3.5 Een rijk, twee keizers

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Noem de 3 onderdelen van het bestuur tijdens de Republiek.

Eerder klaar: Leg met een voorbeeld uit wat we bedoelen met Romanisering.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Noem de 3 onderdelen van het bestuur tijdens de Republiek.

Eerder klaar: Leg met een voorbeeld uit wat we bedoelen met Romanisering.

Slide 1 - Slide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Korte samenvatting leerdoel(en).

Slide 2 - Slide

Leerdoel: Ik kan uitleggen hoe het Romeinse rijk veranderde en er een einde kwam aan het West-Romeinse Rijk.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Geen kleine groepjes, maar een echte invasie.
  • In de 1e en 2e eeuw na Chr. kwamen een paar Germaanse stammen in kleine groepjes regelmatig plunderen in het Romeinse Rijk.
  • In de 4e eeuw was er geen sterk Romeins bestuur meer en was het oude verdedigingssysteem verzwakt. De Germanen trokken nu als een invasie het Romeinse Rijk binnen en stichtten daar eigen koninkrijken zoals de Alemannen, Franken, Bourgondiërs, Saksen, Vandalen.

Slide 5 - Slide

De crisis van de 3e eeuw na Chr. met als gevolg: chaos in economie, bestuur en leger.
  • Er kwam een pokkenepidemie, met veel doden=> minder mensen= minder belastingen, oorlogen leverden minder op=> door groei rijk meer soldaten nodig en dus meer salaris kosten.
  • 235-284 na Chr. meer dan 50 keizers=> soldatenkeizers, vochten om de macht.
  • Hoe kwamen deze keizers aan de macht:
  1. Soldaten kregen meer geld voor steun. 
  2. Germanen kregen geld om niet aan te vallen, om tegen elkaar  te vechten. 

    Slide 6 - Slide

    Een nieuwe koers door keizers Diocletianus en Constantijn.
    1. Voor meer inkomsten meer belastingen:
    • Boeren blijven voortaan bij de grond=> doen het werk, betalen belasting.
    • Iedereen in de stad moest hetzelfde beroep hebben als zijn vader, belasting betalen.
    • Heel Italië moest belasting gaan betalen.
    • Ambtenaren controleren alles.

    Slide 7 - Slide

    2. Bestuur, verdediging: Om het Rijk beter te besturen, te verdedigen werd het Romeinse Rijk in 2 stukken gedeeld (West-Romeinse en Oost-Romeinse Rijk), met elk een keizer, onderkeizer en 4 hoofdsteden.
    • Gevolg: Er kon door deze verdeling sneller door het leger ingegrepen worden als er een inval kwam vanuit het noorden. De verdediging van de grenzen werd ook aangepast. 

    Slide 8 - Slide

    3. Nieuw verdedigingssysteem i.p.v. de limes met castra en castella=> Bij rivierovergangen en belangrijke wegen kwamen er grote forten zoals in Maastricht. In het binnenland kwamen snelle ruitereenheden die bij problemen snel aan konden vallen in Germaanse gebieden.
    • Rond 400 na Chr. moesten Romeinen grens opgeven en namen de Franken het over.

    Slide 9 - Slide

    Het verschil tussen de Germaanse invasies in het Romeinse Rijk van de 1e,2e eeuw na chr. en de 4e eeuw na chr. is?
    A
    In de 1e en 2e eeuw na chr. waren het net zoals in de 4e eeuw grote groepen plunderaars.
    B
    In de 4e eeuw waren het kleine groepjes die kwamen plunderen, in de 1e,2e eeuw grote groepen.
    C
    4e eeuw: grote groepen die binnen trokken, bleven. Geen kleine groepjes die even plunderen.
    D
    Er waren geen verschillen.

    Slide 10 - Quiz

    De crisis tijdens de 3e eeuw na Chr. in de economie, leger en bestuur werd werd veroorzaakt door een pokkenepidemie die dan weer zorgde voor minder mensen, belastingopbrengsten, oorlogen leverden minder op, maar door groei van het rijk waren er meer soldaten nodig en dus meer salaris kosten.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 11 - Quiz

    Diocletianus zorgde voor meer belastinginkomsten door: Boeren blijven voortaan bij de grond en iedereen in de stad moest hetzelfde beroep hebben als zijn vader, heel Italië moest belasting betalen
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 12 - Quiz

    Om het Rijk beter te besturen, te verdedigen werd het Romeinse Rijk in 4 stukken gedeeld (West-Romeinse en Oost-Romeinse Rijk), met elk een keizer, onderkeizer en 4 hoofdsteden.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 13 - Quiz

    Er kwam een nieuw verdedigingssysteem i.p.v. de limes met castra en castella=> Bij rivierovergangen en belangrijke wegen kwamen er grote forten zoals in Maastricht. In het binnenland kwamen snelle ruitereenheden die bij problemen snel aan konden vallen in Germaanse gebieden.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 14 - Quiz

    Te doen
    Maken werkboek par 3.5 vraag 74,75,79,81,83.
    Nakijken!

    Klaar dan maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ 3.8 afsluiting/ oefentoetsen maken par. 3.5 

    Leren 3.2 t/m 3.5 



    Slide 15 - Slide

    Samenvatting leerdoelen
    Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema
    (wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).
    Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.
    timer
    2:00

    Slide 16 - Slide

    Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
    Hoe zorgde keizer Diocletianus voor meer belastinginkomsten?

    Eerder klaar: Leg uit waarom het Romeinse Rijk in 2 delen werd verdeeld.

    Slide 17 - Slide

    Lesplanning
    1. Leerdoel(en)
    2. Uitleg met aantekeningen.
    3. Checkvraag bij de uitleg.
    4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
    5. Korte samenvatting leerdoel(en).

    Slide 18 - Slide

    Leerdoel: Ik kan uitleggen hoe het Romeinse rijk veranderde en er een einde kwam aan het West-Romeinse Rijk.

    Slide 19 - Slide

     Het einde van de Limes= grens van het Romeinse Rijk in Noord-west Europa
    • Limes aangelegd om de noord grens van het Romeinse Rijk tegen de Germanen te beschermen. 
    • Op de grens lag een heel systeem van forten= Castella, kleine wachttorens en legioenskampen=Castra. 
    • De grens was open voor handelaren om hun producten te verkopen, ook voor Germanen. Hierdoor was de limes niet bestand tegen een grote invasie.


    Slide 20 - Slide

    Het einde van het West-Romeinse Rijk.
    • Franken deden alleen aan landbouw, steden verdwenen uit Ned, Europa.
    • 476 na Chr. val (einde) van het West-Romeinse Rijk. Een Germaanse koning zette de laatste Romeinse keizer af in Rome. 
    • Het Oost-Romeinse Rijk bleef bestaan=> was altijd al rijker dan het westen en konden invallen afkopen.
    • 6e eeuw na Chr. keizer Justianus heroverde groot deel West- Romeinse Rijk.

    Slide 21 - Slide

    • Justinianus liet wetboeken opstellen die de basis zijn voor onze rechtspraak.
    • Constantinopel werd de belangrijkste stad in het Romeinse Rijk. 
    • Het Oost-Romeinse Rijk wordt meestal ook het Byzantijnse Rijk genoemd. Hier bleef de Grieks-Romeinse cultuur bestaan.
    • Het Byzantijnse/Oost-Romeinse Rijk viel in 1453 met de inname van Constantinopel door de Arabieren.

    Slide 22 - Slide

    A: Leg uit waarom er in de 4e eeuw na Chr. veel meer Germanen het Romeinse Rijk binnen trokken dan in de 1e en 2e eeuw na Chr..
    B: Noem een verbetering van keizer Diocletianus.

    Slide 23 - Open question

    Te doen
    Maken werkboek par 3.5 vraag 85, 86, 87.
    Nakijken!
    Klaar dan maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ 3.8 afsluiting/ oefentoetsen maken par. 3.5 

    Leren 3.2 t/m 3.5 


    Slide 24 - Slide

    Samenvatting leerdoelen
    Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema
    (wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).
    Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.
    timer
    2:00

    Slide 25 - Slide