HV1 - Lezen H2

HV1 - Lezen
Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

HV1 - Lezen
Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst

Slide 1 - Slide

Leerdoelen leesvaardigheid
- Ik kan een leesstrategie gebruiken op basis van het leesdoel. 
- Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
- Ik kan het onderwerp van een tekst formuleren.
- Ik kan de hoofdgedachte van een tekst formuleren.
- Ik kan het tekstdoel van een tekst herkennen.
- Ik kan de tekstsoort van een tekst herkennen.

Slide 2 - Slide

Onderwerp van een tekst
  • Formuleer je vaak in één woord of een paar woorden
  • Vind je met de vraag: waar gaat de tekst over?
  • Vind je vaak al met oriënterend lezen (titel, afbeelding, inleiding, kopjes, etc.)

Slide 3 - Slide

Onderwerp tekst?
Waarom kan de een prima wonen in een kamer met knalrode muren en wordt de ander gillend gek? Het antwoord ligt in de kleurenpsychologie, weet Patty Boting, eigenares van Kleurtotaal. ‘Kleuren zijn trillingen, elektromagnetische golven’, legt Patty uit. ‘Ook wij bestaan uit energie en als die anders is dan de trillingen van de kleuren in je interieur kan dat botsen.’
A
interieurdesign met kleur
B
kleurenpsychologie
C
kleuren van Kleurtotaal

Slide 4 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland
D
dino's leefden in een gezin

Slide 5 - Quiz

Onderwerp - zelfstandig werken
Je maakt opdracht 1.

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Leesstrategieën - zelfstandig werken
Bespreken opdracht 1.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen leesvaardigheid
- Ik kan een leesstrategie gebruiken op basis van het leesdoel. 
- Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
- Ik kan het onderwerp van een tekst formuleren.
- Ik kan de hoofdgedachte van een tekst formuleren.
- Ik kan het tekstdoel van een tekst herkennen.
- Ik kan de tekstsoort van een tekst herkennen.

Slide 8 - Slide

Het onderwerp van een tekst is het antwoord op de vraag
A
Wie/wat + persoonsvorm?
B
iWaar gaat de tekst over?

Slide 9 - Quiz

Wat is waar over het onderwerp van een tekst? Het onderwerp
A
... vertelt in één of een paar woorden waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 10 - Quiz

Bekijk de tekst
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Aids
B
school4life
C
dance4life
D
The Partysquad

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen leesvaardigheid
- Ik kan een leesstrategie gebruiken op basis van het leesdoel. 
- Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
- Ik kan het onderwerp van een tekst formuleren.
- Ik kan de hoofdgedachte van een tekst formuleren.
- Ik kan het tekstdoel van een tekst herkennen.
- Ik kan de tekstsoort van een tekst herkennen.

Slide 12 - Slide

Hoofdgedachte van een tekst
  • Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.
  • De hoofdgedachte formuleer je in een hele zin, maar is geen een vraagzin.

Slide 13 - Slide


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte = ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker.
C
Spin op ongewone plek
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 14 - Quiz

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
doden door stortbuien China
D
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel

Slide 15 - Quiz

Hoofdgedachte - zelfstandig werken
Je maakt:
- opdracht 3.

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Woordraadstrategieën - zelfstandig werken
Bespreken opdracht 3.

Slide 17 - Slide

Leerdoelen leesvaardigheid
- Ik kan een leesstrategie gebruiken op basis van het leesdoel. 
- Ik kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst achterhalen met woordraadstrategieën.
- Ik kan het onderwerp van een tekst formuleren.
- Ik kan de hoofdgedachte van een tekst formuleren.
- Ik kan het tekstdoel van een tekst herkennen.
- Ik kan de tekstsoort van een tekst herkennen.

Slide 18 - Slide

Wat is een hoofdgedachte?
A
Dat wat de hoofdpersoon denkt.
B
Wat de schrijver over het onderwerp te zeggen heeft.
C
De reden waarom de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
De mening van de hoofdpersoon.

Slide 19 - Quiz

Onder-
werp?

Slide 20 - Open question

Hoofdge-
dachte?

Slide 21 - Open question