ser + nationaliteit

1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Wat is de Nederlandse vertaling van het werkwoord ser?
timer
0:20
SER

Slide 4 - Mind map

Koppel de juiste vertalingen aan elkaar!
timer
0:40
Ik ben
Jij bent
Hij/zij/u is
Wij zijn
Jullie zijn
zij/u zijn
él/ella/usted es
nosotros/nosotras somos 
yo soy
vosotros/vosotras sois
ellos/ellas/ustedes son
tú eres

Slide 5 - Drag question

Welke vervoeging staat er op de lege plek?
Mi madre __ muy simpática.
timer
0:15

Slide 6 - Open question

Welke vervoeging staat er op de lege plek?
Mis primos __ mexicanos.
timer
0:20

Slide 7 - Open question

Welke vervoeging staat er op de lege plek?
Mi hermano y yo __ holandeses.
timer
1:00

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Grammaticakwartiertje
Kijk nu even mee  naar de PowerPoint die via Teams wordt gedeeld!

Slide 10 - Slide

Wat staat er op de lege plekken in de zinnen? 
timer
1:00
Ella __ de España. 
Ella __ __. 
Ellos __ de España. 
Ellos __ __. 
Ellas __ de España. 
Ellas __ __. 
Él __ de España. 
Él __ __. 
son - son españolas
es - es español
son - son españoles
es - es española

Slide 11 - Drag question

¿De dónde eres
y cuál es tu nacionalidad?
timer
1:00
¿De dónde eres
y cuál es tu nacionalidad?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

¿Qué tal la clase?
A
Muy bien
B
Bien
C
No muy bien
D
Fatal

Slide 14 - Quiz

Is er nog een onderwerp waar je extra uitleg over kan gebruiken? Zo ja, welke? Zo nee, antwoord dan met nee.

Slide 15 - Open question