3.3 deel 2: Adolf Hitler aan de macht

3.3 Adolf Hitler aan de macht 
Deel 2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.3 Adolf Hitler aan de macht 
Deel 2

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling 
  • Samen lezen 

  • Zelfstandig aan het werk 
  • quizje

Slide 2 - Slide

Herhaling
  • Wat is het nationaalsocialisme? 
  • Welk elementen van het nationaalsocialisme passen bij het fascisme?
  • Wel element past niet noodzakelijk bij het fascisme? 
  • Wat is de rassenleer? 
  • Welke mensen waren volgens Hitler minder waard dan andere mensen?
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Samen lezen Hitler als Führer p82
  • Hoe kwam Hitler aan de macht? 
  • Hoe vergrootte Hitler zijn macht?
  • Wat is een dictatuur?  
  • Wat is gelijkschakeling?
  • Geef een aantal voorbeelden van die gelijkschakeling. 
  • Wat is Indoctrinatie? 

Slide 4 - Slide

Samen lezen Nazi-organisaties p82
SA : 1921 opgerichte knokploeg
SS: 1925 lijfwacht van Hitler 
Gestapo: Geheime politie 
Hitlerjugend:  
vanaf 1941 alle jongens van 10 jaar lid 
Bund Deutscher Mädel:
organisatie voor meisjes 10-18 jaar 

Slide 5 - Slide

Zelfstandig aan het werk 
3.3: opdracht 2 t/m 5

Klaar?
Samenvatten 3.1 / 3.2 / 3.3 
Begrippen leren 
Personen leren 
timer
20:00

Slide 6 - Slide

Wie heeft de macht in Rusland in 1919?
A
Tsaar Nicolaas
B
Lenin
C
Stalin
D
Wilhelm II

Slide 7 - Quiz

Wat is een showproces?
A
Schijnproces om democratisch te lijken
B
Een feestelijke processie
C
Iets dat alleen onder Stalin gebeurde
D
Een proces op televisie

Slide 8 - Quiz

Welk begrip past er bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Strafkamp
C
Eigendom
D
Planeconomie

Slide 9 - Quiz

Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen

Slide 10 - Quiz

Welke hoort niet bij Mussolini?
A
Geweld is goed
B
Democratie is slecht
C
Joden zijn slecht
D
Nationalisme is belangrijk

Slide 11 - Quiz

Welk onderdeel van het nazisme is niet per definitie ook fascistisch?
A
Geweld is goed
B
Er is één sterke leider
C
Jodenhaat
D
Democratie is onzin

Slide 12 - Quiz

Hitler vond dat de Untermenschen meer rechten moesten hebben
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Hitler wint de verkiezingen van 1933 en is daarom Rijkskanselier geworden
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz