heb jij in het team?
?

Slide 23 - Slide

Vijf fasen van teamvorming
1. Forming: elkaar leren kennen
2.Storming: Teamverhoudingen; wie neemt welke rol?
3. Norming: vorming normen; gedragsregels binnen team duidelijk
4. Performing: samenwerken aan doelen
5. Adjourning: taken afronden

Slide 24 - Slide

Welke teamcultuur ervaar je bij jou?
  • afspraken nakomen?
  •  aanspreken van elkaar?
  • omgaan met tijdsdruk?
  • betrokkenheid?
  • problemen aanpakken?

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video