8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen deel 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

H8 Burgers en stoommachines

8.2 Politiek-maatschappelijke stromingen deel 2

KA

de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Leerdoel

In deze presentatie leer je:

• hoe het liberalisme, nationalisme en conservatisme opkwamen
• hoe nieuwe natiestaten en een agressief nationalisme ontstonden
  
• hoe het socialisme opkwam en verdeeld raakte
  

na 1800: klassensamenleving

voor 1800: standensamenleving

Socialisme 1/4

Het socialisme bestreed verschillen in macht en inkomen. In de tweede helft van de 19e eeuw werd het een massabeweging, vooral in Duitsland. 

De  bedenker was Karl Marx. Daarom werden socialisten ook wel marxisten genoemd.

Marx beweerde dat het kapitalisme zichzelf zou vernietigen.

Hoe vernietigt het kapitalisme zichzelf?

We gaan samen een schema op bord maken

Socialisme 2/4

De Duitse socialistisch partij geloofde als marxisten in:

• een socialistische revolutie om de staat over te nemen
  
• het omverwerpen van het kapitalisme
  
• het in staatseigendom brengen van de productiemiddelen
  
• een klasseloze maatschappij met productie voor de behoeften van mensen

Socialisme 3/4

Omstreeks 1900 groeide binnen het socialisme het reformisme: stroming binnen het socialisme die via geleidelijke hervormingen verbeteringen voor de arbeiders wil bereiken.

Ze waren voor de parlementaire democratie en wilden met wetten hervormingen doorvoeren.

Socialisme 4/4

In 1919 viel het socialisme definitief uiteen in het revolutionaire communisme en in de gematigde sociaaldemocratie: stroming binnen het socialisme die de parlementaire democratie aanvaardt.

Wat is eigenlijk een parlementaire democratie?

Opdracht: "Jullie zijn het parlement!"

Doel: Jullie ervaren de werking van een parlementaire democratie door zelf een parlement na te bootsen en een wetsvoorstel te bespreken en stemmen.

2 groepen

• Regeringspartijen (coalitie)

• Oppositiepartijen

De regering stelt een wetsvoorstel op:

"Alle middelbare scholieren moeten verplicht 1 uur per week les krijgen over politiek en democratie."

voorbereiding debat

De regering begint met het bedenken van een voorstel: 

Waarom is dit nodig? Wat zijn de voordelen?

De oppositie bedenkt tegenargumenten:

Waarom is dit een slecht idee? Wat zijn de nadelen?

Debat

eerste ronde:

• presentatie voorstel regering
• presentatie tegenargumenten oppositie

tweede ronde:

• oppositie mag vragen stellen
• regering mag verdedigen of tegenvragen stellen

Stemmen

Dat doen we door hand op te steken voor het voorstel

Reflectie

• Wat viel op tijdens het debat?

• Welke rol speelde de meerderheid?

• Wat als er geen meerderheid was?

• Hoe voelt het om “macht” te hebben of juist niet?

Huiswerk

Maak de opdrachten van 8.1 en 8.2 in het digitale werkboek