les 5

Injecteren sc en im
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Injecteren sc en im

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

doelen: 

na deze les ben ik bekend met de theorie rondom injecteren.
Na deze les heb ik geoefend met het subcutaan injecteren.
Na deze les heb ik geoefend met IM injecteren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat is injecteren?
  • een naald in onderliggend weefsel inbrengen me als doel; 
medicatie toedienen . 
  • Door middel van steriele spuit, steriele holle naald.




Slide 3 - Slide

Parenteraal is de toedieningsvorm van geneesmiddelen of voeding anders dan via het maag-darmstelsel (enteraal).

 Parenterale toedieningsvormen zijn bijvoorbeeld: injectie (subcutaan, intradermaal, intramusculair)
Welke methoden van injecteren ken je?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

INJECTIE METHODEN
  1. Intracutaan ------ in de huid (ic)
  2. Subcutaan -------onder de huid (sc)
  3. Intra musculair --in de spier (im)
  4. Intra veneus ---- in de ader (iv)
  5. Intra-arterieel --- in de slagader(ia)



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waarom injecteren?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

indicaties 

Sommige medicijnen kunnen of mogen niet oraal worden ingenomen omdat:

ze door spijsverteringssappen onwerkzaam worden gemaakt
ze de maag- of darmwand niet kunnen passeren
de lever het middel na opname te snel onwerkzaam maakt
de cliënt bewusteloos is
de cliënt slikstoornissen heeft
de cliënt alles uitbraakt
een snelle werking noodzakelijk is.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nadelen van injecteren
  • onprettig ervaring om geprikt te worden
  • contaminatie via de naald
  • injecteren moet je leren of een ander moet dit doen
  • medicatie berekenen is niet altijd makkelijk
  • te veel of te heftig reageren op medicatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Regels bij toedienen:

roep maar !

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Regels bij toedienen
  • Hoe staat de zorgvrager tegenover het medicijn, m.a.w. is de zorgvrager goed ingelicht over de procedure.
  • Wat weet de zorgvrager over het medicijn? (1ste keer of al vaker, bijwerkingen).
  • Wat kan je nog uitleggen over de handeling?
  • Zijn er lichamelijke bijzonderheden (mager, zwaar, littekens, blauwe plekken, ok's, verlammingen, huidafwijkingen, shunt).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Je prikt niet in:

  • gebied met oedeem/trombose;
  • verlamde ledematen;
  • ledematen met infuus of shunt;
  • te opereren of geopereerd gebied;
  • ontstoken gebied;
  • wondjes of eczeem;
  • het gebied rond een stoma;
  • bestraald gebied.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Is injecteren een risicovolle of een voorbehouden handeling?
A
Risicovol
B
Voorbehouden
C
risicovol & voorbehouden
D
Iedereen mag injecteren na een cursus

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

complicaties bij injecteren
  • allergische reactie (huiduitslag tm shock)
  •  infectie , ontsteking
  • duizeligheid / flauwvallen 
  • hematoom 
  • afbreken naald 
  • prik accident
  • verbind weefseling (vaak op dezelfde plek injecteren) 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke injecties mogen
Verzorgende-IG niet toedienen?
A
Subcutane injecties
B
Intramusculaire injecties
C
Intracutane injecties
D
Intraveneuze injecties

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
in de opperhuid
C
in de lederhuid
D
in het onderhuidsweefsel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

waar aan het lichaam mag je niet subcutaan injecteren?
A
in de buik
B
in de bovenarm
C
in de onderarm
D
in het been

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Injectiegebieden 
● buitenkant bovenarm
   ● buitenzijde bovenbeen
● buik rondom de navel
       ● billen, het bovenste deel 

max . 2-3 ml

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

de meeste vaccinaties spuit je
A
intra musculair
B
subcutaan

Slide 19 - Quiz

i.m. heeft meer effect dan sub cutaan

Kant en klare injectie
luchtbel niet verwijderen  
Kant en klare injecties
Luchtbel niet verwijderen

Slide 20 - Slide

De luchtbel zorgt ervoor dat alle medicatie gespoten wordt en er niets achterblijft in de naald

Slide 21 - Slide

Materialen:
spuiten: 2, 5, 10, 20  en 50 ML
eenmalig gebruik
luerlock of tip aansluiting

Naalden: diameter in Gauge(G)
kleur conus geeft naalddikte aan

gebruik van veilige naalden is verplicht als zorgverlener injecteerd

Voor je start
  • hand hygiëne, arm/handsieraden.
  • recept duidelijk, moet je nog iets berekenen?
  • ongestoord werken en controleur aanwezig?
  • weet je voldoende over medicijn? voorzorgsmaatregelen?
  • Welke injectie techniek?
  • juiste materialen beschikbaar ?
  • wel/ niet ontluchten?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Overige benodigdheden
  • de toedienlijst;
  • medicijnen;
  • spuit;
  • opzuignaald;
  • watjes
  • desinfectans
  • pleisters
  • naaldencontainer

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Klaarmaken injectie
  • 5 keer juist regel (juiste medicijn, juiste zorgvrager, juiste hoeveelheid, juiste toedieningsvorm, juiste moment).
  • nauwkeurig  hoeveelheid berekenen.
  • werk zo steriel mogelijk.
  • gebruik een optrek naald en injectie naald correct.
  • trek correcte hoeveelheid op.
  • verpakking vloeistof pas na injectie in naaldencontainer.
  • verwisselen optreknaald 
  • laat medicijn, berekening inj. spuit met medicijn controleren door collega.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Met medicatie bij de zorgvrager
  • Controleer de identiteit van de zorgvrager, leg uit wat je komt doen, leg uit wat doel injectie is en vraag toestemming.

  • Na plaatsbepaling controleren van de huid.

  • Werk zo schoon mogelijk (wel/niet desinfecteren huid).

  • Waarschuw zorgvrager als je gaat injecteren (mits dit is gewenst).

  • Controleer of je niet in het bloedvat injecteert.
  • langzaam injecteren!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

Zie ook Vilans protocol

Slide 27 - Video

Zie ook Vilans protocol
oefenen sc
loodrecht
45 graden

hergebruik de naalden ! dus niet dichtklappen.
opdracht:
je geeft de client 1,5 ml  medicatie laat je collega controleren!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Injectie I.M.

Intra = in 
 Musculair = spier
in het spierweefsel dus..!

Voorbehouden handeling volgens wet BIG

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken

Spieren zijn goed doorbloed, er lopen dus veel bloedvaten. Dit zorgt voor gemakkelijke en snelle opname van het medicijn (binnen 15 - 20 min).
 

Injecteren in de spier kan pijnlijk zijn. Help de patiënt de spier te ontspannen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Waar ?
  • Grote bilspier
    BBB --> Bovenste Buitenste Bil kwadrant  
  • Dijbeenspier
    Boven buitenkant bovenbeen 
  • Deltaspier
    Zijkant bovenarm
    (voornamelijk vaccinaties)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Andere nadelen I.M. injecteren
  • Beschadigingen van
        - Zenuwbanen (foute locatie)
        - Bloedvaten (foute locatie)
        - Botweefsel (verkeerde type naald)

  • Angstig / spanning

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Injectietechniek
loodrecht-techniek 90 graden
rangeer-techniek 90 graden

Bloedvatcontrole 
Medicatie langzaam injecteren 

let op de max hoeveelheid ml !!

Slide 33 - Slide

Rangeertechiek gebruik je om te voorkomen dat medicatie terug stroomt in het onderhuidse weefsel. Kan pijn of beschadiging veroorzaken
Intra Musculair hoe?
Rangeer/Z-techniek:
Voorkomt terugvloeien vloeistof​
Huid 2-3 cm. zijwaarts schuiven​
Na injecteren 10 sec. wachten voor je de naald eruit haalt​
Huid vast houden tot naald eruit is​

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Huid strak trekken
Huid strak trekken bij injecteren​
Geen plooi (alleen bij erg magere cliënten), dit maakt kans groot dat je subcutaan injecteert

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Aspireren = terugtrekken van de zuiger om te controleren of je niet in een bloedvat zit​ . Alleen als je in de bil spuit!
  • Ontsmetten?
  • Hoeveel mag ik in dit gebied spuiten?
  • Spuit aanpassen aan hoeveelheid
  • Gebruikt de cliënt antistolling?
  • Injecteer in hetzelfde gebied maar wissel wel van plek



Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Complicaties
Weefselnecroes
Niet de juiste diepte (bot/ondiep)
Misselijkheid
Aanprikken bloedvat (BIL aspireren)
Aanprikken grote beenzenuw

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
opdracht: spuit 2,5 ml im medicatie in de spier. laat je collega controleren

Slide 41 - Slide

This item has no instructions