4.4 Spieren 1HV

B4 Spieren
  • Jas in de kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 31-33
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Begrijpen: Ik kan de werking van spieren beschrijven door uit te leggen hoe ze samentrekken en ontspannen om beweging mogelijk te maken.
  • Onthouden: Ik kan alle spieren op afbeelding 1 benoemen door hun namen correct te noemen en aan te wijzen.
  • Toepassen: Ik kan voorbeelden geven en herkennen van onbewuste en bewuste spierbewegingen door situaties correct te onderscheiden en toe te lichten.
  • Begrijpen: Ik kan uitleggen hoe antagonistische paren werken en voorbeelden geven door te beschrijven hoe spieren samenwerken bij beweging.

Huiswerk T4 B4
Opdr. 1 t/m 7, (4)
Of uitdaging
Opdr. 5 t/m 9
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B4 Spieren
  • Jas in de kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 31-33
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Begrijpen: Ik kan de werking van spieren beschrijven door uit te leggen hoe ze samentrekken en ontspannen om beweging mogelijk te maken.
  • Onthouden: Ik kan alle spieren op afbeelding 1 benoemen door hun namen correct te noemen en aan te wijzen.
  • Toepassen: Ik kan voorbeelden geven en herkennen van onbewuste en bewuste spierbewegingen door situaties correct te onderscheiden en toe te lichten.
  • Begrijpen: Ik kan uitleggen hoe antagonistische paren werken en voorbeelden geven door te beschrijven hoe spieren samenwerken bij beweging.

Huiswerk T4 B4
Opdr. 1 t/m 7, (4)
Of uitdaging
Opdr. 5 t/m 9

Slide 1 - Slide

Bij welke beenverbinding is geen beweging mogelijk
A
Alleen vergroeiing
B
Vergroeiing en naden
C
Naden en kraakbeen
D
Bij alle soorten is beweging mogelijk

Slide 2 - Quiz

Spaakbeen en ellepijp vormen samen een ..
A
draaigewricht
B
rolgewricht
C
kogelgewricht
D
scharniergewricht

Slide 3 - Quiz

Welke verbinding zit tussen de ruggenwervels?
A
Vergroeing
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 4 - Quiz

Welke verbinding zit tussen de schedelbeenderen?
A
Vergroeing
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 5 - Quiz

Welke verbinding zit in de knie?
A
Vergroeing
B
Naden
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 6 - Quiz

Hoe heet het bot waar je op zit?
(1 woord)

Slide 7 - Open question

Spierweefsel
Spieren bestaan uit spierweefsel met spiercellen.
Dit weefsel kan:
  • Aanspannen waardoor de spier korter en dikker wordt
  • Ontspannen waardoor de spier langer en dunner wordt
Pees
Aan beide uiteinden van een spier zit de pees.
Pees is taai, slecht rekbaar weefsel. 
Hiermee zit de spier vast aan een bot
Aanhechtingsplaats
Uitstekende delen van botten, waar pezen aan vast zitten

Slide 8 - Slide

Antagonisten
Een spier kan alleen trekken, niet duwen!
Twee spieren werken vaak samen om een bot te bewegen.
Als spier 1 trekt, ontspant spier 2
Als spier 2 trekt, ontspant spier 1
Deze spieren zijn elkaars antagonist
Ze vormen een antagonistisch paar

Als een spier aanspant wordt deze korter en dikker. Dit kost energie en is gaat met kracht. In dit geval trekt een spier samen, een trekbeweging dus.
Als een spier ontspant wordt deze langer en dunner. Dit kost geen energie en kan niet met kracht! 
Een antagonistisch paar = Twee spieren die tegengesteld werken in dezelfde beweging. Als de ene spier aanspant, dan ontspant de andere van het paar

Slide 9 - Slide

Bewust
Onbewust

Slide 10 - Drag question

Bewuste en onbewuste bewegingen
  • Skeletspieren > beweeg je bewust
  • Orgaanspieren > beweeg je onbewust (= zonder dat je ze aanstuurt)

Slide 11 - Slide

Ga aan de slag met: T4 B4
  • Blz. 31 t/m 37
  • Opdr. 1 t/m 7, (4) 
Of uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 9

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 12 - Slide

Ga aan de slag met: T4 B4
  • Blz. 31 t/m 37
  • Opdr. 1 t/m 7, (4)
Of uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 9

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 13 - Slide

Bram duwt een zware wasmachine naar een andere plek.
a. Welke spier in de arm wordt het meest aangespannen bij deze beweging?
b. Leg uit: zorgen de buikspieren en/of rugspieren ervoor dat hij rechtop kan blijven staan?

Slide 14 - Open question

Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
  • Tafels: recht en leeg
  • Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
  • Vloer: geen afval

Slide 15 - Slide