H10D2 - KBL

Alex heeft zijn arm uit de kom.
Wat voor blessure heeft hij?
A
een botbreuk
B
een spierscheuring
C
een ontwrichting
D
een verstuiking
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Alex heeft zijn arm uit de kom.
Wat voor blessure heeft hij?
A
een botbreuk
B
een spierscheuring
C
een ontwrichting
D
een verstuiking

Slide 1 - Quiz

Bij welke letter staan alleen maar gereedschappen die gebruik maken van de hefboomwerking.
A
notenkraker, flesopener, naald
B
aardappelmes, knoflookpers, schaar
C
figuurzaag, kruiwagen, nijptang
D
nagelknipper, schaar, nietmachine

Slide 2 - Quiz

Met een hefboom verander je de kracht
die je kunt uitoefenen.
Hoe verandert een hefboom de kracht?
A
een hefboom verkleint de kracht die je kunt uitoefenen.
B
een hefboom vergroot de kracht die je kunt uitoefenen.

Slide 3 - Quiz

Wat is er in je spieren aan de hand als je spierpijn hebt?
A
te veel afvalstoffen in de spieren
B
te veel spierkneuzingen in de spieren

Slide 4 - Quiz

F1: 10 N / F2: 10 N
L1: 4 m / L2: 2 m
A
hefboom WEL in evenwicht
B
hefboom NIET in evenwicht

Slide 5 - Quiz

Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp

Slide 6 - Quiz

Naomi weegt 45 kg.
Wat is de F ?
A
4,5 N
B
45 N
C
450 N
D
4500 N

Slide 7 - Quiz

Als twee krachten met elkaar in evenwicht zijn,
dan is de nettokracht ..........
A
gelijk aan 0 (nul)
B
gelijk aan 10

Slide 8 - Quiz

Een hefboom heeft een draaipunt. Wat is een draaipunt?
A
het punt van de hefboom waar je kracht op uitoefent
B
het punt van de hefboom dat een kracht uitoefent op een voorwerp
C
het punt waar de hefboom kan draaien
D
het punt waar de hefboom kan omvallen

Slide 9 - Quiz

Hoeveel armen heeft een wip?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

F1: 5 N / F2: 10 N
L1: 4 m / L2: 2 m
A
wel in evenwicht
B
niet in evenwicht

Slide 11 - Quiz

Bij welke blessure schiet een gewrichtskogel uit een gewrichtskom?
A
bij een botbreuk
B
bij een verstuiking
C
bij kramp
D
bij een ontwrichting

Slide 12 - Quiz

Twee krachten zijn in evenwicht,
als ze even groot en ............. zijn
A
tegengesteld
B
naast elkaar
C
onder elkaar
D
boven elkaar

Slide 13 - Quiz

F1: 10 N / F2: 10 N
L1: 2 m / L2: ? m
Hefboom is in evenwicht als L2: ?
A
L2: 5 m
B
L2: 2 m

Slide 14 - Quiz

Een hefboom heeft een punt waar de hefboom om kan draaien.
Hoe heet dat punt?

A
het middelpunt
B
het draaipunt

Slide 15 - Quiz

John is gevallen. Zijn onderarm ligt in een rare stand.
Wat voor blessure heeft hij?

A
een ontwrichting
B
een botbreuk
C
een spierscheuring
D
een verstuiking

Slide 16 - Quiz

Een damsteen heeft
een massa van 5 gram.
Hoe groot is de kracht als je 4 damstenen hebt
A
0,2 N
B
2 N
C
20 N
D
200 N

Slide 17 - Quiz

Wanneer is bij een hefboom
de uitwerking
van een kracht het grootst?
A
als de kracht ver van het draaipunt wordt uitgeoefend
B
als de kracht dicht bij het draaipunt wordt uitgeoefend

Slide 18 - Quiz

Bij welke blessure trekken de spieren opeens krachtig samen?
A
bij een ontwrichting
B
bij een verstuiking
C
bij kramp
D
bij spierpijn

Slide 19 - Quiz

Je gebruikt een schaar om een stukje karton te knippen. Hoeveel armen heeft deze hefboom?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 20 - Quiz