Thema 3: Hofstelsel

Thema 3: Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 3: Monniken en Ridders
                   Vroege middeleeuwen   500 - 1000 n.chr  (6e t/m 10e eeuw) 
 

Slide 1 - Slide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Slide

Deze les
Het Hofstelsel & horigheid:

  • Leer je waardoor boeren in de landbouwsamenleving  halfvrij waren.
  • Leer je hoe de landbouw was georganiseerd.
  • Leer je welke sociale verhoudingen er waren.
  • Leer je welke handel er was.

Slide 3 - Slide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeeld, dan kan je tijdens zelfstandig werken verder met het overnemen.

Slide 4 - Slide

Zelfvoorzienend worden
Na de val van het West-Romeinse rijk veranderde de samenleving.
  • Mensen trokken van de stad naar het platteland.
Deze mensen konden zichzelf niet beschermen en zochten daarom bescherming bij de adel
Oorzaken:
  1. Onveilig door rovers (Romeinse leger bestond niet meer)
  2. Romeinse muntgeld verdween.
  3. Handel stortte in.


Slide 5 - Slide

Zelfvoorzienend worden
Oogsten van de boeren vielen tegen en daardoor was geen handel mogelijk, er was geen overschot om te kunnen verkopen. Boeren gingen alleen nog voor zichzelf produceren (landbouwsamenleving). 

Zelfvoorzienend/Autarkisch: Precies genoeg verbouwen om van te leven. Niet afhankelijk zijn van anderen en jezelf voorzien van alles. 


Slide 6 - Slide

Soorten samenlevingen:
Samenleving: (maatschappij) hoe een grote groep mensen samenleeft  
Landbouwsamenleving: is een samenleving waar de meerderheid van de bevolking leeft van het verbouwen van gewassen en het houden van vee en leven in dorpen.

  1. Samenleving van de jager-verzamelaars
  2. Landbouwsamenleving (Middeleeuwen)
  3. Landbouw-stedelijke samenleving (Romeinen)
  4. Industriële samenleving
  5. Informatie samenleving

Slide 7 - Slide

Het Domein
De meeste boeren (Horigen) hadden in de vroege Middeleeuwen niet hun eigen stuk grond. Ze werkten op het land van hun heer, een edelman.

Domein: een dorp met landbouwgrond dat bewerkt word volgens het hofstelsel.

Hofstelsel: Het economisch systeem uit de middeleeuwen van een dorp waarin horige boeren op het land werkte en edelen bescherming boden. 

Slide 8 - Slide

Domein
Vroonhof
Hier woonde de heer van het dorp. Vaak het grooste en sterkste huis/boerderij (Hoeve genoemd) met bescherming (muur) erom heen. Vaak zat er een smid bij en een brouwerij. 

Kerk
In de kerk werden diensten gehouden door de plaatselijke geestelijke (mensen van de kerk)
Braak veld
Het veld dat niet beplant wordt om plantenziektes tegen te gaan en vruchtbaarheid van het grond hoog te houden. 
Akker
Veld dat bewerkt wordt voor de landbouw. Je had een akker voor de heer en akkers voor de horigen. Alle akkers werden door de horigen bewerkt.

Beplant veld
Landbouwmethode uit de vroege Middeleeuwen heet het drieslagstelsel: 

Akkers werden in drie stukken verdeeld, waarvan twee gebruikt werden en één braak ligt (niks op verbouwt wordt). Dat deden ze om de grond vruchtbaar te houden en plantenziektes tegen te gaan. 
Watermolen
In de middeleeuwen gebruikte ze de kracht van water en wind om bijvoorbeeld graan te vermalen. 
Huizen van horigen
Hier woonde de horige boeren van het dorp

Slide 9 - Slide

Om in het domein te mogen wonen moeten horigen.....

  1. Pacht betalen (belasting)              Deel van de oogst afstaan aan de heer. 
  2. Herendiensten (klusjes)              Vast aantal dagen werken voor de heer. Bijv. Werken op de akkers van de heer, hekken maken, sloot graven en repareren van gebouwen of wegen.

Slide 10 - Slide

In ruil daarvoor krijgen horigen van de heer ....

  1. Een stukje grond om op te wonen.
  2. Een stuk land om te bewerken.
  3. Bescherming tegen rovers of oorlog. 

Slide 11 - Slide

Edelman
Horigen
Horigen

Slide 12 - Drag question

Horige boeren 
Een horige boer hoort bij het domein en is gebonden aan de grond van de heer. Verkoopt de heer de grond of geeft hij dit weg dan horen de horigen daar ook bij. 


Een horige mag niet:
  • Zonder toestemming het domein verlaten.
  • Trouwen zonder toestemming van de heer.

Slide 13 - Slide

Vrije boeren 
Vrije boeren hadden een eigen stuk grond.  Zij hoefden geen herendiensten te verrichten, maar kregen ook geen bescherming van een edelman als ze aangevallen werden door rovers. 

Daarom kozen veel kleine boeren ervoor om horige te worden.

Slide 14 - Slide

Hoe werd je horige?
  • Afstammelingen van slaven uit de Romeinse tijd die een eigen lapje grond hadden gekregen om te bewerken.

  • Afstammelingen van vrije boeren die hun grond aan een klooster of edelman hadden gegeven in ruil voor voedsel na mislukte oogsten of in ruil voor bescherming.

Slide 15 - Slide

Het hofstelsel

Slide 16 - Slide

Akkers van de landheer
Het hof
Pacht
Akkers van de horigen
Bescherming
Herendiensten

Slide 17 - Drag question

Waar of niet waar?

'Horigen mogen het domein zomaar zelf verlaten'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar?

'Vrije boeren krijgen ook bescherming van een heer'
A
Niet waar
B
waar

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?

'Zelfvoorzienend zijn betekent dat je voor jezelf kan zorgen zonder anderen nodig te hebben.'
A
Niet waar
B
waar

Slide 20 - Quiz

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen bij:
  • Het hofstelsel 

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 21 - Slide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 22 - Slide