OK 1, b1, 5; APA, Lesvoorbereiding en presentaties

Onderwijskunde 1, blok 1, les 5
APA, Lesvoorbereiding en presentaties
1 / 17
next
Slide 1: Slide
OnderwijskundeHBO

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Onderwijskunde 1, blok 1, les 5
APA, Lesvoorbereiding en presentaties

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Lesdoel en bekwaamheidseisen
  •  Portfolio
  •  APA: hoe en wat?
  •  Lesvoorbereidingsformulier
  •  Bronnen

Slide 2 - Slide

Lesdoel
*De cursist maakt kennis met de richtlijnen van verwijzen en parafraseren volgens APA.
*De cursist maakt verder kennis 
met het lesvoorbereidingsformulier 
dat op de Pabo gebruikt wordt. 

 



Slide 3 - Slide

APA
Te verkijgen via Moodle:
https://hint.hr.nl/contentassets/2cf28bf239e34cd0980d12d7246fd79c/surf_de-apa-richtlijnen-uitgelegd.pdf

Verwijzingen in de tekst
 Literatuurlijst
 Bijzondere bronvermelding

Slide 4 - Slide

Verwijzingen in de tekst
Auteur expliciet noemen:
Baarda (2014) raadt aan om het statistisch programma SPSS te gebruiken voor het analyseren van onderzoeks- gegevens.

Referentie tussen haken:
In Dit is onderzoek! (Baarda, 2014) wordt aangeraden om het statistisch programma SPSS te gebruiken voor het analyseren van onderzoeksgegevens.
Er wordt aangeraden om het statistisch programma SPSS te gebruiken voor het analyseren van onderzoeks- gegevens (Baarda, 2014).
Verwijzing naar meerdere werken van verschillende auteurs
:
Tekst (Cavanagh & Shapiro, 2004; Coelho et al., 2009)
Verwijzing naar meerdere werken van dezelfde auteurs uit hetzelfde jaar
:
Tekst (Derryberry & Reed, 2005a, 2005b)


Slide 5 - Slide

Overzicht

Slide 6 - Slide

Literatuurlijst
Algemeen: 
Let op; een bronnenlijst is altijd alfabetisch, ongeacht de bron of het materiaal.
Laat een bronvermelding die langer is dan één regel vanaf de tweede regel inspringen.
Maak géén gebruik van opsommingstekens.

Slide 7 - Slide

Literatuurlijst: boek

Slide 8 - Slide

Literatuurlijst: boek
Hoofdstuk uit een boek: 
Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van hoofdstuk. In A. Redacteur (Red.), Titel van het boek (pp. xx-xx). Plaats: Uitgever.


  • Een hoofdstuk uit een boek wordt apart genoemd als de auteur of redacteur anders is dan de auteur of redacteur van het gehele boek. Als de auteur van het hoofdstuk dezelfde is als de auteur van het boek wordt het hoofdstuk niet apart genoemd.
  • De voorletters van de auteurs of redacteurs van het gehele boek worden voor de achternaam geplaatst.
  • In de tekst wordt alleen de naam van de auteur van het hoofd- stuk genoemd.
  • De druk wordt voor de paginanummers genoemd, gescheiden door een komma.

Slide 9 - Slide

Literatuurlijst: artikel
Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het artikel. Naam Tijdschrift, jaargang(nummer), eerste paginanummer-laatste paginanummer. 

Voorbeelden papier:  
Schilder, L., & Kwakman, K. (2005). Het versterken van de professionele identiteit door leren in gemeenschappe- lijkheid. Sociale Interventie, 14(3), 17-28. 

Voorbeelden online (zonder DOI):
Kaplan Akilli, G. (2005). User satisfaction evaluation of an educational website. The Turkish Online Journal of Educational Technology, 4, 85-92. Geraadpleegd op 18 maart 2015, van http://www.tojet.net/articles/v4i1/4111.pdf 
De belangrijkste woorden uit de titel van het tijdschrift worden met hoofdletters geschreven. 
Bij online tijdschriftartikelen wordt de link en datum van raadplegen toegevoegd en is vermelding van het afleveringsnummer niet nodig.  Indien de DOI (Digital Object Identifier) bekend is, wordt de datum van downloaden en de link vervangen door deze code. Dit is een unieke code waarmee het artikel altijd terug te vinden is. De DOI is meestal terug te vinden aan het begin van het artikel en/of op de pagina van de uitgever. Van de DOI mag een gebruikersvriendelijke link gemaakt worden door https://doi.org/ voor de code te zetten. Achter de DOI komt geen afsluitende punt.  


Slide 10 - Slide

Literatuurlijst: internetbron
Onder internetbronnen vallen onder meer websites, data- banken, online tekstbestanden en sociale media. 
De richtlijnen kunnen per bron verschillen. 

Auteur, A. (jaar, dag maand). Titel cursief. Geraadpleegd op dag maand jaar, van http://url 



Slide 11 - Slide

Lesvoorbereidingsformulier

Slide 12 - Slide

Didactische route
Jullie krijgen een voorbeeld van een didactische route te zien 
(groep 4, taal les >> aanleren van woorden door middel van zintuigen)


Bespreek:
  • Wat vind je van dit voorbeeld?
  • Is de lesopbouw duidelijk?
  • Zijn leerstof, leerling en leefwereld goed verdeeld?
  • Wat zou jij willen aanpassen/toevoegen aan deze les?

Slide 13 - Slide

Bespreek: Wat vind je van dit voorbeeld? 
Is de lesopbouw duidelijk? Zijn leerstof, leerling en leefwereld goed verdeeld? 
Wat zou jij willen aanpassen/toevoegen aan deze les?

Slide 14 - Slide

Leerdoel
Bespreek: zijn de leerdoelen SMART? Hoe kun je ze SMART maken?
  • De kinderen kunnen aan het eind van de les handiger leren rekenen.
  • De kinderen kunnen aan het eind van de les sneller plus- en minsommen t/m 20 oplossen. 
  • De kinderen kunnen aan het eind van de les rustig op de gang werken
  • Aan het eind van de les kunnen de kinderen de woorden herkennen en een groot deel van de woorden een betekenis kunnen geven. 
  • Aan het einde van de schrijfles kunnen alle leerlingen van groep drie de letter ee schrijven. 

Slide 15 - Slide

Peer feedback 
In tweetallen kijken naar elkaars meegebrachte lesvoorbereidingsformulieren.

Geef elkaar feedback op:
  •  Het lesdoel
  •  De ingevulde aspecten
  •  De didactische route
  •  Gebruikte werkvormen

Nabespreking + beantwoorden vragen

Slide 16 - Slide

Tot slot ...
Succes met het maken van het portfolio!

Volgende keer: onderwijskunde 1, blok 2, les 1

Slide 17 - Slide