Nieuwsbegrip Woordenschat week 17-19

Financieel
1 / 19
next
Slide 1: Mind map
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Financieel

Slide 1 - Mind map

    Het spektakel
het evenement
indrukwekkende dingen 
te zien en te horen

Slide 2 - Slide

Het spektakel

Slide 3 - Slide

Onlangs

Slide 4 - Slide

Alledaags
gewoon
Uniek
heel bijzonder, het komt niet vaak voor 

Slide 5 - Slide

Bedenken
Ontwerpen
Creëren

Slide 6 - Slide

De editie = 
de versie, de aflevering

Slide 7 - Slide

Welk woord past bij deze afbeelding?

De editie
Financieel
Creëren 
Het stadium

Slide 8 - Drag question

Welk woord past bij dit plaatje?
de editie
het spektakel
financieel

Slide 9 - Drag question

Welke definitie hoort bij:
van de gelegenheid gebruik maken
A
Ergens op geïnspireerd zijn
B
Onlangs
C
Voorzien van
D
De kans waarnemen

Slide 10 - Quiz

Wij .... de mooiste technieken voor het Eurovisiesongfestival
A
Voorzien van
B
Creëren
C
De kans waarnemen
D
zijn geïnspireerd op

Slide 11 - Quiz

Koppel het woord met de juiste definitie
Ergens op geïnspireerd zijn 
Het stadium
Onlangs
kort geleden
ergens ideeën vandaan halen
de fase

Slide 12 - Drag question

Een groep Franse vrijwilligers is terug van een ... experiment
A
onlangs
B
stadium
C
uniek
D
spektakel

Slide 13 - Quiz

Wat betekent voorzien van?
A
geven, leveren
B
van de gelegenheid gebruik maken
C
ergens de ideeën vandaan halen
D
maken

Slide 14 - Quiz

Andere tekstsoort

Slide 15 - Slide

Modelfilmpje 

Slide 16 - Slide

De interviewer geeft de antwoorden
Goed
Fout

Slide 17 - Poll

Welke zin is een mening?
A
In het liedje zing ik: ‘Yu no man broko mi’. Dat betekent ‘Je kunt me niet breken’ in het Surinaams.
B
Ik vind het belangrijk dat mijn familie het nummer mooi vindt
C
ik ben opgegroeid in Paramaribo, waar ik van jongs af aan al veel bezig was met muziek
D
Het waren de drukste dagen van mijn leven

Slide 18 - Quiz

Waar kun je een interview aan herkennen?
A
In de tekst staan geen letterlijke vragen, maar wel letterlijke antwoorden
B
De vragen en antwoorden staan altijd In de tekst, waarbij de antwoorden schuingedrukt zijn
C
In de tekst staan de vragen vetgedrukt met daaronder de antwoorden
D
Er staan geen letterlijke vragen en antwoorden in de tekst

Slide 19 - Quiz