H3.5 Afronden

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 108 voor je open.
      Laat je laptop maar in je tas.

DEZE LES:
Afronden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 108 voor je open.
      Laat je laptop maar in je tas.

DEZE LES:
Afronden

Slide 1 - Slide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
Hoofdstuk 3.4 (doen we na de uitleg)
Afronden, hoe doe je dat.
Samen maken opd 39 & 42
aan de slag 
zelfstandig verder werken
huiswerk
voorkennis 
Getalwaarde
Mk: § 3.5 af

Slide 2 - Slide

getalwaarde
uitleg 
Als we gaan afronden, dan kan dat  op 2 manieren.
Namelijk voor de komma afronden of achter de komma afronden.

We kijken in deze lessen naar het afronden achter de komma.
We noemen dit afronden op decimalen. 

Een decimaal is een getal achter de komma

Slide 3 - Slide

getalwaarde
uitleg 
rond het getal 7,952 af op 2 decimalen.


Je gaat afronden op 2 cijfers achter de komma.
7,952   We kijken nu naar het getal achter het 2e decimaal.
Is dit getal:

0, 1, 2, 3 of 4            er gebeurt niets, het wordt 7,95

5, 6, 7, 8 of 9           we doen er eentje bij het wordt 7,96
aantekening

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Afronden
Bij afronden op een heel getal kijk ja naar het 1e decimale getal.
- Is dit een 5 of hoger dan rond je af naar boven.  
- Is dit een 4 of lager, dan blijft het getal ervoor hetzelfde.



14,792  ≈  15     14,492 ≈ 14

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Afronden op een heel getal
4,7 wordt
A
4
B
5

Slide 8 - Quiz

Afronden op een heel getal:
5,5 wordt
A
5
B
6

Slide 9 - Quiz

Afronden op een heel getal
7,934

Slide 10 - Open question

Rond af op een heel getal.
24,4967

Slide 11 - Open question

Afronden op 2 decimalen
€ 4,5799 wordt
A
€ 4,57
B
€ 4,59
C
€ 4,56
D
€ 4,58

Slide 12 - Quiz

Afronden op een duizendtal
2651 ≈
A
2000
B
3000
C
2600
D
2700

Slide 13 - Quiz

afronden op helen 99,8
A
≈ 99
B
≈ 100
C
≈ 98
D
≈ 90

Slide 14 - Quiz

Afronden op tientallen

2378
A
2350
B
2400
C
2370
D
2380

Slide 15 - Quiz

afronden op honderdsten:
328,599
A
328,50
B
328,600
C
328,61
D
328,60

Slide 16 - Quiz

Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal

Slide 17 - Quiz

aan de slag 
Maken: alle andere opdrachten van hoofdstuk 3.5

Klaar? 
Maak de O en de U opdrachten
Zelfstandig aan de slag


timer
5:00
- Werk in stilte aan onderstaande opdrachten.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide