Redactiesommen oefenen E3/M4

Verhaaltjessommen
Reken de antwoorden uit op een blaadje of op je wisbordje.
Vul daarna het antwoord in op je laptop.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verhaaltjessommen
Reken de antwoorden uit op een blaadje of op je wisbordje.
Vul daarna het antwoord in op je laptop.

Slide 1 - Slide

stappenplan
1. Lees de opgave rustig en goed door.
2. Welke som moet je uitrekenen om een antwoord te geven op de vraag?
3. Reken de som uit.
4. Reken de som nog eens na. Past je antwoord bij het verhaaltje?

Slide 2 - Slide

In één kistje zitten 10 peren. Hoeveel kistjes heb je nodig voor 30 peren?

Slide 3 - Open question

Tom heeft 5 kippen. Hij geeft ze allemaal 2 bekertjes voer. Hoeveel bekertjes voer moet hij pakken?

Slide 4 - Open question

Job heeft 2 appels. Hij snijdt deze appels in 2 stukken. Hoeveel stukken zijn er dan?

Slide 5 - Open question

Joas, Elisa en Lauren bezorgen ieder 5 kranten. Hoeveel kranten hebben ze samen bezorgd?

Slide 6 - Open question

Rana geeft voor een goed doel 3 munten van 10 cent. Hoeveel cent gaf ze?

Slide 7 - Open question

Kate heeft 20 konijnen. De helft is bruin. Hoeveel zijn dat er?

Slide 8 - Open question

Benthe spaart zegels op een kaart. Er passen 20 zegels op. Ze heeft er al 14. Hoeveel zegels moet ze nog sparen?

Slide 9 - Open question

10 kinderen kopen een ijsje. Op ieder hoorntje komen 2 bolletjes ijs. Hoeveel bolletjes zijn dat in totaal?

Slide 10 - Open question

Om 8 uur heeft Amir al 40 kilometer gefietst. Hij is ook al 3 uur onderweg. Hoe laat is hij vertrokken?

Slide 11 - Open question

Imani is 20 jaar. Hugo is 6 jaar jonger. Hoe oud is Hugo?

Slide 12 - Open question

Quinty koopt een badmintonracket en honkbalballen. Een badmintonracket kost 12 euro en de honkbalballen kosten 4 euro. Hoeveel moet Quinty in totaal betalen?

Slide 13 - Open question

Ivy en Luna gaan samen op de fiets naar het vakantiehuisje. Ze moesten 35 kilometer fietsen. Na een flink stuk fietsen staat er op een bordje dat ze nog 24 kilometer moeten fietsen. Hoeveel kilometer hebben ze al gefietst?

Slide 14 - Open question