Module 1 - les 5 De ontwikkeling van de peuter

Module 1:
Mijn identiteit
Vista groen: 0R 79G 89B
Vista oranje: 229R 106G 84B
1 / 35
next
Slide 1: Slide
module 1MBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Module 1:
Mijn identiteit
Vista groen: 0R 79G 89B
Vista oranje: 229R 106G 84B

Slide 1 - Slide

Vista groen: 0R 79G 89B
Vista oranje: 229R 106G 84B
Leeropbrengst module:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deel 1:  Terugkijkend op mijn ontwikkeling
Les 1: De psychologie van de ontwikkeling 
Les 2: Ontwikkelingsaspecten
Les 3: Prenatale ontwikkeling en geboorte
Les 4: Ontwikkeling van de baby 
Les 5: Ontwikkeling van de peuter 
Les 6: Ontwikkeling van de kleuter
Les 7: Factoren die de ontwikkeling bepalen 
Les 8: Voorwaarden voor ontwikkeling

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Workshop 4:
De ontwikkeling van de peuter

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Doelen

Aan het eind van de les:
  • kun je kenmerken van onderstaande ontwikkelingsaspecten benoemen:
    - lichamelijke ontwikkeling
    - cognitieve ontwikkeling
    - sociale ontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling
    - emotionele ontwikkeling
    - seksuele ontwikkeling
  • kun je uitleggen je wat normbesef is
  • kun je uitleggen wat empathie is 
  • kun je uitleggen wat egocentrisme

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
Lichamelijke ontwikkeling; grove en fijne motoriek, exploratiedrang
Cognitieve ontwikkeling; magisch en animistisch denken, zindelijkheid, schaamte
Sociale ontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling; egocentrisme, normbesef, peuterpubertijd, empathie
Emotionele ontwikkeling; driftbuien, veilige hechting. 
Seksuele ontwikkeling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Theoretische bronnen:
Ontwikkeling en activiteiten PW.
Hoofdstuk 7 ontwikkeling van de peuter blz. 90 t/m 98
Hoofdstuk 9 activiteiten en spel bij de peuter blz. 99 t/m 121
https://www.peuteren.nl/empathie-opvoeding/

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Theorie: 
We bekijken hoe de ontwikkeling van de peuter verloopt op de verschillende ontwikkelingsgebieden/ontwikkelingsaspecten
Maken: 
een tijdlijn waarin die ontwikkelingsfasen terugkomen, gekoppeld aan de verschillende ontwikkelingsaspecten en life events.
Je schrijft beschrijft per ontwikkelingsfase, life events op.
Na deze les gaan we de theorie over de ontwikkeling van de peuter weer koppelen aan onze eigen tijdlijn.
Daarnaast werk je de begrippen uit deze les weer uit op een manier die bij jou past. Denk aan een mindmap, begrippenlijst, tekening, etc,

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Heb je nog herinneringen uit je peutertijd?(door foto's of filmpjes)

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Inleiding
Peuters zijn schattig en lief. Als een peuter iets doet wat niet mag, vinden veel ouders en opvoeders het moeilijk om niet te lachen en streng op te treden. Een peuter kan een echte entertainer en een charmeur zijn, die steeds beter weet wat hij moet doen om zijn zin te krijgen. In de persoonlijke en sociale ontwikkeling maakt de peuter dus een grote ontwikkeling door, toch is op andere vlakken zijn ontwikkeling niet minder groot.
Daar gaan we deze les heen kijken.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions



Lichamelijke ontwikkeling
  • motorische ontwikkeling
  • zindelijk worden
  • groeiende hersenen
Cognitieve ontwikkeling
  • exploratiedrang
  • het denken
  • taalontwikkeling


Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
  • empathie en egocentrisme
  • normbesef
  • koppigheid
Seksuele ontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
  • emotioneel reageren





Inhoud

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Met 18 maanden is het kind niet langer meer een baby te noemen. Het kind, de peuter, is namelijk in staat om los te lopen. Voor de peuter ontstaat hiermee een nieuwe en snelle manier om de wereld te ontdekken. Tegelijkertijd wordt zijn woordenschat enorm uitgebreid en leert hij ook zijn fijne motoriek veel meer beheersen.







Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijk ontwikkeling
  • Peuter groeit minder snel
  • Grove motoriek goed ontwikkeld: ze leren lopen, kleuteren en klimmen, maar ook omgaan met een bal
  • Fijne motoriek nog beperkt. Een peuter heeft nog geen handvoorkeur.
  • De hersenen groeien het snelst vanwege de aanleg van de vele verbindingen die nodig zijn voor de grote groei op cognitief en motorisch gebied. De hersenen hebben al 3/4 van de afmeting van een volwassene!




Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lichamelijk ontwikkeling
  • Zindelijk worden: het vermogen om urine en ontlasting op te houden.
    De meeste kinderen rond 2,5 jaar, maar dit kan ook eerder of later. (vaardigheid en rijping)
Voorwaarden:
  • Sluitspieren kunnen beheersen
  • Verband kunnen leggen tussen aandrang die het voelt en het poepen en plassen
  • Aan kunnen geven met woord of gebaren dat het naar de wc moet
  • Zonder hulp kunnen aan en uitkleden
  • Kind moet zelf zindelijk willen worden







Wat heeft het wel of niet zindelijk zijn voor een mogelijke gevolgen?
Denk aan:
Gevolgen voor sociaal-emotionele ontwikkeling (pesten, niet mee mogen/willen doen6/etc.)
Het niet naar de basisschool mogen -> waarom denk je?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Cognitieve ontwikkeling

  • exploratiedrang: de intense behoefte van een peuter om de wereld te ontdekken. (ontdekkingsdrang) Dit gaat gepaard met de uitbreiding van hun woordenschat
  • het denken (concreet - magisch - animistisch)
  • taalontwikkeling van tweewoordzinnen, naar driewoordzinnen, voorzetsels en emoties
Verschillen in woordenschat ontstaan door verschil in opleidingsniveau en  Nederlandstalige en anderstalige kinderen (NT2)
Stimuleren is belangrijk!
Hoe kan dit?
Kinderen horen bij laagopgeleide ouders 616 woorden per uur en bij hoogopgeleide ouders 2153 woorden per uur.
Aan het eind van groep 2 hebben allochtone kinderen een gemiddelde taalachterstand van 2 jaar t.o.v. hun leeftijdsgenootjes. Vooral de peuter- of kinderopvang is de plek waar ze Nederlands leren.
Concreet: op datgene wat tastbaar is, wat hij ziet en waarmee hij iets kan (géén gevolgen)
Magisch denken: denken waarbij alles kan, ook al klopt het niet met de realiteit
Animistisch denken: manier van denken waarbij menselijke eigenschappen toegekend worden aan levenloze dingen

Slide 15 - Slide

Concreet: op datgene wat tastbaar is, wat hij ziet en waarmee hij iets kan (géén gevolgen)
Magisch denken: denken waarbij alles kan, ook al klopt het niet met de realiteit
Animistisch denken: manier van denken waarbij menselijke eigenschappen toegekend worden aan levenloze dingen
Sociale- en persoonlijkheidsontwikkeling
  • Duidelijkere sociale behoefte, meer sociale contacten leggen
  • Waarom vragen stellen
  • Eerste gevoel van empathie (bijvoorbeeld een knuffel geven aan een huilend kind)
  • Normbesef
  • Koppigheid 







Empathie
gevoelsmatig meeleven
de wereld vanuit zijn eigen gezichtspunt
nog niet inleven in anderen (theorie of mind is nog onvoldoende ontwikkeld)
bezig is met het leren kennen van de wereld
egocentrisch
beginnend zelfbesef (herkennen in een spiegel 'rouge test')
onvermogen
Normbesf
Begrip van goed en kwaad: ontwikkeling van het geweten, maar nog geen impulsbeheersing. 
Zijn eigen gedrag verbinden
Geen zelfbesef – ook geen schuld of schaamtegevoelens
Theory of Mind
De 'Theory of Mind', staat voor het vermogen om je te verplaatsen in de gedachten, gevoelens en het daarmee gepaard gaand gedrag van een ander. Als je dit vermogen hebt ben je in staat om empathisch te zijn en rekening te houden met de gevoelens en gedachten van andere personen. Deze ontwikkelt zich pas vanaf 4 jaar en is bij een peuter nog niet aanwezig.
Koppigheid
peuterpuberteit
peuter moeten koppig zijn om uit te kunnen groeien tot zelfstandige evenwichtige persoonlijkheden
wilsontwikkeling
experimenteert
Ontdekt steeds meer zijn eigen macht

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Er zijn verschillende tests bedacht rondom egocentrisme en zelfbeeld bij kinderen. We gaan nu 4 van deze testen bekijken.
We maken groepjes van 4. Elk groepslid bekijkt een andere test. Daarna vertellen jullie aan elkaar wat je te weten gekomen bent.
  1. Sally-anne test
  2. Bergenexperiment (drie-bergen-experiment)
  3. Spiegelproef
  4. Rouge test

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat ben je te weten gekomen over egocentrisme en zelfbeeld?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Egocentrisme
De peuter is heel egocentrisch ingesteld, hij heeft weinig oog voor anderen om zich heen. Het inlevingsvermogen en de empathie ontbreken bij de peuter. Dit is echter nodig zodat het kind onbezorgd de wereld kan gaan ontdekken. De opvoeders rondom de peuter moeten deze beschermen tegen de gevaren die het kind zelf nog niet ziet. Het is voor een kind onmogelijk zich te houden aan regels en afspraken om 2 eenvoudige redenen: het kind begrijpt de betekenis van regels niet en kan de gevolgen van zijn eigen daden niet overzien en begrijpen. Daarnaast kan het kind zich ook niet inleven in andere en vooruit - en terugblikken. Het kind kan zich niet voorstellen wat vorige keer gebeurde in een soortgelijke situatie of kan niet vooruit denken aan de gevolgen van zijn eigen daad op een andere persoon.
Bron: https://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/75818-het-leven-van-het-25-jarige-kind-de-peuter-algemeen.html

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Korte tussenevaluatie lesdoelen
Aan het eind van de les:
kun je kenmerken van onderstaande ontwikkelingsaspecten benoemen:
- lichamelijke ontwikkeling
- cognitieve ontwikkeling
- sociale ontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling
Weet je wat egocentrisme is

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Seksuele ontwikkeling
  • Ontdekt en verkent zijn eigen lijfje
  • Geen schaamtegevoelens







Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Emotionele ontwikkeling
  • Basisveiligheid verder ontwikkeld; veilige hechting is belangrijk
  • Nog niet in staat is onder woorden te brengen wat hij voelt of wilt
  • Emotioneel reageren; driftbuien, duwen, trekken etc.











Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Veilige hechting, wat weet je daar nog over?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Hechting
Wat is het?
Gehechtheid is de selectieve en duurzame gevoelsmatige band tussen het kind en zijn ouders. Door deze affectieve (gevoelsmatige)  band ontwikkelt het kind een basispatroon van vertrouwen in de ander.
De affectieve band tussen kind en ouder(s) groeit en versterkt de identiteit van het kind en komt tot stand vóór het 5e levensjaar. 
Hoe en met wie een duurzame hechting plaatsvindt is afhankelijk in welke cultuur kinderen opgroeien. (moeder-kind of net een heel netwerk van evrzorgers)





Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Korte tussenevaluatie lesdoelen
Aan het eind van de les:
kun je kenmerken van onderstaande ontwikkelingsaspecten benoemen:
- emotionele ontwikkeling
- seksuele ontwikkeling
kun je uitleggen je wat normbesef is
kun je uitleggen wat empathie is
kun je uitleggen wat egocentrisme

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak een tijdlijn van de levensloop van jezelf en je toekomstige ik
Beschrijf per ontwikkelingsfase + gebied wat voor jou van toepassing is (gebruik van theorie)
In de volgende les bespreken we de ontwikkelingsaspecten, die voeg je dan ook toe.
Beschrijf per ontwikkelingsfase/gebied/aspect life events. Je kijkt daarna of deze life events passend zijn binnen een bepaalde ontwikkelingsfase en wat de gevolgen daarvan (mogelijk) zijn geweest. Denk ook aan de fases die nog moeten komen.
Hoe: creatief! (foto's, quotes, tekeningen, verhalen, etc.).

Doel; de theorie uit het boek koppelen aan jouw eigen praktijk.















Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Opdracht bij deze les:
  • Vul je eigen tijdlijn weer aan met informatie over de ontwikkeling van de peuter. Ga hiervoor in gesprek met de mensen  die je hierover meer kunnen vertellen. Koppel dit weer aan de theorie uit de les en het boek. Waarom is zindelijkheid belangrijk?
  • Werk de begrippen weer uit.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • kun je kenmerken van onderstaande ontwikkelingsaspecten benoemen:
- lichamelijke ontwikkeling
- cognitieve ontwikkeling
- sociale ontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling
- emotionele ontwikkeling
- seksuele ontwikkeling
  • kun je uitleggen je wat normbesef is
  • kun je uitleggen wat empathie is
  • kun je uitleggen wat egocentrisme

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Ik kan verschillende kenmerken van de ontwikkelingsaspecten benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Ik kan uitleggen wat egocentrisme, normbesef en empathie is
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Her heb ik nog vragen over / hulp bij nodig / wil ik nog meer over te weten komen:

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Evaluatie lesdoelen
Lesdoel:
Waarde van doel voor module:

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les/workshop:  de ontwikkeling van de kleuter
Huiswerk: 
Lezen: theorie.....

Koppel de theorie uit de les en het filmpje weer aan jullie eigen tijdlijn en verwerk de begrippen ook weer in een mindmap, samenvatting, tekening, etc.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions