H4 | Lessenreeks Schuld | Les 2

Welkom bij Nederlands!



Literatuurproject 'Schuld' 

Les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!



Literatuurproject 'Schuld' 

Les 2

Slide 1 - Slide

Voorbereiding voor deze les
Wie kon zich wel of niet inleven? 

Opdracht voor de klas: schrijf de vragen op die ik stel.
Gebruik het document op Classroom.

Slide 2 - Slide

Eind van het schooljaar: podcast
  • Belangrijk om vragen te stellen aan elkaar 
  • Goed luisteren naar het antwoord en dan verder vragen

Slide 3 - Slide

Vragen naar details, voorbeelden


Vragen naar overkoepelende ideeën of waarden

Slide 4 - Slide

Deze les: 
  • zelf oefenen met vragen stellen en antwoord geven 
  • audio opnemen en reflecteren 

Slide 5 - Slide






1. ... kan ik in eigen, alledaagse taal uitleggen waarom ik me wel of niet kan inleven in (de situatie van) een personage.

2. ... kan ik verbanden leggen tussen de maatschappelijke context (de wereld buiten de tekst) en de roman Schuld (de wereld binnen de tekst) en maak hierbij gebruik van de begrippen ‘overeenkomst’ en ‘verschil’.

3. ... kan ik uitleggen in hoeverre ik vind dat Schuld past bij literatuur uit 21e eeuw, waarbij ik kan aangeven of het werk autobiografisch, fictie of non-fictie is en of ik het vind passen bij literatuur of lectuur. 

OF 

4. ... kan ik uitleggen wat een tekst betekent en wat de auteur ermee wil zeggen door voorbeelden van thema’s, motto’s, motieven, opdrachten en titels die in de tekst voorkomen te geven.
Na deze les...

Slide 6 - Slide

Kies je leerdoel
Maak voorbereiding 2, in het document op Classroom. 
Kies zelf of je aan leerdoel 3 of 4 wilt werken. 

Waarom?

Slide 7 - Slide

Wat weet je nog over de 4 perspectieven?

Slide 8 - Mind map

4 perspectieven
De tekst en ik als lezer

Slide 9 - Slide

4 perspectieven
De tekst en ik als lezer
De tekst 
en de maatschappij

Slide 10 - Slide

4 perspectieven
De tekst en ik als lezer
De tekst 
met taal 
en opbouw

De tekst 
en de maatschappij

Slide 11 - Slide

4 perspectieven
De tekst en ik als lezer
De tekst 
met taal 
en opbouw

De tekst 
in literatuur-geschiedenis
De tekst 
en de maatschappij

Slide 12 - Slide

Spreekopdracht: praat over Schuld
  • Spreek in tweetallen minstens 10 minuten over het boek Schuld
  • Neem het gesprek op

  • In je gesprek laat je zien: 
    - dat je vragen die inzoomen en vragen die uitzoomen kunt stellen
    - dat je de leerdoelen bereikt hebt 

  • Voorbereiding: schrijf vragen op, 3 per leerdoel 
  • Inspiratie nodig? Maak een van de opdrachten bij de perspectieven, zie de keuzehulp in het document.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Spreekopdracht: praat over Schuld
  • Spreek in tweetallen minstens 10 minuten over het boek Schuld
  • Neem het gesprek op

  • In je gesprek laat je zien: 
    - dat je vragen die inzoomen en vragen die uitzoomen kunt stellen
    - dat je de leerdoelen bereikt hebt 

  • Voorbereiding: schrijf vragen op, 3 per leerdoel 
  • Inspiratie nodig? Maak een van de opdrachten bij de perspectieven, zie de keuzehulp in het document.
timer
40:00

Slide 15 - Slide

Huiswerk voor 9 juni:
  • Lees tot en met pagina 101
  • Maak les 2, spreekopdracht 1 & reflectieopdracht 1 af


  • Maak eventueel andere opdrachten, als dit helpt!
  • Deze zijn puur ter inspiratie om vragen te verzinnen en te kunnen spreken!

Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd deze les? Wat zou je nog willen weten? Antwoord in een hele zin:

Wat ik geleerd heb, is ...
Wat ik nog wil weten, is...

Slide 17 - Open question






1. ... kan ik in eigen, alledaagse taal uitleggen waarom ik me wel of niet kan inleven in (de situatie van) een personage.

2. ... kan ik verbanden leggen tussen de maatschappelijke context (de wereld buiten de tekst) en de roman Schuld (de wereld binnen de tekst) en maak hierbij gebruik van de begrippen ‘overeenkomst’ en ‘verschil’.

3. ... kan ik uitleggen in hoeverre ik vind dat Schuld past bij literatuur uit 21e eeuw, waarbij ik kan aangeven of het werk autobiografisch, fictie of non-fictie is en of ik het vind passen bij literatuur of lectuur. 

OF 

4. ... kan ik Ik kan uitleggen wat een tekst betekent en wat de auteur ermee wil zeggen door voorbeelden van thema’s, motto’s, motieven, opdrachten en titels die in de tekst voorkomen te geven.
Na deze les...

Slide 18 - Slide