paragraaf 14

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

De hoofzin is dus Atque ... ab initio vobis exponemus

vobis: vertaal u

expono, exponere: uiteenzetten

initium: begin

Atque ... ab initio vobis exponemus
Welke vorm is exponemus?

1. 1e mv ind prae A
2. 1e mv con prae A
3. 1e mv ind fut A
4. nom ev m

Atque ... ab initio vobis exponemus
Welke naamval en functie heeft initio?

1. abl ev - bijw. bepaling na een voorzetsel
2. abl ev - aanvulling bij een ww
3. dat ev - bijw. bepaling na een voorzetsel
4. dat ev - meewerkend voorwerp

Atque ... ab initio vobis exponemus
Welke naamval en functie heeft vobis?

1. abl mv- bijw. bepaling na een voorzetsel
2. abl mv- aanvulling bij een ww
3. gen mv - bijv. bepaling
4. dat mv - meewerkend voorwerp

Atque ... ab initio vobis exponemus
Vertaal

ut facilius intellegere possitis, iudices
Dit is de eerste bijzin afhankelijk van exponemus.

facilius: van facilis (makkelijk)

possitis: vertaal de 2e mv met u

iudices: vocativus

ut facilius intellegere possitis, iudices
Welke vorm is possitis?

1. 2e ev ind prae A
2. 2e ev con prae A
3. 2e mv ind prae A
4. 2e mv con prae A

ut facilius intellegere possitis, iudices
Welke coniunctivus is possitus?

1. finalis (van doel na ut)
2. consecutivus (van gevolg na ut)
3. irrealis
4. obliquus (afhankelijke vraag)

ut facilius intellegere possitis, iudices
Welke vorm van facilis is facilius?

1. comparativus- nom ev m
2. comparativus- bijwoord
3. superlativus- nom ev o
4. superlativus- bijwoord

ut facilius intellegere possitis, iudices
Vertaal

ea ... indigniora esse

Deze ACI volgt op intellegere

indignus: schandelijk

ea ... indigniora esse
Welke naamval en functie heeft ea?

1. nom ev v - onderwerp
2. abl ev v - aanvulling bij indigniora
3. nom mv o - onderwerp
4. acc mv o - onderwerp in ACI

ea ... indigniora esse
Welke vorm en functie heeft indigniora?

1. comparativus nom ev v - onderwerp
2. comparativus abl ev v - aanvulling
3. comparativus acc mv o - naamwoordelijk deel in ACI
4. comparativus - bijwoord

ea ... indigniora esse

quae facta sunt
Citeer het antecedent van quae

quae facta sunt
Welke naamval en functie heeft quae?

1. nom ev v - onderwerp
2. nom ev v - naamwoordelijk deel
3. nom mv o - onderwerp
4. nom mv o - naamwoordelijk deel

quae facta sunt
In welke vorm staat facta sunt?

1. 3e mv ind prae A
2. 3e mv ind perf A
3. 3e mv ind prae P
4. 3e mv ind perf P

ea, quae facta sunt
Vertaal

indigniora

Bij een comparativus worden (vaak) twee zaken/personen met elkaar vergeleken (in het Engels to compare).

Hier worden de ea (quae facta sunt) vergeleken met haec (quae dicimus). De ea zijn indigniora dan (quam) de haec.

Omdat het een ACI is, is de structuur als volgt:

dat de ea indigniora zijn dan dat de haec zijn (quam haec sunt).

quae dicimus
Citeer het antecedent van quae

quae dicimus
Welke naamval en functie heeft quae?

1. nom mv o - onderwerp
2. acc mv o - lijdend voorwerp
3. nom ev o - onderwerp
4. nom mv o - naamwoordelijk deel

quam haec sunt, quae dicimus
Vertaal

Vertaal nu atque ... t/m ... exponemus in de volgorde van de tekst.

Vertaal nu atque ... t/m ... exponemus in de volgorde van de tekst.

quemadmodum res gesta sit

Deze bijzin hangt ook af van exponemus.

quemadmodum: hoe

gesta sit: van gero (gerere) = uitvoeren

quemadmodum res gesta sit
In welke vorm staat gesta sit?

1. 3e ev ind prae A
2. 3e ev con prae A
3. 3e ev ind fut A
4. 3e ev con perf A

quemadmodum res gesta sit
Welke coniunctivus is gesta sit?

1. finalis (van doel na ut)
2. consecutivus (van gevolg na ut)
3. irrealis
4. obliquus (afhankelijke vraag)

quemadmodum res gesta sit
Welke naamval en functie heeft res?

1. nom ev - onderwerp
2. nom mv - onderwerp
3. acc mv - lijdend voorwerp
4. gen mv - bijv. bepaling

exponemus quemadmodum res gesta sit
Vertaal

quo facilius ... t/m ...  rei publicae calamitatem

Dit is de laatste bijzin afhankelijk van exponemus.

quo + comparativus+coniunctivus: opdat des te

huius: van hic

innocens: onschuldig

miseria: ellende

illorum: van ille

audacia: brutale daad

calamitas: rampspoed

res publica: staat

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
Dit is de laatste bijzin afhankelijk van exponemus.
Welke vorm is possitis?

1. 2e ev ind prae A
2. 2e ev con prae A
3. 2e mv ind prae A
4. 2e mv con prae A

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
Welke coniunctivus is possitus?

1. finalis (van doel )
2. consecutivus (van gevolg)
3. irrealis
4. obliquus (afhankelijke vraag)

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
posse gaat met een infinitivus.
Citeer de infinitivus

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
Welke vorm van facilis is facilius?

1. comparativus- nom ev m
2. comparativus- bijwoord
3. superlativus- nom ev o
4. superlativus- bijwoord

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
Wat is/zijn het lijdend voorwerp bij cognoscere?

1. calamitatem
2. audacias
3. miserias
4. (et...)miseras, (et...) audacias, (et...) calamitatem

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
In welke naamval staat huius hominis innocentissimi

1. nom ev
2. gen ev
3. dat ev
4. nom mv

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
Welke vorm is innocentissimi van innocens?

1. comparativus- nom mv
2. comparativus- gen ev
3. superlativus- nom mv
4. superlativus- gen ev

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
In welke naamval staat illorum

1. nom ev
2. gen ev
3. acc ev
4. gen mv

quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
In welke naamval staat rei publicae

1. gen ev
2. dat ev
3. abl ev
4. nom mv

exponemus ... quo facilius ... t/m ... rei publicae calamitatem
Vertaal