4M - L22 P1 - spreken: beim Arzt

4M Les 20 en 21 P1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4M Les 20 en 21 P1

Slide 1 - Slide

Periode 1

Toetsweek: 
woensdag 15 November 
am Nachmittag 
MO2





-

Slide 2 - Slide


4 Situationen

Zweiergruppen

Selbst entscheiden wer SituationA macht und wer Situation B macht

Beispiel
MO2

1 . routebeschrijving
2. bij de receptie
3. op het station
4. bij de VVV
5. in een winkel
6. op een terrasje
7. bij de dokter
8. op het politiebureau
 

Slide 3 - Slide

Woordenschat Duits

Beim Arzt
Polizeiwache

 MO2

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Arm
Fieber
Bein
Zahnarzt
Verletzung
wehtun
Grippe
Impfung
Opfer
been
pijn doen
tandarts
vaccinatie
griep
verwonding
arm

Slide 6 - Drag question

Ik heb 39 graden koorts.

Slide 7 - Open question

Ik ben misselijk.

Slide 8 - Open question

Ik heb Corona.

Slide 9 - Open question

Ik heb hoofdpijn.

Slide 10 - Open question

Ik heb buikpijn.

Slide 11 - Open question

Mijn voet doet pijn.

Slide 12 - Open question

spreekopdracht 2 (MO2)
ingepland- tijdens toetsweek
uitspraak > voorlezen en dan 4 scenario's (van 8)

Opdracht 1 : Uitspraak

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoe spreek je Enttäuscht uit?
A
enttaust
B
entthoisjt
C
entthausjt
D
enttausjt

Slide 15 - Quiz

Hoe spreek je ärgerlich uit?
A
archerlich
B
argerlich
C
ercherlich
D
ergerlich

Slide 16 - Quiz

Wat is het Duitse woord voor aangifte?
A
Einbruch
B
Angabe
C
Anzeige
D
Aufgabe

Slide 17 - Quiz

met een hoge snelheid
A
mit einer hohen Geschwindigkeit
B
mit einer großen Geschwindigkeit
C
mit einer hohen snellheit
D
mit einer hohen Fahrtheit

Slide 18 - Quiz

Grammatica leerdoel : getallen - prijzen

- klassikaal: telwoorden en rangtelwoorden
- nadruk: uitspreken




Slide 19 - Slide

Schrijf in cijfers op:
achtundneunzigtausendvierhundertneunzig

Slide 20 - Open question

Schrijf in cijfers op:
neunundneunzig Cent

Slide 21 - Open question

Schrijf in cijfers op:
siebenundsiebzig Euro siebenundsechzig

Slide 22 - Open question

Schrijf in cijfers op:
einhundertachtundsiebzig Euro fünfundneunzig

Slide 23 - Open question

Rangtelwoorden
1e
2e
3e
1.
2.
3.

Slide 24 - Slide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.

Slide 25 - Slide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Am 1. Tag gibt es noch viele Angebote.

Slide 26 - Slide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Am 1. Tag gibt es noch viele Angebote.
= Am ersten Tag ..............

Slide 27 - Slide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Vom 5. bis zum 21. ist unser Geschäft geschlossen.

Slide 28 - Slide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Vom 5. bis zum 21. ist unser Geschäft geschlossen.
Vom fünften bis zum einundzwanzigsten ......

Slide 29 - Slide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Der Kassenzettel ist vom 29.7.2011

Slide 30 - Slide

Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
                           Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 >  –ste achter het uitgeschreven getal.
                           Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Der Kassenzettel ist vom 29.7.2011
......vom neunundzwanzigsten siebten zweitausendelf

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Zeugnis: beschreibe diese Person

Slide 33 - Slide

a - kort   →   Katze
a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn
o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen


ä  - kort  → Märchen
ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig
ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle
ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich
i(e)  - lang  → liebe

Slide 34 - Slide

y  →  Typ
maar niet in leenwoorden!
(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus
aü  → Häuser

eu → Heute




G-klanken
begin van het woord? Goodbye
Ach-Laute
Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie
sp  → spielen
sch  → Schiff

Slide 35 - Slide

Tips
- luister / check hoe iets wordt uitgesproken
- maak de lange klinkers ook echt lang
- na een K / P / T een extra H uitspreken
- vermijd Engels!

Slide 36 - Slide